donderdag 28 februari 2013

Aan mijn zijde

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (56)

Hij is aan mij zijde, …

Psalm 16: 8b


Ik kijk omhoog.
De lucht is vol bedrijvigheid.
Wolken jagen voort,
gedreven door de wind,
verwikkeld in een heftige strijd.

Ik kijk omhoog.
De zon schijnt door de wolken,
omlijst ze met een zilv'ren rand.
Tovert ze om
tot glinsterende waterkolken.

Ik kijk omhoog
en zie te midden van het geweld,
een stukje helder blauwe lucht.
Ogenschijnlijke stilte lijkt het,
wat ze ons vermeld.

Ik kijk omhoog
en weet; God schiep het al.
Hij heeft alles in Zijn hand,
de zon, wolken, lucht en winden,
zo ook mijn leven in dit grote heelal.

Ik kijk omhoog
en weet; Zijn oog is ook op mij.
Zijn oor vangt ieder gebed.
Zijn hand baant de weg.
Hij, ja, Hij gaat aan mijn zij.
 

woensdag 27 februari 2013

Kom tot Mij! De last ...


Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (55) 
 
... want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.
 
Mattheüs 11:30
 
Soms zegt een verhaal genoeg, of misschien wel meer dan menige uitleg van een tekst.
Mij in ieder geval wel.
Waarom was mijn last zo zwaar?
Ik smeet de slaapkamerdeur dicht en leunde ertegenaan.
Is er dan helemaal geen rust in dit leven? ... zat ik mezelf af te vragen.
Ik stommelde het bed in en gooide mijzelf neer, het kussen tegen mijn oren duwende om het lawaai van mijn bestaan uit te sluiten.
"Oh God," huilde ik, "Laat mij toch alstublieft slapen."
Laat me maar voor altijd blijven slapen om nooit meer wakker te worden!"
Met een diepe snik probeerde ik mezelf in onvergetelheid te vinden.
Daarna verwelkomde ik de zwartheid die over me heen kwam.
Licht omringde me toen ik weer bijkwam.
Ik vestigde mijn aandacht op de bron: het figuur van een man die voor een kruis stond.
"Mijn kind" vroeg die persoon, "waarom wil je bij Me komen voordat Ik klaar ben om je te roepen?
"Heer, het spijt mij, het is alleen maar omdat ... ik kan zo niet verder.
U ziet hoe moeilijk het voor mij is.
Kijkt u eens naar deze akelige last op mijn rug.
Ik kan die gewoon niet meer dragen."
"Maar Ik had je verteld dat je al je lasten op Mij mocht gooien, want Ik zorg voor je.
Mijn juk is zacht en Mijn last is licht."
"Ik wist wel dat U dat zou zeggen.
Maar waarom moet die van mij dan zo zwaar zijn?"
"Mijn kind, iedereen in de wereld heeft een last te tillen.
Misschien wil je een andere proberen?"
"Kan dat dan?"
Hij wees naar verschillende lasten die aan Zijn voeten lagen.
"Ja hoor, je mag deze allemaal proberen."

Ze leken allemaal dezelfde grootte te hebben, maar elke last had een label met een naam erop.
"Daar is die van Joke" zei ik.
Joke was getrouwd met een rijke zakenman.
Zij woonde in een prachtige villa en had haar drie dochtertjes altijd in de prachtigste en duurste merkkleren.
Soms haalde ze mij zelfs op in haar Mercedes als mijn auto stuk was.
"Laat mij die maar proberen."
Zo moeilijk kon die last van haar niet zijn, dacht ik.
De Heer haalde mijn last van mijn schouders af en legde die van Joke erop.
Ik viel meteen door mijn knieën vanwege het gewicht.
"Haal het eraf!" zei ik.
"Waarom is dat ding zo zwaar?"
"Kijk maar binnenin."
Ik maakte de touwtjes los en opende de bovenkant.
Daar binnenin was een figuur van haar schoonmoeder, en toen ik die eruit haalde, begon ze te spreken.
"Joke, je zal nooit goed genoeg zijn voor mijn zoon," begon ze.
"Hij had je nooit moeten trouwen.
Je bent een verschrikkelijke moeder voor mijn kleinkinderen."
Ik legde vlug dit figuur weer terug in het pak en haalde er een andere uit.
Het was Gabriëlle, Joke haar jongste dochter.
Haar hoofd had een verband eromheen die resulteerde van de operatie die had geprobeerd haar epilepsie te herstellen, maar tevergeefs.
Een derde figuur was de broer van Joke.
Aan drugs verslaafd, was hij nu in de gevangenis voor het vermoorden van een politieagent.
"Ik zie nu waarom haar last zo zwaar is Heer.
Maar ze lacht altijd, en ze staat altijd voor anderen klaar.
Ik heb me nooit gerealiseerd ..."

"Wil je een andere proberen?" vroeg Hij zachtjes.
Ik probeerde verscheidene.
Die van Paula voelde ook zwaar aan: zij had 4 kleine jongens op te voeden zonder vader.
Die van Debora was ook zo zwaar: een jeugd van sexuele mishandeling en een huwelijk van emotionele mishandeling.
Toen ik bij de last kwam van Ruth, hoefde ik die niet eens te proberen.
Ik wist dat ik daar reumatiek zou vinden, ouderdom, een veeleisende baan, een lieve man in een verzorgingstehuis.
"Ze zijn allemaal te zwaar, Heer," zei ik.
"Geeft U mij mijn eigen last maar weer terug."
Toen ik weer de bekende last op me had, leek die wel veel lichter dan al die andere.

"Laten we eens van binnen kijken" zei Hij.
Ik draaide me om, en hield het pak goed vast.
"Dat is niet zo’n goed idee, " zei ik.
"Waarom niet?"
"Nou er zit nogal veel rommel in."
"Laat Mij maar eens kijken."
De vriendelijke kracht van zijn stem was onweerstaanbaar.
Ik opende mijn last.
Hij haalde er een steen uit.
"Vertel me hier eens over."
"Heer, u weet het wel.
Het is het geld.
Ik weet dat we het niet zo krap hebben als sommige mensen in andere landen, of zelfs de daklozen.
Maar we hebben geen ziektekostenverzekering, en als de kinderen ziek zijn kunnen we ze geeneens altijd meenemen naar een dokter.
Ze zijn nog nooit naar een tandarts geweest.
En ik ben het zo zat om ze altijd in gekregen kleren te steken."
"Mijn kind, Ik zal je toch in al je noden voorzien en in die van je kinderen.
Ik heb ze gezonde lichamen gegeven.
Ik zal ze wel leren dat duren kleren ze niet meer waarde geeft in Mijn ogen."
Toen haalde Hij er een figuur uit van een kleine jongen."
"En dit?" vroeg Hij.
"André ... "
Ik liet mijn hoofd hangen, beschaamd om mijn zoon een last te noemen.
"Maar Heer, hij is hyperactief.
Hij is niet rustig zoals die andere twee.
Hij bezeert zich altijd omdat hij zo wild is, en de mensen denken vast dat ik hem mishandel.
Ik ga altijd tegen hem tekeer, en er komt een dag dat ik hem echt pijn ga doen."
"Mijn kind," zei Hij, "als je Mij vertrouwt, zal Ik jouw kracht vernieuwen.
Als je Mij toestemming geeft om je te vullen met Mijn Geest, dan zal Ik je geduld geven."
Toen haalde Hij een paar kiezelsteentjes uit mijn pak.
"Ja, Heer," zei ik met een zucht.
"Die zijn klein.
Maar ze zijn belangrijk voor mij.
Ik haat mijn haar.
Het is dun, en ik kan er niets mee beginnen.
Ik heb geen geld om eens naar de kapper te gaan.
Ik ben te dik en ik kan maar niet op dieet blijven.
Ik haat al mijn kleren.
Ik vind het gewoon verschrikkelijk zoals ik eruit zie!"
"Mijn kind, de mensen kijken naar de buitenkant, maar Ik kijk naar het hart.
Door Mijn Geest kan je zelfbeheersing krijgen om wat pondjes kwijt te raken.
Maar je schoonheid komt niet van hoe je er van buiten uitziet.
In plaats daarvan moet het komen van je binnenste, de onvergankelijke schoonheid van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in Mijn ogen"
Mijn last leek nu wel lichter als daarvoor.
"Ik denk dat ik het nu wel aankan." zei ik.
"Er is nog meer," zei Hij.
"Geef Mij die laatste steen eens."
"Oh, die hoeft U niet te nemen.
Die kan ik zelf wel aan."
"Mijn kind, geef die aan Mij."
 Weer was die stem van Hem onweerstaanbaar.
Hij reikte Zijn hand uit, en voor de eerste keer zag ik die lelijke wond in Zijn hand.
"Maar, Heer, deze steen is zo erg, zo vreselijk ..., zo ...
Heer!
Wat is er met Uw hand gebeurt?
Dat zijn vreselijke littekens!"
Niet langer was mijn aandacht gevestigd op mijn last.
Voor de eerste keer keek ik naar Zijn gezicht.
Op Zijn wenkbrauwen zaten ook erge littekens, alsof iemand doornen erin geramd had.
"Heer", fluisterde ik.
"Wat is er met U gebeurt?"
Zijn liefdevolle ogen raakten diep in mijn ziel.
"Mijn kind, dat weet je toch.
Geef me nou eerst maar die steen.
Die behoort aan Mij toe.
Ik heb het gekocht."
"Hoe dan?"
"Met mijn bloed."
"Maar waarom, Heer?"
"Omdat ik je liefheb met een eeuwige liefde.
Geef het aan Mij."
Ik plaatste mijn vuile steen in Zijn verwonde handpalm.
Het bevatte alle viezigheid en vuilheid van mijn leven: mijn trots, mijn egoïsme, de depressie die me steeds zo kwelde.
Hij draaide zich naar het kruis en gooide mijn steen in een bad van bloed aan de onderkant van dat kruis.
Het maakte haast geen rimpeling.
"Nu, Mijn kind, je moet weer teruggaan.
Ik zal altijd bij je zijn.
Als je verdrietig bent, roep Mij dan aan en Ik zal je helpen en je dingen laten zien die je nu nog niet voor kan stellen."
"Ja, Heer, ik zal U aanroepen."

