maandag 15 juli 2024

Dwars door het vuur ...

(Oorspronkelijke titel Hoofdstuk: Bij de vurige ovens)

Gedichten (en enkele gedachten, samenvattende woorden en/of citaten) bij het boekje >> 'Liefde tot het einde' van Susannah Spurgeon.

Hoofdstuk 17








Numeri 31:23

‘Alle ding dat het vuur lijdt, zult gij door het vuur laten doorgaan, dat het rein worde.’
SV

‘… elk ding dat vuurvast is, moet u door het vuur laten gaan, zodat het rein wordt, …’
HSV

‘Als wij Gods goud zijn,
moeten we doorlopend onderworpen worden
aan de loutering door het vuur.
Als Hij stelt dat wij zilver zijn,
dan moeten we telkens weer gereinigd worden,
opdat onze verontreiniging uitgezuiverd zal worden
en opdat alles wat echt en kostbaar is
in een nieuwe schittering zal stralen tot Zijn eer.’

Susannah Spurgeon

‘Geliefden, laat de hitte van de verdrukking onder u, die tot uw beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwam.’
1 Petrus 4:12

‘opdat de beproeving van uw geloof – die van groter waarde is dan die van goud, dat vergaat en door het vuur beproefd wordt – mag blijken te zijn tot lof en eer en heerlijkheid, bij de openbaring van Jezus Christus.’
1 Petrus 1:7


Dwars door het vuur

Door mijn hoofd gaan de woorden,
dat Hij mij dwars door het vuur
rein maakt, en puur.
Dat ik mij uitstrek naar Jezus, naar
meer van Zijn Geest en heiligheid,
maar ben ik daar werkelijk toe bereid?

In mijn ziel is dat diepe verlangen
naar rein willen zijn en puur,
maar wil ik wel écht door dat vuur?
Alles in mij verlangt naar meer van Hem,
naar meer van Zijn Geest en heiligheid,
maar door het vuur is géén kleinigheid.

Het vuur dat mijn leven zuivert, doet pijn,
en in dit proces huil ik vaak menige traan.
Soms heb ik zelfs het gevoel dat ik bezwijk,
dat ik er volledig aan onderdoor zal gaan.

Opnieuw klinken er woorden in mijn hoofd:
‘Wees niet bang, Ik ben bij je
ook nu je door het vuur moet gaan.
Wees niet bang, want Ik ben je God en Heiland.
Het vuur zal je niet verbranden,
maar je straks rein voor Mij doen staan.’

Vrede daalt neer, en maakt mijn hart bereid.
‘Hier ben ik, Heer, ga gerust Uw gang.
Laat alles verdwijnen wat niet is tot Uw eer;
meer van U, minder van mij is al wat ik verlang.’

Het is inmiddels bijna 5 jaar geleden dat ik het gedichtje schreef bij dit hoofdstukje.
En hoewel ik er een aantal weken geleden al mee begonnen was om er een blogje van te maken, waren er opnieuw allerlei dingen die er tussen kwamen.
Maar vanmorgen kwam ik het opnieuw tegen en het lezen van het gedichtje zette mij weer even goed stil, om mij daarna in beweging te brengen. 
Nee, het gaat hier nog steeds niet echt lekker; er gebeurt nog van alles, en doordat ik zelf ook nog eens in de lappenmand zit, vind ik het op dit moment allemaal best moeilijk en zwaar.
En dan lees ik dit gedichtje, het hoofdstukje waaruit het komt, als ook wat ik geschreven heb in mijn Stille Tijdschrift.

Dwars door het vuur …
Wat zing ik deze woorden vaak makkelijk; het is ook wel een prachtige melodie om te zingen, en het is immers ook het verlangen van mijn hart.
Maar …, ik bedenk me vandaag dat ik met de moeilijkheden die er zijn en elkaar soms zo blijven opvolgen, er vaak maar weinig bij stilsta dat dit ook Gods reinigende, louterende vuur kan zijn.

‘dat het rein worde.’
Volmaakter.
Zuiverder.
Stralender.

Dwars door het vuur …
Ik lees wat ik schreef in mijn schrift:
🙏 
Heer, het vuur heb ik niet lief, ik vrees het soms (vaak), maar toch Heer, ga Uw gang, opdat alles wat niet tot Uw eer is, verdwijnen zal. 
- Amen - 

Een ‘enkel vuur’ om doorheen te gaan is vaak nog niet zo moeilijk, maar wat als de ene vuurstorm op de andere volgt?
Blijf ik dan ook staande in geloof, met vreugde, vrede, kracht, troost, hoop …?
‘De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.’

‘Het vlees mag er van tijd tot tijd voor terugschrikken om gezuiverd te worden, maar we hoeven niet bang te zijn, want het is niet gericht op onze ondergang.’
(eigen weergave van Susannah’s woorden)   

‘opdat de beproeving van uw geloof – die van groter waarde is dan die van goud, dat vergaat en door het vuur beproefd wordt – mag blijken te zijn tot lof en eer en heerlijkheid, bij de openbaring van Jezus Christus.’
1 Petrus 1:7

Dwars door het vuur …
Heel wat gedachten buitelen door mijn hoofd terwijl ik met dit blogje bezig ben; te veel om te beschrijven.
Woorden van het lied ‘Maak mij rein voor U’ blijven maar terugkomen in mijn gedachten.
‘Dwars door het vuur …
Ik strek mijn uit …
Ja, ik besluit, Jezus, …
een dienstknecht te zijn van U, mijn Meester,
steeds tot Uw wil bereid.’

Steeds tot Uw wil bereid!
Ook in het vuur van beproeving, omdat het tot Zijn eer en glorie is.

‘Als Zijn beproefde goud tevoorschijn komt, zal dit bij Zijn verschijning bevonden worden tot lof en eer en heerlijkheid.’
Susannah Spurgeon

Dwars door het vuur!
Ziende op de liefde van Hem, Die ons gaf wat Hem het dierbaarst was om ons te redden.
Horende Zijn liefdevolle woorden: ‘Vrees niet, want Ik ben met u!’
Wetende: nooit langer dan nodig is.

Gelovend vertrouwen.
‘dat het rein worde.’
Volmaakter.
Zuiverder.
Stralender.



  Opwekking 427 - Maak mij rein voor U


‘En dit niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen,
omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt,
en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop.
En de hoop beschaamt niet,
omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is
door de Heilige Geest, Die ons gegeven is.’

Romeinen 5:3-5

‘Acht het enkel vreugde, mijn broeders,
wanneer u in allerlei verzoekingen terechtkomt,
want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt.
Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken,
opdat u volmaakt bent en geheel oprecht,
en in niets tekortschiet.’

Jakobus 1:2-4

maandag 27 mei 2024

De Pottenbakker

De pottenbakker kijkt tevreden naar de klei in zijn hand.
Goede klei, gehaald uit de beste en meest vruchtbare grond, en waarmee hij een prachtige vaas kan maken.
In zijn gedachten is het werkstuk al af.
Het moet niet alleen prachtig worden, een sierlijke pot die zal stralen met de schoonheid van zijn kunde, maar het moet tegelijkertijd nuttig zijn; een vaas met als doel het leven beter te maken.
En zo zet de pottenbakker zich neer aan zijn draaischijf en begint hij te werken.