Ik boog voorover om mijn last weer op te pakken.
"Die mag je hier achter laten als je dat wilt.
Zie je al die andere lasten?
Dat zijn de pakken die de anderen aan Mijn voeten hebben neergelegd.
Die van Joke, Paula, Debora, Ruth ...
Als je je last hier laat, dan zal Ik hem samen met jou dragen.
Onthoud, Mijn juk is zacht en Mijn last is licht."
Toen ik mijn last bij Hem had gelaten, begon het licht te vervagen.
Maar ik hoorde Hem nog fluisteren: "Ik zal je nooit begeven, of verlaten."
Een vrede overstroomde in zijn ziel.
Ik stond rechtop en wandelde weer terug in het leven.

©Onbekend
Toegestuurd gekregen

dinsdag 26 februari 2013

8e oma-dag

De achtste oma-dag alweer, al was het vandaag niet zozeer een oma-dag, maar een oma en opa-dag.
Opa had een dagje vrij en zo konden we samen van onze heerlijk kleindochter genieten.

Vandaag was onze lieve,kleine meid niet helemaal fit.
Haar oogje is een beetje ontstoken, haar lijfje onder de pukkeltjes en een mondje waar weer nieuwe tandjes langzaam hun weg naar boven vinden en wat tevens sporen achterlaat op die kleine billetjes.

En toch …
En toch is er voor iedereen een big smile.
Wat sneller moe, maar nog net zo lief en net zo vrolijk.
En eten deed ze er ook geen hap minder om.

Vandaag dan ook maar voor de zekerheid binnen gebleven.
Opa was er nu ook, en hij kon nu mooi Jaylinn even uitlaten.

Het was al lang geleden da we door de weeks met ons hele gezinnetje aan tafel hebben gegeten (opa is immers pas later thuis), nog langer is het voor opa geleden dat hij met zo’n klein hummeltje aan tafel zat.
Maar hij heeft er van genoten hoor.
En het eten geven was hij nog niet verleerd.

En zo hebben we eigenlijk een heel rustige dag gehad, maar wel eentje waarin we weer veel gelachen hebben om en met onze kleine meid.
Ik was eigenlijk vergeten hoe de lacht van een kind je hart doet smelten en je alles even doe vergeten.
Als ik me maar even haar lieve toetje voor me haalt, komt er automatisch een glimlach op mijn lippen.

Vreugde en dankbaarheid strijden om de eerste plaats in mijn hart op zo’n dag.

 
 

Want Ik ben uw Licht

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (54)

Overdag zal de zon u niet meer verlichten,
's nachts de maan u niet meer beschijnen,
want Ik, de Heer, zal uw Licht zijn,
voor altijd,
Ik verleen u luister.
Ik ben een zon die nooit ondergaat,
een maan die nooit afneemt.
Want Ik ben Uw Licht,
voor altijd.
Uw rouwtijd is voorgoed voorbij.

Jesaja 60:19,20.

Geen zon meer, geen maan.
God die het Licht zal zijn voor eeuwig.
Voor mij is Gods Licht een Licht dat alles laat zien, maar dan ook alles.
Ieder oneffenheidje, ieder plekje, dingetje, het minuscuulste detail is daarin zichtbaar.
Gods Licht houdt voor mij in, dat er niets meer bedekt is, alles is zichtbaar.

Het deed mij meer dan ooit beseffen, dat het daarom voor mij,voor ons, onmogelijk is om daar te komen zoals we nu zijn, in deze hoedanigheid.
Even was het alsof ik mijzelf zag in Zijn licht en voor één moment zag ik hoe vuil ik was, ik voelde me vies en wilde het licht wel uitdoen, of met een dimmer minder fel maken, zodat niet alles zichtbaar was.
Al het vuil dat kleeft aan mijn handen en voeten.

Alle rottigheid die leeft in mijn hart, in mijn gedachten.
Alle onrechtvaardigheid, alle trots en hoogmoed.
Ik zou me kunnen wassen tot ik een ons weeg, en nog zal ik niet schoon genoeg zijn om in Zijn Licht te kunnen staan.
Ik zal het niet kunnen verdragen.
Maar er is er Eén die mij schoon kan wassen waardoor ik kan komen in Het Licht van God.
Eén, die al het vuil, alle ongerechtigheid, alles, ja echt alles, schoon kan maken.
En die Ene is Jezus, Gods eigen Zoon.

God zond Hem naar deze wereld om onze zonden op Zich te nemen en de straf te dragen die wij verdienden.
Hij stierf voor ons aan het kruis op Golgotha voor onze zonden.
Hij overwon de dood en is teruggegaan naar Zijn Vader waar Hij nu een plaats aan het bereiden is voor mij en voor een ieder die gelooft.
Dan kan Gods Licht op ons schijnen, want we zijn bedekt met het bloed van Jezus.
Zijn bloed, dat ons heeft schoongewassen, waardoor ik in Zijn Licht kan staan zonder te sterven.

Ik dacht aan mijn ramen, die als de zon er niet opstaat, er best wel schoon uitzien, maar als de zon doorkomt en haar licht er op laat schijnen, er veel viezer uitzien dan ik gedacht had.
Alleen een goede wasbeurt maakt ze weer schoon en helder; maar alles wat door mensenhanden wordt schoongemaakt, wordt weer vuil.
Zo is het immers ook met ons leven.
Op het oog kan alles er prima uitzien.
We kunnen als goede en keurige mensen leven, maar wat als Gods 'Licht er op gaat schijnen, wat wordt er dan zichtbaar?
Ik kan douchen en er voor het oog schoon uitzien en lekker ruiken, maar ...
Ik dacht aan de zon die mijn kamer inkomt en alle stofdeeltjes zichtbaar maakt, die ik anders niet zie.
Ik dacht aan de schaduw die de zon achter laat.
Altijd als de zon schijnt, is er ergens duisternis, is er iets wat niet in het licht komt!
Ook als de maan schijnt blijven er schaduwen, schaduwen die angst aan kunnen jagen, angst kunnen veroorzaken!

De zon gaat onder en niet altijd is het volle maan.
Nog zullen er in ons leven momenten van duisternis zijn, momenten van pijn, verdriet, moeite en zorg.
Maar straks komt er een tijd, en die tijd komt spoedig, dat dit alles voorbij is.
Geen duisternis zal er meer zijn, geen pijn en verdriet, geen moeite en zorg.
Licht en luister, voor eeuwig!
Want God zegt: Ik zal uw Licht zijn!
De zon zal niet meer over ons schijnen, noch de maan, maar God Zelf.
De zon die nooit ondergaat, een maan die nooit afneemt!

God zal eens ons Licht zijn voor altijd.
Het zal een eind maken aan schaduwen die het leven nu kent.
Een eind maken aan alle moeiten en zorgen.
Vreugde zal er zijn, eeuwige vreugde en blijdschap.
Ons hart zal opspringen van vreugde, onze mond jubelen vol lof.
Luister is wat God ons wil geven,
Hij maakt een eind aan onze tijd van rouw.

Oh, Heer, wat zie ik uit naar die tijd!
Wat kan ik uitzien naar een leven in Uw Licht!
Geen schaduwen meer, geen bedekkingen meer.
Rein, vrij, zuiver is dan mijn bestaan.
Schoon, helder, eerlijk.
Liefde, vreugde, vrede.
Aanbidding.

maandag 25 februari 2013

Gods adem

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (53)

'Ademt u over de aarde, dan ontstaat er weer leven en krijgt zij een nieuw gezicht.'
Psalm 104:30

De winter doet wanhopige pogingen om zijn ‘heerschappij’ vast te houden.
Opnieuw ligt er sneeuw, één van zijn laatste stuiptrekkingen.
Maar langzaamaan zien we hier en daar al wat uitlopen en de zon wint steeds meer aan kracht.
De lente is echter in aantocht en het zal niet zo heel lang meer duren en koning winter zal zich terug moeten trekken en zijn leiding overgeven aan de lente.

Zo gaan mijn gedachten met bovenstaande tekst naar de lente en ik zag het als het ware voor me hoe God, eerst heel zachtjes en dan met steeds meer kracht, Zijn adem blaast over de aarde, waardoor de sneeuw verdwijnt en het nieuwe leven verschijnt.

Sluit je ogen
en voel de warmte
van Zijn adem
heel zachtjes strijken
langs je gezicht.

Sluit je ogen
en laat met
het nieuwe leven,
dat overal langzaam
verschijnt, ook jouw hart
worden verlicht.

Bladeren die weer aan de bomen verschijnen.
Het gras dat weer opveert en zich herstelt in geur, kleur en pracht.
Grote en kleine knopjes van nieuwe bladeren en bloempjes.
Kleine bloemetjes die hun kopje net boven het gras uitsteken en schoorvoetend het begin van een nieuw seizoen inluiden.
Opnieuw zijn ze nog even bedekt met een laagje sneeuw, maar niet meer voor lang.
De vogels beginnen hun liederen weer te zingen en maken zich klaar om hun nesten weer te bouwen of hun intrek te nemen in hun bestaande nest.
Langzaamaan zal de grond zachter worden en er weer voldoende voedsel te vinden zijn.
De eerste lammetjes zijn al geboren, al is hun geblaat en gedartel in de wei nog niet te horen.
Nog even, nog heel even en de tijd breekt aan dat de staldeuren weer opengaan en de koeien en kalveren uitzinnig van vreugde, de wei weer in mogen gaan.
De zon, die iedere dag stilletjes aan kracht wint, warmt de aarde langzaam op en geeft de kleur aan de schepping terug en blijdschap en vrolijkheid aan mens en dier.
De dagen worden weer langer, het blijft langer licht en mens en dier lijken op te veren met nieuwe energie.

Het is met het in het zicht komen van de lente alsof God iedere dag met Zijn adem blaast over de aarde, waardoor nieuw leven ontstaat en de aarde een nieuw gezicht krijgt.


De afgelopen dagen waren nog guur en koud en van de warme, leven brengende adem van God misschien nog niet zoveel te merken, toch blaast Hij heel zachtjes Zijn adem over de aarde.
Sta maar eens stil en kijk goed om je heen en zie hoe hier en daar het nieuwe leven ontstaat.

Heer, van hemel, zee en aarde,
blaas met Uw adem over ons.
Breng nieuw leven,
herstel onze krachten,
geef een ons nieuw zicht.

Heer, van hemel zee en aarde,
blaas met Uw adem over ons.
Opdat wij met vernieuwde krachten,
U zullen dienen en eren,
ons hart volkomen op U gericht.