De klei protesteert.
Die klei heeft een eigen wil en een idee wat voor vaas hij wil worden en al bij de eerste bewegingen van de krachtige vingers van de pottenbakker schreeuwt de klei het uit: Nee, nee, nee.
Dat gaat niet goed.
Je maakt me veel te dik… of te dun.
Ik ben bang dat je me vormt tot een saaie pot, maar dat wil ik niet.
Ik wil een kruik worden met een tuit waaruit heerlijke wijn geschonken kan worden zodat alle mensen blij met me zullen zijn op hun feesten en naar mij verlangen.

De pottenbakker stopt even met kneden en schudt zijn wijze hoofd en zegt dan geduldig: “Weet je het zeker?
Dan mag je het zelf proberen.
Die vrijheid heb Ik je gegeven.
De klei staat er verbaasd van, krabt zich op zijn smeuïge hoofd en zegt dan: “Eh… hoe moet dat precies?”
De pottenbakker haalt Zijn schouders op.
“Als je het Mij niet wilt laten doen, moet je het verder ook zelf uitzoeken, maar ik vrees dat je er dan een grote knoeiboel van maakt.
Je hebt de kennis en de wijsheid niet, maar als je Mij Mijn gang laat gaan beloof Ik je dat Ik iets van je zal maken waardoor je gelukkig wordt.
Durf je jezelf aan Mijn handen over te geven of doe je het toch liever zelf?”

Tersluiks kijkt de klei naar de donkere hoek in de werkkamer van de pottenbakker.
Een vervelende plaats is dat, want daar liggen een aantal vreemde, afstotelijke halfbakken potten.
Potten met gaten aan de onderkant, potten die helemaal geen potten zijn maar een verwarde opeenhoping van misbruikte klei, en er ligt er zelfs een soort vaas met een handvat dat aan de binnenkant zit in plaats van aan de buitenkant.
Waardeloos.
Onbruikbaar.
Terwijl ze gemaakt waren van de beste klei kan er niets anders mee gedaan worden dan ze op de afvalhoop gooien.
Opeens lijkt het hem toch niet zo’n goed idee om alles in eigen beheer te houden.
Die troep in de afvalhoek probeerde het ook zelf; die werkstukken weigerden zich over te geven aan de handen van de eeuwige kunstenaar.

Dan buigt de klei zich.
Hij is beschaamd.
“Meester, ik kan het zelf niet.
Vergeef het me.
Ik leg me in Uw handen.”
“Dat is goed,” antwoordt de pottenbakker en er verschijnt een stralende glimlach op Zijn verweerd gezicht.
Hij legt de klei precies in het midden van de pottenbakkersschijf en begint opnieuw.
Telkens weer zorgt hij ervoor dat zijn schepping precies in het midden blijft; in het centrum.
“Dat centrum,” zo zegt Hij tegen de klei terwijl Hij werkt, “… dat is Mijn Zoon, Jezus.
Als jij en Ik ervoor zorgen dat je precies in het centrum blijft staat er geen maat op tot waar Ik iets van je kan maken.”

En zo werkt de pottenbakker.
O, wat heeft Hij er een plezier in als Hij ziet hoe de vaas zich voor Zijn ogen begint te vormen en Hij zingt een vrolijk lied terwijl Hij aan het werk is.
Telkens weer voelt Hij met Zijn vakkundige handen of er nog kleine oneffenheden zijn, scheurtjes of kleine luchtbelletjes.
Die moeten grondig worden weggewerkt voordat zijn werkstuk in de oven verdwijnt.
Soms wordt de klei wat droog en dan sprenkelt Hij er wat nieuw water op.
Heel zuiver water uit een bak die naast Hem op de werkbank staat.
“Dat is het water van Mijn Woord,” legt Hij uit aan de klei die zich verlustigt in de handen van de kunstenaar.
En zo wordt het werk steeds mooier en kunstiger, precies volgens het plan van de pottenbakker.

En uiteindelijk is het werkstuk klaar.
Het duurde lang.
Een leven lang, maar het resultaat is om U tegen te zeggen.
Deze klei werd een prachtige vaas die straalt met de schoonheid van God.
Eigenlijk veel te mooi en te goed voor deze aarde.
"Dat was mijn plan,” zei de pottenbakker.
“Ik maakte je met het oog op de eeuwigheid.
Hier op aarde mag je nog even stralen, maar uiteindelijk gaat het om de eeuwigheid, waar Ik je ga gebruiken voor iets waar jij nu nog geen weet van hebt.”

Door: Koos Stenger
👉 Haardstee (voorheen ActiefOnline)
Met Toestemming

donderdag 9 mei 2024

Feit, Geloof en Ervaring ...

Een citaat om over na te denken en te onthouden voor ons dagelijks leven.

‘U kent waarschijnlijk het beeld van Feit, Geloof en ervaring, die eens samen op een muur liepen.
Feit liep stevig door, zonder rechts of links te gaan en zonder om te kijken.
Geloof volgde hem en alles ging goed, zolang hij Feit in het oog hield.
Maar zodra hij zich zorgen begon te maken over Ervaring en omkeek waar om te zien waar hij bleef, verloor hij zijn evenwicht en viel van de muur af.
En die arme Ervaring tuimelde ook naar beneden.’


Uit: Het Normale Christelijke Leven
Van: Watchman Nee




zondag 28 april 2024

Ontferm U!

Daar ik eigenlijk nog te moe was om te schrijven, ben ik maar weer even verder gegaan met het opruimen en ordenen van alles dat op mijn laptop staat; op de één of andere manier zit daar iets rustgevends in.
En zo gebeurt het, dat ik een opnieuw een opgeslagen ‘kladblokblaadje’ tegen kom met een gedichtje dat mijn binnenste ook dit keer weer in beroering brengt.
Ik zeg opnieuw, omdat ik dit ‘kladblokblaadje’ al vaker ben tegengekomen, maar gewoon niet meer weet of het nu van mijzelf was, of overgenomen, en ik kon het op de één of andere manier ook maar niet vinden.
Het voelt als van mij, en tegelijk ook weer niet, en dus ga ik dit keer eens goed op zoek in mijn documenten en Blogs of ik er ook maar ergens iets van kan terugvinden.
Het is niet eens veel later als ik het stukje vind waaruit dit gedicht komt.
Het blijkt te komen van mijn Blog 'In rust met U', waar ik n.a.v de kalender ‘Jouw dagmoment’ van Beth Moore, iedere week een stukje, gebed en gedicht schreef.
Het betreffende gedicht is van Week 24 - 2013 en gaat over depressie.
En ondanks dat ik niet van plan was te schrijven, brengt dit gedicht mij toch in beweging, daar uit mijn zoekwerk ook blijkt, dat ik het nooit op mijn gedichtensite geplaatst heb.
Daarbij is depressie iets dat de laatste jaren, in het bijzonder sinds de coronatijd, enorm is toegenomen.
En daar wij er in ons gezin vroeger ook mee te maken hebben gehad, raakt het mij nog steeds, want het is ingrijpend; het gaat diep, en doet heel veel met een mens, zowel met de persoon die het heeft, als degenen die ernaast staan; kortom, het beïnvloed het hele gezin.

Maar er is nog een andere reden dat ik iets meer uitweid met oog op dit gedicht, en dat komt door hetgeen ik vanmorgen hoorde met het kijken van een aflevering van een serie die ik keek.
Het is een aflevering waar het naast andere dingen over PTSS gaat.
Ik weet, het is maar een serie, maar er werd op een gegeven moment iets gezegd hierover, dat mij diep raakte, en ik zette de serie op pauze om snel pen en papier te pakken en het op te schrijven, want helaas hebben we ook hiermee in ons gezin te maken.
Van het gedicht, had ik toen nog geen weet.

Als ik dan het gedicht wat later tegenkom met het opruimen van mijn laptop, en vanuit mijn ooghoek het papiertje op mijn bureau zie liggen met het overgenomen citaat erop, kan ik niet anders dan in de pen klimmen om vast te leggen en door te geven wat ik heb gehoord en geschreven.
Biddend, dat het naast meer begrip, ook -al is het maar ietsje, Licht mag brengen in de duisternis van iemands leven.

Laat ik je eerst meenemen naar het citaat uit de serie.

‘Weet je wat het wreedste symptoom van PTSS is?
Het is een dief!
Het ontneemt ons het vermogen om het licht te zien.’

Van depressie weet ik dit; heb het zo van dichtbij gezien, en ergens zag ik het ook bij PTSS, maar met het vanmorgen zo ineens ziende te horen, dát kwam heel erg binnen.
Een dief!
Het ontneemt het vermogen om het licht te zien!
Licht, dat zo nodig is om te leven, om te kunnen functioneren, om ...
Hoe verschillend depressie en PTSS ook zijn, dit hebben ze wel gemeen.
En dat is ook hetgeen in het gedicht zo naar voren komt; de wereld waar licht (praktisch) ontbreekt, maar met de blik op wie God is, en de bede dat Hij erin komt bij eenieder die er mee te dealen heeft.

Al met al maakt me allemaal een beetje stil.
Aan de ene kant zou ik van alles willen schrijven, om op te beuren, om te troosten, om wat Licht te brengen, maar ik heb geen woorden om nog te schrijven; ik heb nauwelijks woorden om te bidden, zo ingrijpend zijn deze dingen.
Maar ik ervaar dat het ook niet hoeft; de woorden van het gedicht, hoewel al meer dan tien jaar oud, zeggen genoeg.


Ontferm U!

In de duistere, donkere wereld van depressie,
waar vaak geen enkel lichtstraaltje binnenkomt.
Waar kleuren langzaam vervagen
en in elkaar overlopen tot één mistige, grauwe nevel,
die hoop en moed het zicht ontneemt
en een lege leegte achterlaat,
waarin gevoelens van vreugde
verloren gaan.
Waar zinloosheid de regie overneemt;
het leven doelloos maakt,
en iedere dag tot een strijdtoneel,
zelfs tot op leven en dood.
Waar God niet meer kan worden gezien,
noch Zijn liefde, kracht en troost
kan worden gevoeld of ervaren
en waar elke smeekbede
voor niets lijkt te zijn gedaan.
De duistere, donkere wereld van depressie,
waar de ene noodkreet soms volgt op de andere.
Tot zelfs een stem verstomt
en slechts de dood uitkomst lijkt te bieden
aan de hopeloosheid
van het huidige bestaan.

O, God van Liefde,
God van Licht,
God van Kracht,
en God van Leven.
God van Troost,
God van Hoop,
God van Bevrijding,
en God van Genezing.

Ontferm U!
Ontferm U!
Ontferm U!
En wil uitkomst geven!

In Jezus’ Naam.

– Amen –


'Want Ú doet mijn lamp schijnen, HEERE;
mijn God doet mijn duisternis opklaren.'
Psalm 18:29 


'En toen zij Jericho uit gingen, volgde een grote menigte Hem.
En zie, twee blinden, die aan de weg zaten, riepen, toen zij hoorden dat Jezus voorbijging: Heere, Zoon van David, ontferm U over ons!
De menigte bestrafte hen, opdat zij zouden zwijgen; maar zij riepen des te meer: Ontferm U over ons, Heere, Zoon van David!
En Jezus stond stil, riep hen en zei: Wat wilt u dat Ik voor u doen zal?
Zij zeiden tegen Hem: Heere, dat onze ogen geopend worden.
En Jezus, Die innerlijk met ontferming bewogen was, raakte hun ogen aan; en meteen werden hun ogen ziende, en zij volgden Hem.'
Mattheüs 20:29-34

donderdag 4 april 2024

Ik wil zo graag jouw stem horen!

Maandagmiddag luisterde ik naar de 3e studie van Dato Steenhuis over Hooglied.
Een prachtige studie waarin hij veel mooie dingen zei, maar een paar dingen sprongen er echt uit en lieten mij gewoon niet los.
En dan is er maar één optie voor mij, namelijk alles wat indruk gemaakt heeft, alles wat in mijn gedachten rond blijft gaan, toevertrouwen aan het digitale papier.
Ik zeg er gelijk even bij dat ik me met mijn schrijven niet aan de volgorde houd van waarin hij het heeft gezegd; schrijversvrijheid noem ik het maar even 😊
Nieuwsgierig geworden?
Lees dan mee, en luister later ook eens de studies over Hooglied, waarvan ik aan het eind van dit blogje de link zal geven; ze zijn het luisteren zo waard!

Er was veel in deze studie wat tot mijn hart sprak, en wat nog steeds terugkomt in mijn gedachten, wat dat betreft, zou ik bijna geneigd zijn om een ‘uittreksel’ van deze studie te maken, maar daar mij daar de tijd toe ontbreekt, hou ik het bij wat mij het meest heeft geraakt, en waarvan ik denk dat het gehoord mag worden.
Het gaat om de dikgedrukte woorden in onderstaande tekst.

Schilderij: Christa Rosier

‘Mijn duif in de rotskloof, in de schuilhoek van de bergwand, laat mij uw gedaante zien, laat mij uw stem horen, want zoet is uw stem en uw gedaante is bekoorlijk.’
Hooglied 2:14

Wat voor de spreker zo belangrijk is, is het overbrengen, dat de Heere ernaar verlangt om onze stem te horen.
‘Daarom’, zegt hij, ‘hebben we stembanden gekregen.’
En dan komen we bij het eerste citaat.
Ik moet hierbij wel zeggen dat mijn dichtershart de woorden van Dato in het laatste zinnetje deed omdraaien.

‘We hebben geen stembanden gekregen
om te schreeuwen en om anderen te bezeren,
maar om Hem groot te maken, om Hem te eren!’