Heer, van hemel, zee en aarde,
blaas met Uw adem over ons.
Geef nieuwe hoop en blaas weg
de dorheid en matheid van onze ziel,
opdat we weer zien hoe U ons pad verlicht.

Heer, van hemel, zee en aarde,
U wil ik loven, prijzen en danken,
voor Uw oneindige zorg over mens en dier.
Uw grote Naam wil ik zo bezingen,
U roemen met mijn lofgedicht.

zondag 24 februari 2013

Overpeinzen

Schilderij: Caroline van de Vate
 
 
 
Uw woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad.

..............  Maar soms, Here,
                begrijp ik er niets van.
                Weet ik niet welke kant
                ik op moet gaan.
                Soms is Uw woord
                noch een lamp, noch een licht.
                Hoe ik Uw woord ook overpeinst,
                ik lijk in het duister te staan.

Gelukkig de mens die vreugde vindt
in de woorden van de Heer,
ze steeds weer overdenkt,
overdag en 's nachts.

..............  Maar soms, Here,
                brengt Uw woord geen vreugde.
                Hoe ik ze ook overdenk,
                ze brengen verdriet en pijn.
                Mijn hart wordt getoetst,
                zo ook mijn gaan en staan.
                Mijn zonden komen aan het licht.
                O, God, wat voel ik me dan klein.

Als ik nadenk over het verleden,
overweeg wat U allemaal deed,
stilsta bij wat U maakte,
dan strek ik mijn handen uit naar U,
dan verlang ik naar U
als dor land naar water.
 
Dan kniel ik neer
met een hart vol berouw.
Ik vraag U
mijn zonden te vergeven.
Alles te dekken onder het,
door uw Zoon,
vergoten bloed.
 
Dan gaat Uw licht weer
voor mij schijnen,
en wordt mijn pad verlicht.
Vind ik weer vreugde in
Uw woorden
en ik weet,
't is goed wat Vader doet.

Dan strek ik mijn handen uit
naar U.
Want ik verlang naar U
als dorstig land naar water.
Opnieuw overdenk ik Uw woorden,
proef ze op mijn tong,
ze smaken zoet.

Psalm  119 : 105
Psalm       1 : 2
Psalm 143 : 5,6

Voor meerdere gedichten bij de schilderijen van Caroline, zie: 'Words of my Heart'
Het gedicht staat ook in onze Kunstdichtbundel 'wandelend in Zijn Licht'
Verkrijgbaar in de Evangelische- of Christelijke Boekhandel.

Of via onze sites.
                                                 


Hij laat mij niet berooid achter!

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (52)

Maar op U zijn mijn ogen gericht, HEERE Heere;
tot U heb ik de toevlucht genomen, laat mijn ziel niet berooid achter.

Psalm 141:8

Als ik om mij heen kijk in Bloggersland, besef ik dat mijn Blog toch wel een beetje afwijkt van de meeste.
Gister kwam ik nog bij een Blog van Aritha over Bloggen en daar kwam ik de vraag tegen ‘Hoe begon jij met Bloggen’.
Deze vraag komt opnieuw terug in mijn gedachten met het lezen van bovenstaande tekst.

Hoewel ik in eerste instantie bij Punt.nl begonnen ben omdat ik verschillende sites zo mooi vond en dit dolgraag zelf wel zou willen, veranderde dit al heel snel.
Het werd al heel snel een plek waar ik door mijn schrijfsels verwerken kon waar ik (zelf en met onze kinderen) doorheen ben gegaan en ging.
(Ik schreef en schrijf echter alleen die dingen betreffende onze kinderen waar ik hun toestemming voor heb, anders zwijg ik)
Onder pseudoniem zag ik we voorbij komen, maar begreep toen nog niet waarom  je onder pseudoniem zou schrijven.
Later zag ik het nut er niet echt van in, want met meerdere Blogs, zou men er volgens mij toch al snel achter komen wie je bent.

Maar goed, de ene storm binnen ons gezin was nog niet gaan liggen of de volgende storm diende zich aan, en wel een heel heftige, zeker eentje met orkaankracht.
En mijn site/Blog, waar ik aan begonnen was, werd de plek waarin ik naast bemoedigingen, stukjes schreef, verhalen etc. plaatste om mij blik op God gericht te houden.
Nu, achteraf, heb ik soms zelfs het gevoel dat als ik dit niet had gehad, ik niet weet waar ik gestaan zou hebben, en of ik überhaupt nog wel zou staan.
Zo heftig is de tijd geweest die achter ons ligt.
Mijn Blog werd de plek waar ik mijzelf Gods woord voor ogen hield, uitschreef wat Zijn woord zegt.
Proclamerend en biddend, mijn gedachten en gevoelens rondom Zijn woord.
Muziek, afbeeldingen, gedichten.
Het werd mijn zichtbare, tastbare plek waar wat ik mezelf voor kon houden wat God zei.
Ik schreef niet zo zeer voor anderen maar voor mezelf.
Mijn liefde voor schrijven gebruikte God om mij te leren om mijn blik om Hem gericht te houden en op Hem te blijven zien, niet alleen gedurende die zware tijd, maar ook daarna.

Ik leerde dat alleen het lezen van Gods woord niet genoeg was om houvast te hebben in tijden van grote nood.
Ik had meer nodig en in die tijd leerde ik om mijn houvast te vinden in Hem door bezig te zijn met Zijn woord, het mezelf voor te houden en erop te gaan staan.
Het schrijven erover, in welke vorm of hoedanigheid dan ook, verlegde mijn blikveld van het probleem naar de Oplosser van het probleem.
Zien op Hem gaf mij de kracht en de moed die ik nodig had om door te kunnen gaan.
Natuurlijk waren daar dagen bij dat ik het niet meer zag zitten, dat de situatie mij in zijn greep kreeg, maar nooit meer zodanig dat het mij helemaal onderuit haalde.
Door zo intensief met Gods woord bezig te zijn, werd Zijn woord de kracht die mij staande hield.
Zijn woord ging voor mij leven als nooit te voren en werd mijn kostbaarste bezit.
Als de woorden uit Psalm 19:10,11 werd Gods woord voor mij.
‘Het woord van de Heer is zuiver, altijd blijft het gelden.
De uitspraken van de Heer zijn betrouwbaar, hun juistheid valt niet te betwisten.
Ze zijn begerenswaardiger dan goud, dan het allerzuiverste goud; ze zijn zoeter dan honing, dan honing, zo uit de raat.’
Mijn Blog, mijn site zoals ik het ook noem, hielp mij om mijn ogen gericht te houden op de HEERE.
Tot Hem nam ik mijn toevlucht.
En …
Hij heeft mijn ziel niet berooid achtergelaten!

‘Gevoed in U heeft elke dag zin’ is het zinnetje dat in mijn gedachten komt bij ‘Hij heeft mijn ziel niet berooid achtergelaten’.
(Een zinnetje van een klein gedichtje op een oude boekenlegger)

Gevoed in U heeft elke dag zin.
Hij heeft mij niet berooid achtergelaten.

Tot Hem nam ik mijn toevlucht en tot Hem neem ik mijn toevlucht.
Mijn ogen hield ik op Hem gericht en mijn ogen houd ik op Hem gericht.
En dit is de zekerheid waarmee ik iedere dag verder mag: Hij laat mijn ziel niet berooid achter, maar zorgt voor mij.

O God, hoe groot en indrukwekkend zijt Gij!
Dat U, in Uw grootheid en majesteit, omziet naar mij!
Nooit zult U mijn ziel berooid achterlaten,
noch mij aan mijn lot overlaten.

zaterdag 23 februari 2013

Hij zal je hart versterken

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER  is ...    (51)

Zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, gij allen die op de HERE hoopt!

Psalm 31:25

Soms is er een woord in mijn Stille Tijd en soms is het toch wel even zoeken naar een tekst of gedeelte dat de klik geeft om over te schrijven.
Maar ik wil dit jaar gewoon met grote regelmaat tijd apart zetten om vanuit de Bijbel te zien het groot en indrukwekkend God is.
Op de momenten dat het zoeken is, gaat stilletjes een gebed naar omhoog: ‘Heer, geef U mij een woord, een tekstgedeelte; Help mij, Heer, help mij’, laat mij zien wat U wilt dat ik zie, lees, over mag schrijven.

En zo was ik opnieuw aan het rondkijken en mijn oog viel op bovenstaande tekst.

‘Zijt sterk, en Hij zal Uw hart versterken, gij allen die op de HERE hoopt!’

Dat raakte mij.
God zal het hart versterken van een ieder die zijn/haar vertrouwen op Hem stelt!
Wees sterk, houd moed, God zal het doen!

Ach wat kan ons hart zwaar zijn van zorgen en verdriet.
Wat kunnen we het gevoel hebben dat het uit elkaar barst van verdriet.
Wat kunnen we het gevoel hebben dat het ineenkrimpt van pijn om …
Ons hart, de zetel van ons gevoel.
Als we toch alleen op die gevoelens af zouden gaan …

David, de schrijver van deze Psalm, weet daar alles van.
Lees de gehele Psalm maar eens door en zie hoe het op en neer gaat in deze Psalm.
Hij roept het uit tot God en legt Hem zijn nood voor en vervolgens spreekt hij weer over de hulp die God geeft.
In sommige verzen proef je de diepte van zijn pijn en verdriet, zijn zorgen en zijn nood; je voelt als het ware mee hoe zijn hart ineenkrimpt door alles wat er gebeurt.
Toch weerklinkt steeds opnieuw zijn vertrouwen op God en daar eindigt hij dan ook deze Psalm mee.
Wat hij weet van God, wat hij steeds opnieuw heeft mogen ervaren, meemaken, daarmee wil hij iedereen bemoedigen en aanmoedigen om toch vooral op God te blijven vertrouwen.
Want Hij zal ons beschermen, Hij zal ons helpen.

David legt zijn hele ziel bloot in de Psalmen; al zijn gevoelens, de diepste diepten van zijn ziel laat hij zien.
Zijn worstelingen, zijn vreugden, toppen van bergen en de diepste dalen, maar overal vindt hij –vroeg of laat–  God.
En daarover spreekt hij steeds weer en spoort hij iedereen aan om toch op God te blijven vertrouwen,
Want wat God belooft, dat doet Hij.
David weet dat uit ervaring.
En zo kan hij ook zeggen, dat Hij het is die ons hart, dat zo bezwaard kan zijn, zal versterken.
En zo raak ik opnieuw onder de indruk van wie God is, van wat Hij doet, wilt doen, voor wie op Hem zijn/haar vertrouwen stelt.

vrijdag 22 februari 2013

God zorgt voor Zijn kinderen

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER  is ...    (50)

Daarop staakte Saul de achtervolging van David; hij keerde terug en trok de Filistijnen tegemoet.
Daarom noemt men die plek Sela-Hammachlekot: Rots van scheiding.