Laat Mij uw stem horen!
Wat doen we Hem ongelooflijk veel verdriet met onze stem, wat gebruiken we onze stemmen toch vaak verkeerd.
We schreeuwen om maar gehoord te worden, we schreeuwen om de ander te overstemmen, we schreeuwen als we ons gelijk willen halen.
We schreeuwen uit machteloosheid, of uit boosheid, of frustratie.
We schreeuwen uit …, ja, wij mensen kunnen er behoorlijk op los schreeuwen, de één misschien wat meer dan de ander, maar toch.
Maar om anderen te bezeren hoeven we niet alleen te schreeuwen; ik denk zelfs dat de meeste woorden die mensen bezeren niet uitgeschreeuwd worden, maar gewoon uitgesproken.

Van deze laatste woorden gaan mijn gedachten even een heel andere kant op, namelijk naar het onderwerp van mijn Stille Tijd deze dagen, namelijk gebed, en dan in het bijzonder het ‘verenigd’ gebed.
En terwijl ik er zo over aan het nadenken was, kwam de volgende gedachte in mij op.
Wat als we nu eens als gelovigen minder zouden discussiëren en redetwisten over de dingen waar we verschillend over denken, maar in plaats daarvan samen onze handen zouden vouwen om alles aan Hem te geven, steeds weer, en net zo lang als nodig is?
En als we Hem dan daarin ook de tijd en ruimte zouden geven om dat in onze harten uit te werken wat is tot Zijn glorie en eer?
En als we dan samen alles in gebed bij de Heer gebracht hebben en vervolgens onze stemmen gaan gebruiken om Zijn Naam groot te maken en Hem te eren, in plaats van doorgaan met discussiëren en redetwisten, zouden er dan niet veel minder scheuringen zijn, minder beschadigde mensen rondlopen, of misschien zelfs nog ín de kerk komen?
Zomaar wat gedachten die in mij opkwamen bij Dato’s citaat.

Laat Mij Uw stem horen!

‘We hebben geen stembanden gekregen
om te schreeuwen en om anderen te bezeren,

maar om Hem groot te maken, om Hem te eren!’

En ach, ook hier gaat het dan vaak weer fout, want de één wil het zus, en de ander zo; dit lied is wel goed, het andere niet; en het moet steeds groter en exclusiever, want de Heere verdient het mooiste, het beste.
En auwtsch … die zingt toch wel (heel) vals, die kan maar beter wat zachter zingen, of misschien …

Dhr. Steenhuis verteld met betrekking tot het laatste het volgende verhaaltje.
Het gaat over een groep monniken in een klooster die echt zeer erbarmelijk zongen.
Maar op een gegeven moment komt er een monnik bij, een zeer muzikaal man, en die hen heeft leren zingen.
Alle dingen hiervoor had hij meegebracht, alle technieken enz. bracht hij hen bij en het klonk schitterend!
Op een dag kwam er een engel op bezoek en die vroeg hen: ‘Zingen jullie nog wel eens? We horen jullie niet meer.’

Een verhaaltje om eens goed tot je door te laten dringen, en om de boodschap die erin ligt binnen te laten komen.
‘Zingen jullie nog wel?
We horen jullie niet meer …’

Ik wil zo graag je stem horen!
Ik wil je nog even meenemen naar het laatste citaat dat mijn hart zo raakte in het gedeelte van deze  studie.

‘Als de snaren van je hart gaan trillen voor Mij, dan komt er een heel stukje muziek uit, die precies spoort met Mijn gevoelens.’

Hoe bijzonder zijn deze woorden, en welk een bemoediging, ja, aanmoediging tot zingen ligt hierin, in het bijzonder misschien wel voor hen die zo van zingen houden en het misschien niet zo goed kunnen.
We hoeven geen conservatorium te hebben gedaan, zelfs geen zangles te hebben gevolgd, nee, zelfs geen toonvaste stem te hebben om te zingen van en voor onze Heer Jezus.
Want het hart dat vol liefde is voor Hem, dat trilt van verlangen naar Hem, om Hem te eren, te loven en te prijzen om wie Hij is, komt bij Hem binnen als de mooiste stem, simpelweg omdat dit hart zich op dezelfde golflengte bevindt als Jezus.

‘Zingen jullie nog wel eens? We horen jullie niet meer?
Och, die monniken mochten dan misschien eerst erbarmelijk slecht zingen, maar de hemel hoorde en genoot van hun gezang, want hun harten waren verenigd in Jezus.
Maar hoe mooier ze leerden zingen, hoe meer ze hun hart verloren, tot ze uiteindelijk alleen nog maar bezig waren met het zo mooi mogelijk zingen, in plaats van gericht te zijn op Degene voor hun lied was.

Als de snaren van je hart gaan trillen voor Hem, zing dan zoals je nog nooit eerder gezongen hebt
en maak je geen zorgen of het wel mooi genoeg is, zuiver of vast van toon, want een hart dat zingt uit liefde voor Hem, wordt één met dat van Hem.


👉 Serie - Studies uit het Bijbelboek Hooglied
      Dato Steenhuis
(Even iets naar beneden scrollen tot onder de studies van Bruidegom en Bruid)


vrijdag 15 maart 2024

De kracht van vergeving ...

Gedachten bij Hoofdstuk 7 van het boekje ‘Pluspunt’ van Tineke Tuinder -Krause.
Een schrijfboek over aantrekkelijk ouder worden.







‘Bij vergeven gaat het niet over de ander maar over jou.
Het is loslaten van de last die je met je meedraagt.’

Dalai Lama
(citaat uit het boekje)

Een hoofdstukje over vergeven; over de kracht van vergeving.
Al meerdere keren heb ik het boekje met dit hoofdstukje in handen gehad, en steeds weer legde ik het weg, want ja, wat moest ik hier nog over schrijven?
Wat ik tot nu toe er over te ‘zeggen’ had, heb ik reeds gezegd, dus … wat moet ik dan nog, vroeg ik me af.
Tot ik voor mezelf besloot dat ik het dan ook mag houden bij wat ik er reeds over geschreven heb.
En zo beperk ik mij bij dit hoofdstukje tot een paar hoofdlijnen uit de stukjes en geef onderaan de linken naar de stukjes/gedichten waar de hoofdlijnen uit voortkomt.
Dat ze jou net zo tot nadenken mogen stemmen als ze mij deden, als ook helpen in het vaak zo moeilijke proces van vergeven.

‘… maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.’
Ef. 4:32

‘En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven.’
Matth. 6:12

Vergeven
Vergeven is vaak niet één van de makkelijkste dingen.
En hoewel de woorden ‘Vergeven en Vergeten’ veelal in één adem worden genoemd, is het zoals met de meeste dingen makkelijker gezegd dan gedaan.
En toch is vergeven één van de belangrijk(st)e dingen die we hebben te leren.
Het is inmiddels jaren geleden dat ik deze belangrijke les heb geleerd.
Nee, niet dat vergeven voor mij nu iets makkelijks is, beslist niet, het is nog steeds vaak een (soms lang) proces, maar ik heb wél geleerd hoe belangrijk het is om te doen.