1 Samuël 23:28

David staat met zijn rug tegen de muur, hij lijkt geen kant meer op te kunnen.
(voor het hele verhaal lees 1 Samuël 23:14-28)
Het lijkt er eindelijk op dat Saul hem te pakken krijgt na al die tijd dat hij jacht op David maakt.
Maar juist op het moment, dat Saul David wilt omsingelen, komt er bericht dat de Filistijnen het land binnenvallen en Saul staakt zijn achtervolging op David en keert terug om te strijden tegen de Filistijnen.
Menigeen zal zeggen; dat is toeval, heeft die David even een geluk.
Maar ik geloof niet in toeval.
Ik geloof, dat God het was die Zich over David ontfermde en er voor zorgde, dat David uit de handen van Saul bleef.
God had David lief.
God had David al apart gezet om de volgende koning te zijn.
God zorgt voor Zijn kinderen.

Dan kijk ik naar mijn eigen leven.
Ook daar zijn momenten geweest dat ik met mijn rug tegen de muur stond en geen kant meer op kon.
Er waren momenten dat ik dacht; nu ga ik ten onder aan alles wat er gebeurt, nu val ik in handen van..., nu val ik ten prooi aan..., op het uiterste moment van mijn kunnen gebeurde er iets of veranderde er iets, kwam er iemand, was er iemand en dat moment bracht scheiding tussen vallen of verder gaan.

Zoals God zorgde voor David dat hij niet in de handen van Saul viel, zo zorgt God vandaag de dag ook voor mij, voor ons allemaal.
Als ik leef, samen met Hem, met Hem als mijn Leidsman, zal ook ik niet ten prooi vallen aan wat mij overkomt.
Ja, soms kan ik heel diep zinken.
Soms kan het lijken alsof ik verdrink, of dat alles voorgoed voorbij is, maar ik wil de woorden die God hier spreekt goed tot me door laten dringen en ze verankeren in mijn hart.
Het is God, die mij hier laat zien, dat Hij zorgt voor die Hem toebehoren en zich uitstrekken naar Hem.
Het van Hem blijven verwachten.
 

Lieve Vader, laat ik dit toch nooit meer vergeten.
Breng iedere keer opnieuw in mijn gedachten wat U hier voor David hebt gedaan.
Want dit staat opgeschreven in Uw woord, zodat ik zou weten, dat, hoe onmogelijk soms situaties ook kunnen zijn, voor U niets onmogelijk is en U altijd voor uitkomst kan zorgen, zal zorgen.
Sta niet toe, HEER, dat Uw kinderen ten onder gaan.
Dank u wel, lieve Vader, voor Uw nimmer aflatende trouw en zorg.
Ik prijs Uw naam.
Ik houd van U.

- Amen -

donderdag 21 februari 2013

De HEER mijn Rots

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (49)

Wie op de HEER vertrouwt, staat als de Sion,
onwankelbaar vast als die berg;
hij staat daar voor altijd.
Bergen omringen Jeruzalem,
en de HEER omringt zijn volk
van nu tot in eeuwigheid.

Psalm 125:1,2

Al een paar keer was mijn oog op deze verzen gevallen, maar steeds leek het niet het juiste moment en bladerde mijn hand verder.
Tot vandaag.
Vanmorgen, in mijn dagboekje over Gods namen, kwam het woord weer terug en nu kwamen er gedachten in mijn hoofd die ik niet wil vergeten.
Dus maar gauw mijn schrijfblokje gepakt.

Ik loop trouwens standaard een dag achter, omdat ik dinsdags op mijn kleindochter past en zij al heel vroeg wordt gebracht; dus op woensdag lees ik dinsdag en op donderdag dus woensdag etc.
En zo kwam ik dus vandaag bij dit woord uit.

In het boekje over Gods namen ben ik aangekomen bij ‘De Heer mijn Rots’, oftewel ‘Jaweh Tzuri’.
Deze week draait alles dus om Gods bestendigheid, bescherming en trouw.
En het woord dat dit het beste weergeeft, is het woord ‘Rots’.
Dit betekent dus dat als wij bidden tot de Heer, of zien op Hem, dat we bidden of zien op Degene op wie je altijd kunt rekenen.

Rotsen geven schaduw, bescherming en veiligheid in de woestijn.
Ze werden gebruikt om altaren, tempels, huizen en stadsmuren op te bouwen.
Maar ook om belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van Israël te gedenken.

Met deze woorden moest ik automatisch denken aan de gelijkenis van de Here Jezus uit Mattheüs 7:24-27 over de wijze en de dwaze man.
De één bouwt zijn huis op het zand en de ander bouwt zijn huis op een rots.
Als de stormen en regens komen, stort zijn huis niet in, want het staat vast op de rots.
Het huis van de dwaze man echter stort in, omdat de regen het zand wegspoelt.
Wat is ons fundament?
God, Jezus, Zijn woord, of de wereld, wat we zien?
Gebouwd op de Rots Jezus is ons fundament vast.
Stormen en regen kunnen komen, maar ziende op Hem hebben we vaste grond onder onze voeten.
Als Hij de Rots is, de zekerheid van ons bestaan, ons leven, dan kan er van alles gebeuren, maar we zullen staande blijven.

Toen ik als eerste de tekst las van vanmorgen, moest ik gelijk aan Petrus denken, die toen hij Jezus herkende die over het water naar hen toe kwam, per direct naar Hem toe wilde.
Impulsief als hij is, roept hij naar Jezus: ‘Heer, mag ik komen,’ en als Jezus ‘ja’ zegt, stapt hij uit de boot en loopt over het water naar Jezus toe.
Zolang hij naar Jezus keek ging alles goed, toen hij echter op de wind en de golven ging letten, werd hij bang en hij zakte in het water weg.
‘Heer, red mij,’ klinkt het vervolgens en Jezus steekt Zijn hand uit en pakt hem vast.
Het is niet genoeg om te zeggen en te belijden dat Jezus onze Rots is, we moeten wel op Hem, op Zijn woord, blijven zien!
Anders wordt ons leven als het huis op het zand.
De grond spoelt weg en ons huis stort in.
Niet zien op Jezus betekent zien op de wind en de golven, betekent zien op de omstandigheden, in plaats van op Degene die over alles heerst.

Als kinderen van Hem, van de Allerhoogste, kunnen we vaststaan als de berg Sion.
Niet omdat wij zo sterk en goed zijn, maar omdat Hij onze Rots is; trouw, bestendig, beschermend.
En alsof dit nog niet genoeg is zegt God ook nog dat Hij Zijn volk altijd zal omringen zoals de bergen Jeruzalem omringen.
Als een Rots  zal Hij zijn om Zijn volk heen, trouw en vol bescherming, als de armen van een moeder rond haar kind.

En door ons geloof in Hem, in het verlossende werk van de Here Jezus Christus, delen wij in deze beloften, geënt als we zijn op de stam Israël.

Er is niemand zo heilig als de HEERE, want er is niemand buiten U, en er is geen rotssteen als onze God.
1 Samuël 2:2

De HEER is mijn Rots, mijn vesting, Hij is mijn Redder.
Mijn God, mijn Rots, bij U kan ik schuilen.
Mijn schild, mijn machtige bevrijder, mijn bolwerk, mijn toevlucht, U bevrijdt mij van alle geweld.
2 Samuël 22:2,3


Jezus, U bent grond waarop ik loop;
de lucht die ik inadem om te leven.
U bent het die mij vult met hoop
en mij altijd met liefde zal omgeven.
 
- Amen -


woensdag 20 februari 2013

Song of encouragement

We zijn niet iedere dag even sterk.
Soms weten we gewoon niet
hoe we de dag moeten doorkomen.

Alles is donker om ons heen.
We lijken het spoor bijster
en we strompelen voort
terwijl de tranen stromen.

Soms dwingt het leven ons op de knieën;
staan we met onze rug tegen de muur
en vragen ons af
of het ooit nog goed zal komen.

Maar toch, te midden van alles
hebben we één zekerheid.
God is altijd daar, juist wanneer
wij Hem het hardst nodig hebben,
Zijn Licht schijnt in elke strijd.

Hij houdt ons staande of Hij draagt ons
wanneer we zelf niet meer kunnen staan.
Ja, Hij  zal er altijd voor ons zijn
en op al onze wegen naast ons gaan.

 

When I'm less than I should be
When I just can't face the day
When darkness falls around me
And I just can't find my way
When my eyes don't clearly see
And I stumble through it all
You I lean upon, you keep me strong
And you rise me when I fall

(chorus)
You are there when I most need you
You are there so constantly
You come shining through, you always do
You are always there for me

When life brings me to my knees
When my back's against the wall
You are standing there right with me
Just to keep me standing tall
Though a burden I may be
You don't weary, you don't rest
You are reaching out to carry me
And I know I'm heaven-blest

(Repeat chorus twice)
There when I most need you
There so constantly
You come shining through, you always do
You are always there for me


Gods trouw

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (48)

Laat zien hoe trouw U bent,
U bevrijdt toch wie bij U bescherming zoeken.
Bewaar mij als Uw liefste bezit,
verberg mij onder Uw veilige vleugels.

Psalm 17:6,7

Als er één ding is waar de Psalmist duidelijk niet aan twijfelt, dan is het wel aan de trouw van God.
Het zinnetje ‘laat zien hoe trouw U bent’ getuigd daarvan.
Hij zegt niet, laat zien dat U trouw bent, nee, laat zien  hoe trouw U bent.
Met andere woorden, ik weet dat U een trouw God bent, maar laat zien, God, hoe trouw U bent.

De Naardense Bijbel spreekt van ‘het wonder van Uw vriendschap; toon mij het wonder van Uw vriendschap.
Ik weet, ik besef, het is een wonder, maar toon mij Uw vriendschap.

Toon mij Uw trouw, toon mij Uw vriendschap; U bevrijdt toch, verlost, redt, die bij U  hun toevlucht zoeken.
Zo bent U toch.
Dat doet U toch.
Laat toch zien hoe trouw U bent en bewaar mij als Uw kostbaarste bezit, verberg mij onder Uw veilige vleugels.
Laat toch het wonder van Uw vriendschap zien en bewaak mij als het mannetje in Uw oog.
Bewaar mij, bewaak mij, verdedig mij, verberg mij.

De Psalmist roept tot God.
Hij roept, omdat hij weet dat hij een antwoord krijgt van God.
Zijn relatie met God is zeer vertrouwelijk, want hij zegt gewoon: ‘schenk aandacht aan mijn woorden, luister naar wat ik te zeggen heb.’
Het is bijna – vergeef mij als het oneerbiedig is – alsof hij aan de mouw van Gods jas trekt om aandacht te krijgen, zo van, Heer, trek trek, hoor eens, luister nu toch eens …

De Naardense Bijbel zegt het zo: ‘leen mij Uw oor, wil horen wat ik zeg.’
‘Leen mij Uw oor,’ kan God nog dichterbij worden gevraagd?

En in deze vertrouwelijke omgang, die de Psalmist met God heeft, durft hij eerlijk te zijn en te vragen om wat er in zijn hart leeft.
Hij vraagt om Gods bescherming, en niet zomaar bescherming, nee, hij vraagt of God hem wilt beschermen alsof hij het kostbaarste bezit is wat God heeft.

Als we de rest van de Psalm ook lezen, dan zien we dat dit alles voortkomt uit het feit dat David het moeilijk heeft.
Hij wordt belaagd en hij kan geen kant meer uit en hij zoekt zijn toevlucht bij zijn HEER.
Hij verwacht van God hulp; hij vertrouwt erop dat God hem zal helpen.
God had hem al vaker geholpen en hij zou het weer doen, daar geloofde hij in.
Zijn God, onze God, is een God van trouw.

dinsdag 19 februari 2013

7e Oma-dag

Wat een geweldig begin van een nieuwe dag.
Het was rond kwart over zeven vanmorgen toen Jaylinn ineens overeind vloog naar de deur en zeer enthousiast tegen de deur en in de lucht sprong.
Mijn man en ik zaten aan tafel met ons kopje koffie en schoten een beetje in de lacht om haar capriolen.
We begrepen uit haar gedrag al wel, dat onze zoon de deur binnenkwam met Naomi.
Ik kwam maar snel overeind om de deur verder voor hem open te doen, zodat hij naar binnen kon.
Terwijl Joël met Naomi binnenkwam, sprong Jaylinn en maar tegen hem op , ze hield niet meer op.
Haar staartje kwispelde van blijdschap.
Nou, dat was nog eens een enthousiast begroeting!
'Geef mij Naomi maar gauw,' zei ik tegen mijn zoon, dan kun jij Jaylinn begroeten, 'zo te zien kan ze haast niet wachten.'
Het tafereel toverde automatisch een lach op onze gezichten.
Echter toen ik Naomi van Joël overnam negeerde Jaylinn Joël compleet en kwam achter mij aan.
Ja, ... alles draaide dus om Naomi.
Ik kreeg amper de kans om haar jasje uit te doen, zo sprong ze steeds weer omhoog om maar dicht bij Naomi te zijn.
En ja, daar stond mijn zoon dan met zijn goede gedrag.
Lege handen en ook geen hond meer die aandacht voor hem heeft.
We hebben vreselijk gelachen om dit alles.
Tegelijk ben ik er ook zo blij mee.
Ze zijn gek op elkaar, Jaylinn niet alleen op Naomi, maar Naomi ook op Jaylinn.
Ze volgt hem overal; is het niet lopende dan wel met haar ogen vanuit de box of kinderstoel.
Bijzonder om ze samen op te zien groeien.                                                           
 
 

Later op de ochtend als ze even uit de box is ruimt ze netjes Jaylinns speelgoed op.
Ik ben benieuwd of ze dat straks ook met haar eigen speelgoed zal doen.
Maar goed, zij gooit het speelgoed in de bench en Jaylinn haalt het met dezelfde vaart er weer uit, dus echt opschieten doet het niet, maar dat schijnt haar niet te deren.
 
 

Oh, opa heeft vanmorgen ook voor het eerst gehoord dat ze 'opa' kan zeggen.
Haar hele gezichtje doet mee; haar mondje tuit zich tot een duidelijk 'o' en dan volgt 'pa', en samen vormen zij duidelijk 'opa'.
Oma wil nog niet zo lukken, maar we zijn op weg met 'ummmma'.
We komen er wel.

Ook ons wandelingetje, dit maal niet zo groot vanwege de regen, toverde bij degene die voorbij kwamen ook een glimlach op het gezicht.
De regenhoes die ik over de buggy had gedaan, was een beetje stuk, dus kon niet helemaal goed vastgemaakt worden en daar maakte madame goed gebruik van.
schijnbaar zag ze niet genoeg, dus duwde ze met haar linkerhandje het plastic naar rechts terwijl ze zelf helemaal scheef in de buggy ging liggen.
Ja, zo heeft zo'n ding natuurlijk helemaal geen zin.
Maar goed, het houdt de buggy dan nog een klein beetje droog, zullen we dan maar zeggen.

Al met al een dag met allemaal knipoogjes en dus veel reden tot vreugde en dankbaarheid.
Dank U wel, Heer!

Onwrikbaar en onwankelbaar

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (47)

Bergen zullen wijken,
heuvels wankelen,
maar onwrikbaar is Mijn liefde voor jou,
onwankelbaar Mijn belofte van vrede en vriendschap.
De Heer heeft gesproken,
Hij die met jou begaan is.

Jesaja 54:10

Na twee aardig heftige weken verlang ik naar rust  en vrede, naar een stil en leeg huis, naar even alleen zijn, me even afsluiten voor alles en in de stilte komen dicht bij mijn Heer.
Misschien ervaar ik het nu juist vandaag wel extra omdat onze kleindochter er is en op zo’n dag ligt verder alles natuurlijk (bijna) stil en geniet ik gewoon van haar.
Ze slaap natuurlijk ook nog twee keer, waardoor mijn  dag nog niet helemaal door haar wordt ingevuld.
De ongecompliceerdheid van dit kleine jonge leven draagt een stukje rust met zich mee, maar haar vrolijke lieve karakter speelt ook een zeer grote rol hierin.

Hoewel gister het woord ‘Komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijn’ in mijn gedachten kwam en vooral nu best toepasselijk lijkt, is het juist het bovenstaande woord dat me nu zo bemoedigd.
Misschien komt dat wel omdat mijn ziel een beetje mat is; moe en mat.
Maar de woorden van hierboven geven me als het ware gewoon de energie die ik nodig heb om door te gaan.

Aan Zijn liefde mag en kan ik mij optrekken, want zij staat vast als een rots.
Aan Zijn belofte van vrede en vriendschap mag ik mij laven.

Laven, ja, ik weet het, het is een oud woord, maar op de één of andere manier vind ik het een prachtig woord.
Voor mij gaat dit dieper dan verfrissen of verkwikken.
Er ligt een stukje troost bij in, naast dat mijn dorst wordt gelest en mijn ziel gevoed.
Zijn vrede vult mij, Zijn vriendschap is de klap op mijn schouder en Zijn liefde de uitgestoken hand  die mij weer op de been helpt.

En zo spreekt Hij door Zijn woord heen tot mij en ik ervaar hoe Hij met mij, met mijn leven is begaan.

Misschien schudt de grond dan wel onder mijn voeten, en krimpt er soms van alles ineen in mij door wat er gebeurt, maar Zijn liefde voor mij staat als een rots, net als Zijn belofte van vrede en vriendschap.

En met deze woorden uit Jesaja verdwijnt alles wat er speelde naar de achtergrond, zelfs mijn gevoelens van vermoeidheid en matheid verdwijnen als ik deze woorden indrink.

Onwrikbaar is Mijn liefde,
onwankelbaar Mijn beloften
van vrede en vriendschap
voor jou.

Zie je bergen wijken?
Zie je heuvels wankelen?
Schudt de grond onder
je voeten?
Wordt je leven door elkaar
geschud?

Zie op Mijn woord,
Ik heb toch gesproken.
van Mijn liefde, vrede en vriendschap
voor jou!

De andere vertalingen spreken zelfs van een verbond van vrede, wat mijns inziens nog verder reikt, nog dieper gaat dan Zijn beloften.
‘En het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de Heere Uw Ontfermer.’
Welk een liefde ligt er besloten in deze woorden; welk een bewogen hart ligt er achter.

Dank U wel, lieve Vader, voor Uw grote liefde, voor Uw bewogen hart.
Voor mij.
Voor een ieder van ons.

Hoe groot zijt Gij!
Hoe groot zijt Gij

maandag 18 februari 2013

Zevenmaal per dag

Vanmorgen was ik Psalm 119 aan het lezen en hoewel er meerdere verzen in die Psalm zijn die mijn hart doen opspringen, was er eentje die mij stilzette.
Vers 164:
‘Zevenmaal per dag prijs ik U om Uw besluiten, Uw rechtvaardige besluiten.’
Daar werd ik toch even stil van.

Zevenmaal per dag prijs ik U, zegt de psalmdichter, zevenmaal per dag!
Niet eenmaal, tweemaal, zelfs niet driemaal, maar zevenmaal!
Zevenmaal per dag maakte hij tijd vrij om God te loven en te prijzen!
Zevenmaal …

Het zette mij  stil en ik vroeg mijzelf af, hoe vaak per dag loof en prijs ik God?
O ja, ik zing heel wat af en daarin loof en prijs ik Zijn heilige naam ook.
En ik bid, ik begin mijn dag met Hem en ik eindig mijn dag met Hem.
Ik bid en dank bij mijn eten.
Maar hoe vaak per dag maak ik tijd vrij om echt heel bewust even een moment stil te worden om Hem de eer te geven, om Zijn naam te loven, Zijn woorden en besluiten te prijzen?

Nee, het gaat niet om het aantal, het is niet zo dat we omdat David God zevenmaal loofde wij dit ook zevenmaal per dag zouden moeten doen.
Maar dat het wel  iets is om eens bij stil te staan, er over na te denken en misschien    
zelfs bewuster om te gaan met lofprijs en aanbidding naar God toe.
Bewust een moment stilstaan bij wie Hij is, wat Hij doet, wat Hij gedaan heeft.
Bewust stilstaan bij de richtlijnen die Hij heeft gegeven.
Bewust stilstaan bij Zijn liefde voor ons, Zijn genade, vergeving en trouw.
Bij Zijn beloften, Zijn troost en hulp, ja zelfs door en in alle beproevingen, in alle moeiten en zorgen.