Loslaten
Tineke haalt in dit hoofdstukje Lucas 6:37 aan, waar in sommige vertalingen vergeven anders wordt verwoord, namelijk met ‘Laat los, en u zult losgelaten worden'.
En dat is wat vergeven voor mij persoonlijk ook eigenlijk inhoudt; het 'wat mij is aangedaan, -hetzij in woorden of in daden', loslaten in Zijn handen, zodat Hij ermee kan doen wat er mee gedaan moet worden, en dat zet mij vrij.
‘Heer, ik vergeef …; ik leg het -laat het los, in Uw handen.’
Steeds weer opnieuw, zo vaak als het nodig is.
Voor mijzelf betekent dit tot ik ervaar dat de angel eruit is; niet allerlei gevoelens van scherpe pijn en boosheid in mij opkomen.

Ik ben meer vergeven dan …
Maar wat mij bovenal geholpen heeft in het leren vergeven, is het lied 'Mercy' van Laura Woodley Osman, en dan met name de eerste twee zinnen van het refrein:
Because …   
‘I’ve been forgiven of more
Than I could ever be angry for

Instead of judgement
I choose mercy.’

Oftewel:
God heeft mij meer vergeven dan
dat ik ooit ergens boos over kan zijn.

In plaats van veroordelen
kies ik voor genade.

Het nadenken over deze woorden, als ook het gedicht dat ik erover schreef, hebben mij echt geholpen, en helpen mij nog steeds bij en in elk proces van ‘Vergeven’. 


Citaat
In het boekje staat ook nog een citaat waarvan de schrijver onbekend is, maar dat denk ik alles zegt waarom vergeven zo belangrijk is, namelijk:
‘Als ik iemand vergeef, wordt de ander daardoor niet gerechtvaardigd, maar word ik er wel door bevrijd.’
En is dat is wat met vergeven om gaat, wat het belangrijkste is, dat ik er door word bevrijd.
Nee, het praat niet goed wat de ander zei of deed, maar het zet mij vrij.
Want met niet vergeven hebben we uiteindelijk alleen onszelf.
Voor mijzelf kan ik het het beste omschrijven als 'iets dat mij van binnen opeet, en mij van mijn vrede en vreugde beroofd'. 
En dat brengt mij bij het laatste puntje.

Bolwerken
Ik moest ook nog ergens anders aan denken, namelijk aan onvergevingsgezindheid als een bolwerk.
Even wat gedachten ...
Als ik niet wil vergeven, dan woekert mijn onvergevingsgezindheid in mijn hart en gedachten voort, het gaat mij meer en meer beheersen, en alle gevoelens van boosheid en verdriet worden groter en sterker, en uiteindelijk ontstaat er bitterheid, en als we dat zijn gang laten gaan, ontneemt het ons alle levensvreugde en vrede.
En dit is de manier waarop bolwerken ontstaan.
Het begint vaak ‘klein’, maar het groeit uit tot iets groots als we er niets aan doen.

Een klein zaadje viel onopgemerkt
ergens neer in mijn tuin.
Het ontkiemde, groeide
en kwam voorzichtig tevoorschijn.

Al denkend dat het geen kwaad kon,
liet ik het kleine plantje staan.
Zo groeide het verder en het leek
een leuk boompje te zijn.

Toch, met het verstrijken van de jaren
ontnam het meer en meer datgene
wat de andere plantjes nodig hadden
en zij verdwenen volledig uit het zicht.

Ik vroeg mij af: moest het boompje soms weg?
Ach, dacht ik, het kan nog wel.
Gewoon even wat nieuwe plantjes
en tevreden keek ik naar wat ik had verricht.

Maar op een dag
bleef het donker in mijn huis.
Het boompje was nu een boom
en had al het licht in mijn huis ontnomen.

Nu moest de boom toch echt verdwijnen
en dat had heel wat voeten in de aarde.
Beetje bij beetje werd hij in stukken gezaagd
en door de tuinman meegenomen.

Verdrietig bedacht ik mij dat ik het boompje
eerder weg had moeten halen.
Maar ik heb een nieuwe kans,
dacht ik, bij het naar binnengaan.

Weer terug in mijn huis werd ik begroet
door een zee van licht en warmte.
Ik keek naar buiten
en zag de zon weer aan de hemel staan.                         

Een bolwerk begint maar klein
en je denk misschien;
ach, hoe erg kan dat zijn.
Maar voor je het weet
ontneemt het op Hem je zicht
en moet er voor het weg is
heel wat werk worden verricht.

God heeft ons
de juiste middelen gegeven
om bolwerken te beslechten
in ons leven.
Wees krachtig en sterk in de Heer;
trek Zijn wapenrusting aan.
Zo kun je als de boze komt,
met al zijn listen en bedrog,
fier en sterk blijven staan.

(Uit: Bolwerken van In rust met U - Zie link onderaan)


Zijn er nog mensen die we niet hebben vergeven, of zijn er nog dingen die we onszelf niet kunnen vergeven?
Best belangrijk om onze gedachten daar eens over te laten gaan.

👉 Gewoon doen!

👉 Bolwerken

vrijdag 1 maart 2024

Een Gedenk'steen' ...

Op mijn andere Blog 'Quality Time' plaatste ik in Week 9 een afbeelding waar een verhaal achter zit.
Helaas bestaat het Blog waar ik dit verhaal toen plaatste niet meer, maar sommige verhalen (dingen) zijn echt de moeite waard om te bewaren, al was het om bepaalde dingen gewoon niet te vergeten.
Dit is voor mij zo'n verhaal, waarmee het schilderij voor mij tot een soort van 'Gedenksteen' is geworden.


Terug naar 2009
Het was 9 oktober 2008 dat ik mijn eerste Blog startte op Punt.nl.
Mijn eerste blogjes schreef ik vanaf mijn keukentafel, want ik had toen nog geen eigen studeerkamer.
Maar begin 2009 kwam er een kamertje vrij in ons huis, en kreeg ik mijn eigen plekje om te schrijven.
Mijn prachtige bureau en de zo felbegeerde grote boekenkast waren niet de enige dingen die hun plaats kregen in dit kamertje.

'Mijn kamertje is nu bijna helemaal klaar.
Gisteren zijn we naar Christa Rosier geweest om schilderijen te bekijken.
Voor mijn kamertje wilde ik maar één ding, een reproductie van het schilderij 'Huilende vrouw'.
Dit schilderij heeft zij geschilderd als onderdeel van het rouwproces in het verlies van haar zoon Ephraim.
Op haar site kunt u haar uitleg bij dit schilderij lezen, maar ook haar verhaal.

Zelf heb ik (wij) geen kind verloren, net niet, maar wat kwam het dicht bij.
Twee van onze zonen zijn zo gepest en onderuit gehaald op school, dat ze de zin in het leven verloren en niet meer wisten hoe ze verder moesten.
Menig telefoontje kwam: 'Mam, ik sta hier, ik sta daar en ik heb de neiging onder de trein te stappen, de snelweg op te lopen. Mam, ik weet niet meer waar ik ben.'
Kreten om hulp, maar wat had het verkeerd kunnen aflopen.
Automutilatie, pijn met pijn bestrijden.
O, wat een pijn dat te zien bij je kind.