God is er altijd, en zoals het vaak met dingen is die er altijd zijn of mensen op wie we altijd kunnen rekenen etc., kan het ‘gewoon’ worden en als vanzelfsprekend.
Sommige gewoontes zijn helemaal niet slecht, absoluut niet, maar God verdient het dat wij met ons volle bewustzijn Hem eren en grootmaken, hem loven en prijzen.

Ikzelf realiseerde me dat het vaak zo vanzelf gaat.
Natuurlijk zijn er hele bewuste momenten, maar ook heel vaak zonder dat ik me er van de volle honderd procent van bewust ben.
Echt even stil ga staan, omhoog kijk, mijn handen ophef vol eerbied en ontzag en tegen Hem zeg: ‘Heer, mijn God, ik loof en prijs Uw Heilige en Almachtige Naam.’
Me daarbij verwonder over Zijn liefde voor mij en het uitspreek tegen Hem hoeveel ik eigenlijk van Hem houd.
Om mij heen kijk en Hem dank voor de wonderen van Zijn hand, de schepping, de rijkdom van mijn huis, eten, drinken …
Hem dank en prijs voor Zijn beschermende hand, Zijn troost in verdriet, Zijn hulp in moeilijkheden.
In mijn gedachten komt het verhaal uit de Bijbel, waarin de Here Jezus tien mensen genas en er slechts één terugkwam – een Samaritaan nota bene – om Hem te bedanken. (Lucas 17:11-19)
En beschaamd buig ik mijn hoofd en belijd dat ik vaak ook zo ben en doe.
Pijn vervult mijn hart als ik dit tot mij door laat dringen.
Vergeef mij, Vader, vergeef mij.

Het bloed van Jezus bedekt mijn ondankbaarheid en mijn tekortkoming in besef van wat Hij eigenlijk iedere dag opnieuw voor mij doet.
Opnieuw neem ik Zijn vergeving aan en richt mijn hoofd omhoog en kijk naar buiten over de huizen heen naar boven.
En zachtjes spreek ik mijn dank uit, mijn lofprijs, en vertel Hem hoeveel ik van Hem houd.

Hoewel ik dit stukje niet schreef vanuit de gedachte hoe groot en indrukwekkend God is, brengt het mij wel daar en doet mij opnieuw beseffen hoe indrukwekkend groot Hij is.

In alles ...

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is .....  (46)

Zevenmaal per dag prijs ik U om Uw besluiten, Uw rechtvaardige besluiten.

Psalm 119:164



Heer,
ik wil nu
op dit moment
even stoppen
met alles wat ik doe
en U vertellen
hoeveel ik van U houd.

Ik heb U lief,
boven alles,
met heel mijn hart.
Ik heb U lief,
ook in de diepte
van mijn smart.

Ik heb U lief,
meer dan ik met woorden
uit kan spreken.
Ik heb U lief,
want U houdt van mij
met al mijn fouten en gebreken.

Ik heb U lief
als de zon opkomt
maar ook als zij ondergaat.
Ik heb U lief
als ik slaap, want ik weet
dat U ook dan naast mij staat.

Ik heb U lief
ook als mijn wegen
niet over rozen gaan.
Ik heb U lief
want ik weet,
ook dan zult u naast mij staan.

Ik heb U lief
ook als ik U wegen
niet begrijpen kan.
Ik heb U lief
ook in zorgen en verdriet,
in pijn, ja, ook dan.

Ik heb U lief
als alles anders gaat
dan ik had gedacht.
Ik heb U lief
want U bent mijn sterkte,
mijn rots, mijn kracht.

Heer,
ik heb U lief,
ik houd van U,
dat wil ik U even vertellen
nu, op dit moment;
U bent mij dierbaarder
dan het zuiverste goud.
 
Ik houd van U!



zondag 17 februari 2013

You are Holy

 
 
 
 
 
 
Wat kan ik zeggen?
Hoe zou ik U kunnen beschrijven?
Er is maar één woord:
 
Heilig!
 
Heilig, heilig, heilig,
bent U,
Heer God Almachtig!
 


zaterdag 16 februari 2013

Kostbaar in Zijn ogen

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (45)

Zijn twee mussen niet te koop voor een stuiver?
Toch valt er niet één op de grond buiten jullie Vader om.
En bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld.
Wees dus niet bang.
Jullie zijn meer waard dan veel mussen bij elkaar.

Mattheüs 10:29-31


Musjes, doodgewone musjes, maar ik heb er wat mee.
Eigenlijk sinds deze tekst op een bijzondere manier bij mij binnenkwam.
Dat ken je vast wel.
Je lees soms al jaar en dag een bepaalde tekst en ineens …
In eens lijkt het of je ogen opengaan en je de parel die erin verborgen zit, ziet.
Je mond valt er van open en verwondering en blijdschap stromen je hart binnen en je begrijp niet dat je dit niet eerder heb gezien of begrepen.
Zoiets had ik met deze tekst(en) en sinds die tijd bekijk ik musjes met heel andere ogen en zijn ze bijzondere en kostbare vogeltjes voor mij geworden.

In deze tekst wordt gesproken over twee musjes voor een stuiver, in Lucas 12:6 wordt zelfs gesproken over vijf mussen voor twee stuivers, maar de boodschap is duidelijk, ze zijn niet veel waard.
Hoewel er tegenwoordig wat meer aandacht is voor de mus omdat hun aantal door de verstedelijking sterk aan het afnemen is, is het na de merel toch een van de meest voorkomende vogeltjes.
Ik heb het even nagekeken, maar de mus is het meest bekende vogeltje in de wereld, maar niet omdat hij zo speciaal of bijzonder is, maar omdat er zoveel van zijn.
We kunnen dus wel stellen dat het musje nauwelijks van enige waarde is.

En dan je haren.
Ook zoiets.
Tenzij mensen aan het kaal worden zijn en dat niet leuk vinden, maakt niemand zich zorgen over een haar die op je kleren zit of iedere morgen in je kam of borstel.
Haren vallen nu eenmaal van je hoofd, dat hoort er gewoon bij, niets bijzonders.
Eigenlijk maken we ons zelfs vaak nog druk over de haren die in de wasbak zitten, of in het putje van de douche, want dat vinden we vies.
En we balen vaak stevig als wij (weer) degene zijn die dat putje moeten schoonmaken.

En dan …
Dan zijn er deze woorden.

Er valt geen musje neer op de grond zonder dat de Vader het ziet!
Alle haren zijn geteld!
Jullie zijn veel meer waard dan vele mussen bij elkaar!

God ziet het meest geringe; Hij heeft oog voor het kleinste en minste vogeltje onder de vogels!
God heeft onze haren geteld, onze haren!
Hoeveel te meer ziet Hij ons dan niet als persoon!

God, die de hele aarde, de zee en alles wat daarin is, geschapen heeft; de hemel, de zon de maan en de sterren, ziet, en zorgt voor het kleine musje, ziet, en zorgt voor de ieder  mens.
Is dat niet indrukwekkend?
Ik word er stil van.

 


vrijdag 15 februari 2013

Stille verwondering over Uw grote macht

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (44)

HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!

Psalm 8:2a
 Lydia Zimmer                   
                         
Het is inmiddels al wel weer een tijdje geleden dat we dit lied in onze gemeente voor het eerst zongen, maar ik weet nog dat het een geweldige indruk op mij maakte.
Niet eerder raakte Psalm 8 zo mijn hart.

Of het dezelfde dag was of in de week die volgde, dat weet ik niet meer, maar het hier onderstaande gedicht is ontstaan door dit lied.
Iedere keer opnieuw als ik dit lied hoor, de Psalm lees of dit gedicht, ervaar ik die stille verwondering.
Vanuit die gevoelens schreef ik het gedicht en het werd daarmee net alsof ik het als het ware voor mijn ogen zag gebeuren.

Als ik dan zo aan het nadenken ben over de grootheid van God, hoe indrukwekkend Hij is, kan en mag dit gedeelte niet ontbreken.

In stille verwondering
aanschouw ik
de luister van de hemel
en probeer mij voor te stellen,
dat de stem van kinderen,
ja, van de allerkleinsten,
genoeg is om Uw vijanden
het zwijgen op te leggen.

In stille verwondering
aanschouw ik
Het Werk van Uw handen,
alles wat U hebt gemaakt.
De zon, de maan, de sterren,
alles wat door Uw hand is geschapen,
aan de hemel is vastgezet;
Heere, wat zou ik nog kunnen zeggen?

In stille verwondering
aanschouw ik dit alles
en vraag mij af:
'Wie ben ik toch als mens,
 dat U zo aan mij denkt;
 dat U zo omziet naar mij;
 mij zo'n grote plaats in Uw schepping geeft
 en mij bekleed hebt met zoveel pracht?'

In stille verwondering
aanschouw ik alles
wat U hebt gemaakt.
Over alles wat leeft,
heeft U mij verantwoording gegeven;
in het water, de lucht en op het land.
In stille verwondering, Heere,
ben ik getuige van Uw grote macht.

donderdag 14 februari 2013

Ik vergeet je nooit!

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (43)

Sion zegt echter: De HEERE heeft mij verlaten,
de Heere heeft mij vergeten.
Kan een vrouw haar zuigeling vergeten,
zich niet ontfermen over het kind van haar schoot?
Zelfs al zouden die het vergeten,
Ik zal u niet vergeten.

Jesaja 49:14-16

Misschien kennen velen onder ons wel het gevoel door God verlaten te zijn; of dat het lijkt alsof God ons vergeten is.
We voelen ons eenzaam en alleen en onze gebeden lijken niet verder te komen dan het plafond.
We vragen ons af of God ons nog wel hoort, ziet, of naar ons luistert.
We voelen ons door Hem verlaten, door Hem vergeten en zelfs de woorden uit Psalm 13 ‘Hoelang nog, Here?’ lijken te verdwijnen in de stilte tussen God en ons.
Onze weg, die op zo’n moment al zo moeilijk is, wordt door dit alles nog moeilijker en zwaarder en als we niet oppassen sluipen langzaamaan gevoelens van teleurstelling ons leven binnen.
‘Zie je wel, juist als je Hem zo nodig heb, is Hij er niet …’
Maar, …  ligt dit aan God of aan ons?
Onze gevoelens zijn bedrieglijk, Gods woord is waarheid.
Onze gevoelens zeggen misschien: ‘God heeft ons verlaten, maar Gods woord zegt: ‘Ik zal je niet verlaten.’
In dit tekstwoord stelt God het zelfs nog scherper.
Hij vraagt ons: ‘Kan een vrouw haar zuigeling vergeten, zou zij zich niet ontfermen over het kind van haar schoot?’
Zelfs al zou zij het vergeten, Ik vergeet je niet!’

Het is haast niet voor te stellen dat een moeder haar kind zou vergeten, maar voor het geval het toch zou gebeuren – God calculeert dit in voor het geval dat – dan nog, zegt God, dan nog, zal Ik jou niet vergeten!
Hij zei het tegen het volk Israël, maar Hij zegt het ook tegen ons.
‘Ik vergeet jou nooit!’

Voor ons mensen is dit misschien best moeilijk te bevatten; we vergeten immers zoveel.
Maar God vergeet ons nooit!

Alleen Iemand zo groot en liefdevol als Hij kan dit zeggen en waarmaken.
Wat een geweldige bemoediging van onze grote en almachtige God.
 
 


woensdag 13 februari 2013

6e Oma-dag

Gisteravond te moe om te schrijven en vandaag niet veel tijd.

Onze lieve Naomi was 's morgens al vroeg wakker, dus ze lag er ook in de loop van de morgen ook weer vroeg in.
Aansluitend hebben we samen een flinke tippel gemaakt richting dierenarts voor onze Shaila.
Ons poezebeest heeft al ruim twee weken last van een blaasontsteking en is aan haar twee kuur bezig.
Helaas zat er gistermorgen bloed in de urine, niet goed dus.
En aangezien ik nog geen autostoeltje heb, en er nu toch ook aangepaste voeding en nog extra medicijnen moesten komen, waren we dus genoodzaakt om te gaan lopen.

Zo goed mogelijk ingepakt gingen we op weg met Jaylinn onwennig naast de buggy.
Wandelen vindt ze heerlijk, maar naast de kinderwagen of buggy, dat is toch wel even een ander verhaal.
Door een flinke aanvaring met een loslopende herdershond, durfde ik de kortere route niet te nemen, dus een extra ommetje.
De heenweg was heerlijk, weinig wind, klein zonnetje aan de hemel.
De terugweg was echter koud en guur.
De wind was opgestoken en sneed behoorlijk.
Naomi vond het dan ook niet echt leuk meer, en eerlijk gezegd, oma ook niet meer zo.
Al met al zijn we zeker ruim anderhalf uur weggeweest.
(vandaar dat oma 's avonds behoorlijk moe was, want het was heel lang geleden dat ze zoveel had gelopen; maar oma was heel blij en dankbaar dat ze het weer kon)

Honger had onze kleine meid er wel van gekregen en de twee boterhammetjes gingen er in als zoete koek.
Op een gegeven moment was het ineens: 'Whauw ...'
Waar tegen weet ik niet maar het kwam er zo prachtig uit, dat ik vreselijk moest lachen.
Van weeromstuit lachte zij heerlijk mee.
En zo lachten we heerlijk samen, oma en kleindochter en genoten van dit mooie, kostbare moment.

Inmiddels waren haar wangetjes vuurrood gekleurd, door de wind en de slaap, en na een lekker flesje melk was de weg naar bed snel gevonden.
Binnen no time was ons meiske in dromenland.

Na nog even lekker gespeeld te hebben met haar tante, was het weer tijd voor een hapje eten.
Natuurlijk wilde tante Rachelle dit doen.
En terwijl oma zo bezig was met eten koken, klonk er ineens een harde gil.
Gauw ging om kijken en ja hoor, je had het bordje met eten uit de handen van je tante geslagen.
Oma moest wel lachen hoor, want jouw tante heeft dat verschillende keren vroeger bij oma gedaan, dus oma kon het niet nalaten om te zeggen dat ze nu een koekje van eigen deeg kreeg.
Gauw alles weer opgeruimd en de rest van het potje leeggemaakt op je bordje.
Maar goed dat oma niet altijd alles in een keer op het bordje doet.

Voordat papa en mama je kwamen halen, kwam opa ook al thuis en kon jou ook nog mooi even zien en knuffelen.
En zo kwam er alweer een einde aan een opnieuw heerlijke oma-dag.
(Alleen vergeten een foto te maken; dom hè. Volgende keer beter)

Zonder woorden

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (42)

De hemel getuigt van Gods grootheid,
het gewelf verkondigt wat Hij heeft gemaakt.
De ene dag geeft het door aan de andere,
de ene nacht maakt het aan de volgende bekend.
Het is een taal zonder woorden,
geluiden hoort men niet.
Toch gaat hun stem over heel de aarde,
dringt hun taal tot de uithoeken door.

Psalm 19:2-5

 

Ik kijk naar buiten.
Een flets blauwe lucht
met grauwe wolken
is vandaag mijn uitzicht.

Langzaam vindt de zon een gaatje
om door heen te kruipen.
Haar warmte is reeds voelbaar
en het uitspansel wordt vrolijk verlicht.

De bomen staan schijnbaar stil
en bewegingloos.
Hier en daar ligt nog wat sneeuw,
ongerept en smetteloos.

Ik overdenk Zijn woorden,
terwijl mijn ogen deze dingen zien.
Ik word stil van het besef
welke groot en machtig God ik dien.

Zijn woorden beroeren mij
tot in het diepst van mijn wezen.
In heel de schepping wordt zo duidelijk
op Hem gewezen.

De hemel laat zien hoe groot Hij is,
het gewelf vertelt wie haar heeft voortgebracht.
Dag en nacht volgen elkaar steeds weer op,
de één vertelt aan de ander wie alles heeft bedacht.

Geen enkel woord wordt gesproken,
geen geluid hoort men daarbij.
En toch gaat hun stem over de ganse aarde,
geen enkele plek gaat het voorbij.

Woordeloos, geluidloos,
en toch gehoord.
Tot in alle uithoeken van de aarde
verkondigen zij Zijn woord.

Mijn hart vult zich met eerbied en heilig ontzag,
met diepe en stille verwondering,
terwijl ergens buiten in een boom
een vogel van Zijn grootheid zingt.
 
Laat wat ik voel,
diep binnen in mij,
mijn grootste lofzang
aan U zijn.

dinsdag 12 februari 2013

Ondoorgrondelijk

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (41)

De HEERE is groot en zeer te prijzen,
Zijn grootheid is niet te doorgronden.

Psalm 145:3

‘Zijn grootheid is niet te doorgronden,’ zegt David.
En ik kan niet anders dan dit beamen: Ja, Gods grootheid is niet te doorgronden.
Als ik denk aan bepaalde hoofdstukken uit Job (38-41)  en aan Jobs reactie hierop, dan is het overduidelijk, dat Gods grootheid door niemand is te doorgronden.

‘Job antwoordde:

‘Ik weet dat u alles kunt,
voor u is niets onmogelijk.
U vroeg:
Wie durft er zonder kennis van zaken te spreken?
Ik geef het toe,
ik sprak over zaken waar ik geen verstand van heb,
wonderbaarlijke dingen die ik niet kan begrijpen.’

Job 42:1-3

Job ontdekte de immense grootheid van God, doordat God hem meenam in Zijn vragen naar de omvang en de onpeilbare diepte van Zijn schepping.
Job leert hierdoor God beter kennen.
Een uitspraak van Job die mij heel diep raakt, is: ‘Alleen door het luisteren met het oor had ik van U gehoord, maar nu heeft mijn oog U gezien.’
Ik proef, ik voel …

Ook in Jesaja 40 de verzen 12-17 wordt de grootheid en heerlijkheid van God beschreven.
‘Wie heeft de wateren met de holle hand omvat,
de hemel tussen duim en wijsvinger gemeten?
Wie woog de grond in een maatbeker,
de bergen met een balans,
de heuvels op een weegschaal?
Van wie ontving de HEER richtlijnen,
van wie raad of les?
Met wie pleegde Hij overleg,
bij wie is Hij in de leer gegaan
voor een eerlijk beleid,
voor een wijs bestuur?
De volken zijn een druppel aan de emmer,
een pluisje op de weegschaal.
De eilanden zijn licht als stof.
Al het hout op de Libanon,
al het wild dat er leeft,
is niet voldoende
voor een offer aan de HEER.
Nietig zijn de volken in Gods ogen,
hij beschouwt ze als onbeduidend,
als minder dan niets.’

Het zijn woorden die zijn opgeschreven om Zijn volk, dat in Babylon gevangen zat, aan te moedigen om hoop te blijven houden en op Hem te blijven vertrouwen, hun verlossing van Hem te blijven verwachten.

Voor mijzelf zijn ze echter ook een grote bemoediging, want het laat iets zien van Zijn grootheid, van wie Hij is, wat Hij kan.
En het is deze God, die ik, door de Here Jezus, mijn Vader mag noemen.
Als je dan hier (en ook in Job) lees over Zijn grootheid en heerlijkheid, dan weet ik dat ik een Vader heb die alles kan, alles in Zijn hand heeft, omdat alles door Zijn hand is ontstaan.
Deze woorden vullen mij met eerbied en heilig ontzag.

Hoewel ik niet bezig ben om Gods grootheid te onderzoeken in die zin van, ‘hoe zit dit nu’, maar wel naar alles wat Zijn woord zegt over Zijn grootheid, is er een zin in de Matthew Henry Verklaring die ik (opnieuw) zo prachtig vind, die mijn hart raakt en terstond een beeld oproep waarin het voor me ziet.

‘Wanneer wij door ons onderzoeken de bodem niet kunnen vinden, dan moeten wij op de rand gaan zitten en de diepte bewonderen.’


Gods grootheid kunnen we eenvoudigweg niet begrijpen, nooit zullen wij die bodem vinden.
Dus laten we inderdaad maar op de rand gaan zitten en de diepte bewonderen.
 

zondag 10 februari 2013

Iedereen moet Hem eren

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (40)

Ja, Hem, de Heer, moeten zij eren,
Hij is groter dan al wat bestaat, Hij alleen,
Zijn luister gaat hemel en aarde te boven.