Ruim zes jaren zijn nu voorbij.
Zware jaren, waarin de depressiviteit van mijn kinderen hun sporen nalieten in en op mijn leven.
Zware jaren, waarin ik het heb uitgeschreeuwd naar God: 'Waarom? Hoelang nog?'
Eerst de één, dan ook nog een andere zoon.
Gebeden, die niet verhoord werden.
En soms toch ook weer wel.
Een tijd, waarin ik mijn rug naar God toekeerde en daardoor Zijn aanwezigheid, Zijn troost niet kon ervaren.
Een tijd, waarin ik met mijn gezicht tegen de muur gedrukt stond, huilend, huilend, huilend.

Nee, ik blijf niet vastzitten in deze pijn, in dit verdriet.
Onze oudste zoon is nu gelukkig en gaat in april trouwen met zijn 'geschenk van God'.
Onze andere zoon is onderweg in zijn genezingsproces.
Nee, ik blijf niet zitten in deze neerwaartse spiraal.
Nee, dit schilderij laat me steeds opnieuw zien, waar God de Vader mij uit vandaan gehaald heeft.
Dit schilderij herinnert mij eraan, dat God, een God van trouw is, vol genade, liefde en geduld.
Vol van vergeving, wachtend tot ik me om zou draaien om  Zijn aanwezigheid weer te kunnen ervaren, Zijn troostende hand op  en om mij heen.

Eens was ik die huilende vrouw, en soms nog weleens even, maar ik weet, Hij is erbij, Hij wacht, wacht, tot ik kom.
Mijn God , Mijn Vader, Mijn Alles in al.
De huilende vrouw is voor mij een schilderij geworden waarin boven alles mijn liefdevolle, hemelse Vader is weerspiegeld.
Een Gedenksteen aan wat was, en Wie Hij nog steeds is!










Tranen zijn een deel
van mijn wezen geworden.
Ik kan niet meer,
ik wil niet meer.
Mijn vele, vele gebeden
lijken niet verder te komen
dan het plafond van mijn huis.
O God, mijn God,
waar, waar bent U, Heer?

Mijn wereld staat stil,
de rest gaat door.
Mensen komen en gaan,
maar ik, ik zie geen uitkomst meer.
Pijn en verdriet, onmacht en wanhoop,
zijn verweven met mijn bestaan.
Ik sta met mijn gezicht tegen de muur.
O God, mijn God,
waar, waar bent U, Heer?

Mijn schouders schokken
en ik huil bittere tranen.
Mijn hoofd leunt moedeloos tegen de muur
met uitgestrekte hand naar U, o Heer.

Mijn geliefde dochter.
Draaide je je toch maar eens om.
Dan ervoer je Mijn aanwezigheid
in het licht van troost dat schijnt over jou.
Je huilt bittere tranen,
maar Ik, Ik huil met je mee
Je weet toch immers, diep in je hart,
hoeveel Ik van je hou!

Kom, draai je toch om,
en laat Me delen
in de pijn van je verdriet.
Mijn hart krimpt ineen om jou ...'


Lees ook het blogje waar vandaan ik naar dit verhaal verwees.
👉 Week 9 - Om over na te denken …  - (niet) Kunnen of (niet) Willen?

dinsdag 20 februari 2024

Avondmaal vieren ...

Hoe bijzonder is het eigenlijk om met elkaar het Avondmaal te vieren!
Toch vond ik dit niet altijd zo, er was een tijd -gelukkig inmiddels jaren geleden, dat ik er steeds banger voor werd.
En hoewel het vast allemaal niet zo bedoeld is, en waarschijnlijk niet eens zo heel speciaal naar mij gericht, toch is daar de herinnering aan de opgeheven vinger, ‘priemende’ ogen die mij aankeken bij de woorden ‘want al die verkeerd eet en drinkt, eet en drinkt zichzelf een oordeel’.
Nu vind ik ook dat we niet zomaar en klakkeloos het Avondmaal moeten vieren, dat er een stukje zelfonderzoek mag zijn, en dat we zeker stappen moeten zetten als we weten dat er iets is ligt waar de Heer in Zijn Woord op doelt.
Maar ik kreeg met iedere keer dat het Avondmaal gevierd werd, het gevoel alsof ik daar niet hoorde te zitten aan die tafel, het gevoel van ‘wat doe jíj daar, hoe durf je’.
Let wel, het was mijn gevoel, ik heb nooit nagevraagd of dit ook zo was.
Toch weet ik nog als de dag van gister, dat toen op die ene zondagmorgen, terwijl ik aan de Avondmaalstafel zat en het gevoel van angst binnenkwam, het voor mij genoeg was.
Want van één ding was ik stellig overtuigt: het Avondmaal is niet door de Here Jezus ingesteld om ons bang te maken, of angst aan te jagen; en dat dit 'verkeerd eten en drinken' nooit in de Bijbel is opgenomen om de boventoon te gaan voeren.
Het Avondmaal is er om Hém te gedenken, om stil te staan bij wat Híj voor ons heeft gedaan!
Niet iets om bang voor te zijn, of te worden, het is juist voor zondaars, juist voor die mensen, die beseffen dat ze Hem en Zijn volbrachte werk zo hard nodig hebben!
Zijn liefde, Zijn genade, Zijn vergeving!
Het is juist iets moois, iets prachtigs om te mogen doen!


In de week voor mijn Blogje van 11 februari op ‘Quality Time’, kwam ik met mijn Stille Tijd bij een paar Bijbelverzen waarbij ik ineens bij het Avondmaal werd bepaald.
De verzen gingen er helemaal niet over, worden -voor zover ik weet, ook nooit met het Avondmaal gebruikt, maar met alles waar mijn gedachten al schrijvend* naar toegingen, plopte het gewoon zo ineens in mijn hoofd, en ik weet nog hoe blij ik ervan werd.
Tegelijk bekroop mij even later toch ook wel weer het gevoel van ‘klopt dit wel?’
In mijn schrift schreef ik toen deze gedachte op: ‘Avondmaal, zoveel meer dan alleen Zijn dood herdenken. Daarin ook de Kracht zien waaruit wij mogen leven.’
Verder liet ik het los en besloot later ook om het maar niet op te nemen in dat blogje.

In eerste instantie dacht ik er niet echt meer aan, totdat vorige week met het vieren van het Avondmaal degene die het voorbereid had ook sprak over de Kracht van het Avondmaal, en hoe Allesomvattend het eigenlijk is.
En ik had gelijk zoiets van ‘wow, dat is precies wat in mijn gedachten was en sluit precies aan bij wat ik had opgeschreven’, ik was er stil en blij van!
Ik kon het vervolgens hier natuurlijk niet bij laten, en zo ontstaat dan ook nu dit blogje, voortkomend uit wat ik ook heb mogen delen met de Groep en de persoon die het Avondmaal vorige week had voorbereid.