Psalm 148:13

We hebben een groot en almachtig God, maar in heel ons denken, in woorden geven aan deze grootheid, aan Zijn luister, schieten we schromelijk te kort.
Ik denk dat de Psalmist de juiste woorden gebruikt als hij zegt dat God, en God alleen,  groter is dan al wat bestaat.
Dat Zijn luister alles te boven gaat, hemel en aarde.

Andere vertalingen zeggen:
Zijn macht en heerlijkheid strekken zich uit over hemel en aarde.
Zijn Naam alleen is hoogverheven, Zijn majesteit welft zich over aarde en hemel.
Zijn naam alleen is verheven, Zijn pracht straalt over aarde en hemel.

De Psalmist roept heel de schepping op om God te eren.
Zelfs tot in de hemel roept hij de engelen, de hemelse legermachten, ja, allen op, om Hem te eren.
De zon, maan en sterren, de hemel der hemelen, het water daar boven.
Alles, ja alles moet Hem eren, want door Zijn hand is alles ontstaan en Zijn hand houdt alles in stand.
Ook de aarde moet Hem eren.
Zeemonsters en diepe oceanen, vuur, hagel, sneeuw en nevel, stormen die doen wat Hij zegt.
Bergen en heuvels, wilde dieren, vee, alles wat kruipt en wat vliegt.
Koningen en volken, vorsten en rechter, mannen en vrouwen, jong en oud.
Ja, alles en iedereen moet Hem eren.

In het bijzonder Israël, want zij hadden een bijzondere plek bij God, zij waren Zijn volk, Hij was hen in alles nabij.
En door de Here Jezus is dit ook voor ons mogelijk geworden.

Als ik al deze dingen lees en nog verder door mijn Bijbel blader en nog meer lees over wie Hij is, over wat Hij doet, gedaan heeft en nog zal gaan doen, dan word ik steeds kleiner.
En als ik lees over de wonderen, groot en klein, dan word ik steeds stiller.
En als ik Zijn liefde en bewogenheid zie, lees en proef, en dan ook nog terugdenk aan de genade die ik van Hem heb ontvangen, dan kan ik niets anders doen dan dit woord beamen en knielen en Hem aanbidden.

Heer, Uw Naam is verheven boven heel de aarde,
over alles wat leeft bent U Koning en HEER.

Alles is door Uw hand ontstaan,
en alles blijft ook door U in stand.
U bent groter dan al wat bestaat,
het is Uw hand die alles omspant.

Uw grootheid, Uw majesteit, gaat alles te boven,
U en U alleen geef ik al mijn lof, dank en eer.

zaterdag 9 februari 2013

God de Almachtige

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (39)

'Want Hij die in mij leeft,
is machtiger dan hij die de wereld bezield.'

1 Johannes 4:4b        

Wat kan ik me soms angst aan laten jagen door wat er op me af komt.
Wat kunnen sommige dingen me van slag maken.
Wat kunnen gebeurtenissen mij in de war doen raken.
Wat kunnen woorden mij kwetsen en mij het gevoel geven van geen betekenis te zijn.
Wat kan de wereld mij het idee geven dat ik niet mooi genoeg ben of niet goed genoeg.

Wat kunnen sommige dingen, woorden, mededelingen, gebeurtenissen of wat dan ook me bedreigen of aan de rand van de afgrond brengen.
Wat kunnen de stormen van het leven mij heen en weer slingeren en soms zelfs tegen de grond smakken.
Wat kunnen …

Maar U zegt in Uw woord tegen mij: 'Want Ik, die in jou leef, ben machtiger dan hij die de wereld aanvuurt.'
Leef vanuit Mijn kracht en macht!
Ik heb overwonnen en in Mij ben jij meer dan overwinnaar!


God is de Almachtige.
Zijn Geest is in mij.
Door Jezus opstanding uit de dood, mag ik leven vanuit Zijn opstandingskracht.

Satan is overwonnen, en hoe briesend en brullend hij ook nog rondgaat, Hij, die in mij leeft, is sterker, groter, machtiger dan hij.

Heer Jezus,
met uw opstanding uit de dood
werd zichtbaar,
de overweldigende grootheid
van Gods macht.
Zonde en dood waren overwonnen,
Uw Licht scheen
en toonde ons
Gods allesovertreffende kracht.
 
 
Heer,
ik weet,
ook in mij
is Uw opstandingskracht;
elke dag mag ik leven
vanuit deze kracht
die in mij werkt
en getuigt van Gods macht.

Maar ik weet ook, Heer,
dat ik meestal
handel en wandel
vanuit eigen kracht.
En dat, als ik bijna
niet meer verder kan besef:
o ja, er is een God
die op mij wacht.
Dan bid ik om Uw hulp,
Uw sterkte en Uw kracht,
en vraag ik U om vergeving
omdat ik weer niet eerder
aan U heb gedacht.

O Heer,
ik verlang zo
naar een ander leven.
Een leven vanuit Die Kracht
die U mij heeft gegeven.
Een leven met meer van U
en minder van mij,
een leven waarbij U
tot op de hoogste plaats
bent verheven.

Ik weet, Heer,
om vanuit deze kracht
te kunnen leven,
moet mijn leven
meer en meer
met U zijn verweven.
Leer mij, Heer, om U
in alles te volgen.
Mijzelf geheel,
met heel mijn hart en ziel,
met al mijn kracht,
aan U te geven.

Ik leg mijn leven zo voor U neer;
dat niet meer ik,
maar U leeft in mij.
Door Uw Kracht
ben ik meer dan overwinnaar,
het nieuwe is gekomen,
het oude is voorbij.
 
- Amen -

* Schilderij: Caroline van de Vate

vrijdag 8 februari 2013

Het verhaal van de Palmboom

Onze vorige voorganger gaf eens in een preek een prachtig voorbeeld van een palmboomkweker en de palmboom.
Het voorbeeld sprak mij heel erg aan.
Of het nu een verhaaltje is, of berust op een legende of waarheid, ik weet het niet, maar een waardevolle les zit er zeker in.
Van het voorbeeld dat onze voorganger gaf, heb ik een verhaal gemaakt.



De palmboom was groot en sterk.
Fier stond hij op zijn plaats; zijn bladerenkruin wapperend in de wind.
Glimlachend keek hij om zich heen.
Hij voelde zich goed.
Hij was wie hij wezen moest; zoals hij voorbestemd was te zijn.
Een grote, sterke boom, die niet zou breken of ontwortelen bij een flinke storm, zelfs niet bij orkaankracht 13.
Hij zuchtte eens diep en keek tevreden om zich heen.

Toen gingen zijn gedachten terug naar de afgelopen jaren.
Nee, het was niet allemaal vanzelf gegaan.
Groot, sterk en veerkrachtig worden kost wel wat, dat gaat niet vanzelf.
Het was heel zwaar geweest.

Als kleine pit had de kweker hem op een bepaalde diepte in de grond gestopt en zo was zijn leven begonnen.
Vanuit de diepte en donkerheid van de grond had hij zijn weg naar boven de grond, naar het licht, gevonden en van pit was hij uitgegroeid tot een mooi, klein plantje met een klein, minuscuul kelkje.
Hij voelde zich er heerlijk bij.
Zo klein als hij toen was, zo heerlijk voelde de wind aan in zijn kleine kruintje.
Ja, dit ging goed; hij groeide als kool, zoals de mensen dat zo mooi kunnen zeggen.

Maar op een dag kwam de kweker en legde iets heel zwaars op zijn kleine kruintje.
Het bleek een steentje te zijn, maar o, wat voelde dat zwaar.
Hij was bang dat hij zou bezwijken onder het gewicht van dat steentje.
Maar hij zou zich niet laten kennen.
Hij zou terug vechten.
Hij zette zich schrap en zijn worteltjes groeven zich dieper de grond in.
Hm, zie je, dat hielp.
Hoe meer zijn worteltjes zich verankerden in de grond, hoe beter hij het gewicht van het steentje kon dragen.
Het groeien ging wel niet meer zo snel, maar hij brak ook niet.

Toen werd op een dag het kleine steentje weggehaald, maar hij werd wel vervangen door een zwaarder steentje.
En zo herhaalde dit proces zich steeds.
Steeds als hij dacht, nu gaat het goed, nu ben ik er, kwam de kweker weer met een zwaardere steen.
Ondertussen groeide en groeide zijn wortels tot zeer diep in de grond.
Ja, zijn groei boven de grond werd daardoor afgeremd, maar beneden in de grond verankerden zijn wortels zich stevig.
Toen hij nog klein was, begreep hij het allemaal nog niet zo goed waarom dit moest.
Het was zwaar, het deed zeer en soms dacht hij dat hij zou bezwijken onder de last, maar toch gebeurde dat niet.
De kweker scheen precies te weten wat hij aankon.

En nu?
Nu wist hij wel beter en hij was zijn kweker dankbaar voor zijn handelen.
Het was goed geweest zoals alles was gegaan.
Zijn wortels zaten nu zo diep in de grond, dat als er stormen kwamen; ja, zelfs orkanen, dan nog zou hij niet breken of ontwortelen.
Doordat zijn wortels zo diep in de grond zaten, kon hij meebuigen in de winden van de storm.
Zijn kruin kon de grond raken, maar zelfs dan zou hij nog niet breken of ontwortelen.
Ja, de kweker had het goed gedaan.
Als hij zo hard had kunnen groeien als hij had gewild, dan was hij vroeg of laat gebroken of ontworteld.
Maar nu staat hij fier en statig.
Buigzaam en veerkrachtig.
Geworteld in vaste grond.
Ja, het was goed.
Het is goed.

Glimlachend kijkt de palmboom naar beneden,  naar de mensenstroom onder hem.
Zouden zij het ook beseffen, dat de Schepper van hemel en aarde daarom stormen, ja, soms zelfs orkanen toelaat in hun leven, zodat zij hun wortels dieper kunnen verankeren in Hem, zodat ook zij staande zullen blijven?

De palmboom wuift met zijn bladeren naar zijn Schepper, zachtjes ruisen zijn bladeren in de wind, alsof hij een klein gesprekje heeft met zijn Schepper.
Misschien zegt hij wel tegen Hem; gebruik mij maar als voorbeeld.
Laat ze maar zien hoe groot en sterk je kunt worden als je je wortels dieper en dieper verankert op de juiste plaats.

En zo staat de palmboom op zijn bestemde plaats en is hij geworden die hij voorbestemd was te zijn.
Hoor, zijn bladeren ruisen zachtjes; hij verteld heel zachtjes zijn verhaal aan jou.