Ik verlang er dan ook echt naar om dit blogje te delen, want ik wil deze gedachten die mij zo blij maken niet alleen voor mijzelf houden, en ik hoop dat het voor ieder die meeleest het een bemoediging mag zijn, en dat het vieren van het Avondmaal voortaan een feest van her- en gedenken mag zijn, als ook tot Kracht.


Eerst de Bijbelverzen waar alles mee begon.

‘Wie is het die de wereld overwint, dan wie gelooft’, dat Jezus de Zoon van God is?’  
1 Joh. 5:5

'En voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad, en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.’ 
Gal. 2:20b

Geloven, dat Jezus de Zoon van God is, is geloven in Zijn volbrachte werk, is geloven dat Hij voor onze zonden de weg van lijden is gegaan.
Geloven, dat Jezus de Zoon van God is, is leven vanuit de liefde van Hem, Die ons zo liefhad, dat Hij Zijn leven voor ons gaf.
Geloven, dat Jezus de Zoon van God is, is geloven in de Overwinning die Hij heeft behaald met Zijn sterven aan het kruis over onze zonde en elke duistere macht en kracht die er maar is, door op te staan uit de dood.
Gelovend in deze Jezus, de Zoon van God, betekent in Hem meer dan overwinnaar zijn; is leven vanuit de Kracht die Hem deed opstaan uit de dood, is de wereld -met al haar leugens en bedrog, al haar verleidingen en misleidingen, overwinnend.

Het avondmaal vieren …
‘Doe dat tot Mijn gedachtenis’, zegt de Here Jezus.

‘Want zo dikwijls als u dit brood eet, en deze drinkbeker drinkt, verkondig u de dood van de Heer, totdat Hij terugkomt.’

‘Doe dat tot Mijn gedachtenis …’
Doen en gedenken, ons in herinnering brengen.
Zijn lijden en sterven.
Zijn opstanding en overwinning.
Zijn kracht in ons die geloven.
‘Hij, die in ons is, is machtiger dan hij die de wereld bezielt.’ 
1 Joh. 4:4b

Avondmaal vieren omvat al deze dingen:
Liefde – Lijden – Sterven – Opstanding – Overwinning – Kracht – Genade.
Allesomvattend!
‘Doe dat tot Mijn gedachtenis!’

‘Want zelf heb ik bij overlevering van de Here ontvangen, wat ik u weder overgegeven heb, dat de Here Jezus in de nacht, waarin Hij werd overgeleverd, een brood nam, de dankzegging uitsprak, het brak en zeide: Dit is mijn lichaam voor u, doet dit tot mijn gedachtenis.
Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was, en Hij zeide: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis.
Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.’

1 Kor. 11:23-26

En dan begint het ook in mij te borrelen, en hoewel de woorden zeker niet allemaal als vanzelf komen, zijn ze er wel.
Ze moesten alleen nog even aaneengeregen worden tot één geheel.

Avondmaal vieren …

Avondmaal vieren.
Moment van stil makende verwondering
om de weg die Hij voor ons is gegaan. 

Avondmaal vieren.
Moment van intense dankbaarheid
om wat Hij voor ons heeft gedaan.

Avondmaal vieren.
Moment van vreugdevol gedenken, en
tegelijk in stil en diep ontzag voor Hem staan.

Avondmaal.
Moment van Zijn Overwinning vieren en
kracht ontvangen om onze weg te gaan.


Dank U wel, Heer Jezus!


*  >> Blogje 11 Februari 'Quality Time'

dinsdag 13 februari 2024

De bron in de woestijn ...

Gedichten (en enkele gedachten, samenvattende woorden en/of citaten) bij het boekje >> 'Liefde tot het einde' van Susannah Spurgeon.

Hoofdstuk 16 










Deuteronomium 15:18a 
‘Het zal niet hard zijn in uw ogen ...’
NBG
‘Laat het niet moeilijk zijn in uw ogen …’
HSV

Soms kan Gods Woord heel duidelijk tot ons spreken, ook al gaat het in de context heel ergens anders over.
God Zelf spreekt namelijk (is ook mijn ervaring, net als die van Susannah hier, soms heel persoonlijk tot ons hart.
Dan mag het in de Bijbel, zoals hier over slaven gaan, en hoe God wil dat ermee wordt omgegaan, maar de heer gebruikt dezelfde woorden om ons iets duidelijk te maken, of tot de orde te roepen, of te bemoedigen of te troosten, of te leren, of …
En dat is duidelijk hetgeen hier bij de schrijfster is gebeurd.
Ze ervaarde hetgeen waar ze doorheen moest als ‘heel hard’, iets heel moeilijks en zwaar.
Hoewel Gods genade haar ervan weerhouden heeft om openlijk te mopperen en te klagen, ze vond het wel heel moeilijk waar ze doorheen moest.

Maar met dat zij deze woorden ‘Het zal niet te hard zijn in uw ogen’ leest, ervaart zij in haar binnenste dat de Heer tot haar spreekt, en dat Hij haar zegt, dat het haar niet te hard mag lijken.
Want dat haar vertrouwen, geloof en gehoorzaamheid zo volkomen, sterk en volmaakt hoort te zijn, dat geen enkele beproeving die Hij zend haar schrik aan mag jagen.
‘Ben Ik voor u niet altijd krachtig bevonden, een Hulp in benauwdheden?’

'Gods boog wordt nooit op goed geluk gespannen. Hij maakt geen fouten, noch in het tellen van de sterren, noch in het toemeten van al het verdriet aan mij. Dat moet mij leren om Hem te verheerlijken.’
Susannah Spurgeon


Zoals deze woorden bij haar binnen zijn gekomen, zo mogen ook wij deze woorden tot ons nemen, en naast onze situatie leggen.
Al moeten we ons daarbij wel bewust zijn van het feit, dat deze troost niet van toepassing kan zijn op narigheid voortkomen uit onze eigen verkeerde keuzes, onze zonden.
‘Maar een last of een verdriet door God gegeven, gebracht in de zonneschijn van Zijn liefde en aan Zijn gezegende voeten gelegd, verliest meteen al het ‘harde/moeilijke’ en wordt veranderd in zegen.’ (Susannah Spurgeon)

Het is goed en belangrijk om ons te beseffen dat we de Heer pijn en verdriet doen als we Hem tot hardvochtig en meedogenloos bestempelen.
Ziende op het volbrachte werk van de Here Jezus weten we dat God een God is van eeuwige Liefde!

🙏 Laat mij anders leren kijken, Heer, als beproevingen mijn leven binnenkomen; laat mij ze niet meer te moeilijk of te zwaar lijken, maar help mij om te geloven en te vertrouwen op Uw eeuwige liefde; om te zien op wie U bent, terwijl ik de woorden 'het zal niet hard/moeilijk zijn in uw ogen' in het licht van Uw liefde tot mij neem.
En laat mij in gehoorzaamheid Uw wegen gaan, opdat Uw Naam zal worden verheerlijkt.


- Amen - 


Gebed

Heer, we weten dat U in Uw woord zegt
dat U ons niet boven vermogen
beproeven zal.
Maar toch zijn er momenten in ons leven
dat we het te zwaar, te moeilijk vinden,
zo diep is ons dal.

Hoe moeilijk is het dan soms, Heer,
voor ogen te blijven houden wat U zegt,
en wie U bent.
Dat U met de beproeving ook een uitweg geeft;
dat U niet alleen heden en verleden, maar ook
de toekomst kent.

Dat we kostbaar en waardevol zijn voor U;
dat U alles doet meewerken ten goede voor
wie van U houdt.
Dat U ons bijstaat iedere dag van ons leven;
ja, dat U een krachtige hulp voor ons bent
als het leven benauwt.

Och, Heer, laat mijn vertrouwen in U zo volkomen zijn,
mijn geloof in Uw liefde zo sterk, dat niets wat U geeft
mij te moeilijk zal zijn.
Laat mij in alles steeds opnieuw zien op wie U bent,
en help mij om dagelijks te blijven drinken uit Uw
levengevende fontein.

U bent immers de Bron van leven, liefde en licht;
alleen bij U wordt mijn ziel vervuld van troost
in elke smart.
Dan zal er vrede en vreugde zijn in elke moeilijkheid,
en te midden van pijn en verdriet een lofzang opstijgen
vanuit mijn hart.

- Amen -

zaterdag 6 januari 2024

Op de treden van mijn ziel ...

De diepe plaats waar niemand komt.
Gesprekken met God op de treden van mijn ziel.
Het is de titel van een boekje van Jill Briscoe dat ik al jaren op mijn boekenplank heb staan, naast de drie andere boekjes die in die serie verschenen zijn, en dat ik inmiddels al verschillende keren heb gelezen, zo mooi vind ik het.
Gister bracht Facebook mij met ‘Je herinneringen op Facebook’ bij een blogje van 10 jaar geleden, en onderaan dit blogje verwees ik naar ‘Op de treden van mijn ziel’, een blogje dat ik in 2008 geschreven had voor een blog op Punt.nl.
Met het opheffen van het domein, is ook mijn blog verdwenen en daarmee is dus ook het stukje niet meer te lezen.
Al teruglezend, merk ik dat het blogje me nog steeds zo dierbaar is, dat ik hem hier op dit blog plaats, zodat het toch weer gelezen kan worden.
Ik plaats het blogje bijna in originele staat, op het laatste stukje na.
Op mijn oude Blog had ik een gedicht van de schrijfster volledig overgenomen – ik was nog maar net begonnen met Bloggen en dacht toen helemaal nog niet aan copyright, en dat heb ik nu weggelaten.

In het boekje deelt de schrijfster vanuit wat er in haar leeft, wat ze voelt, denkt, tegenkomt, enz...
Ze deelt het vanuit de diepe plaats waar niemand komt, waar ze op de treden van haar ziel Jezus ontmoet en alles met Hem deelt en bespreekt.
Wat er ook in haar leven gebeurt, of het nu fijne dingen zijn die vreugde brengen of pijnlijke dingen die droefenis brengen, teleurstellingen, wat dan ook, ze daalt af naar die diepe plaats en neemt plaats op de treden van haar ziel en wacht op de Here Jezus.
En soms is Hij al aanwezig.

De titel van het boekje sprak me heel erg aan.
'De diepe plaats waar niemand komt.
Gesprekken met God op de treden van mijn ziel.'

Toen ik het kocht, wist ik nog niet precies wat ze er nu mee bedoelde, maar het maakte iets in me los, iets wat ik ook wilde.
Ik wilde ook naar die plaats waar niemand komt, plaats nemen op de treden van mijn ziel en daar gesprekken hebben met God.
Maar hoe doe je dat?
Wat of waar is die diepe plaats waar niemand komt, en hoe kom ik op de treden van mijn ziel terecht en hoe moet ik dan gesprekken voeren met God?
Al lezend, ontdekte ik gaandeweg, dat die diepe plaats waar niemand komt, mijn binnenste is, mijn ziel.
Daarin leeft van alles aan gedachten, gevoelens over van alles en iedereen.
Niemand kan op die plaats komen, niemand, behalve God.
Alleen Hij weet wat er in mij omgaat, wat er in mij leeft, wat ik denk of voel.
Hij alleen weet alles van mij.
Het is inderdaad een diepe plaats waar niemand komt, want er kan niemand anders komen dan Hij alleen.
Mijn ziel is die diepe plaats.

De treden van mijn ziel bepalen de diepte van mijn ziel.
Daarmee bepaal ik zelf dus hoever ik wil afdalen in mijn ziel.
Ik kan op de bovenste treden blijven zitten en Hem dáár ontmoeten.
Dan kan ik gezellig keuvelen met de Heer over de oppervlakkige dingen van mijn leven.
Maar ik kan ook verder de trap af gaan en plaats nemen op de onderste treden van mijn ziel en Hem daar ontmoeten.
Dan verandert het oppervlakkige keuvelen in echte gesprekken met God.
De schrijfster zelf heeft daar ook altijd een exemplaar liggen van het ‘Gouden Boek’, oftewel: Gods Woord. 

Maar hoe kom ik daar?
Ik vond het zo mooi klinken allemaal, maar hoe kom ik daar?
Ik heb ontdekt, dat die diepe plaats waar niemand komt, de momenten zijn, waarin ik Hem opzoek.
Als ik me ga richten op Hem, de wereld even de wereld laat, dan ga ik naar die diepe plaats waar niemand komt.
Dan richt ik mijn gedachten naar binnen, naar mijn pijn, mijn problemen, mijn teleurstelling, naar wat er ook speelt of gebeurd is en in gedachten zoek ik Hem op en leg alles aan Hem voor.
Al mijn gevoelens, gedachten, alles en ik hoef me niet mooier voor te doen dan ik ben, want Hij kent mij door en door, Hij weet wat ik wil gaan zeggen nog voor ik het heb uitgesproken, Hij weet wat ik voel en bedoel.
Maar Hij wil wel graag dat ik alles met Hem deel.
Mijn diepste diepte deel met Hem. 

Soms brengt alleen het afdalen al diepe rust en vrede en zit ik gewoon dicht bij Hem aan Zijn voeten.
Eigenlijk zit ik -voor mijn gevoel, altijd één of twee treden lager dan Hem, zo kan ik als het ware met mijn hoofd tegen Zijn knie aan leunen en zitten we gewoon stilletjes bij elkaar.
Af en toe kijk ik dan omhoog en Zijn warme glimlach voelt als een streling aan.
Soms voel ik Zijn hand op mijn hoofd en ik geniet van Zijn aanwezigheid en ik koester mij in de warmte van Zijn liefde.
Maar soms storm ik de trap van mijn ziel af en stort me in Zijn armen en huil met gierende uithalen.
En Hij, Hij slaat Zijn armen om me heen en laat me uithuilen.
Soms storm ik de trap af en sla met m’n vuisten van boosheid tegen Zijn borst en schreeuw het uit tegen Hem.
En Hij, Hij laat me uitrazen en neem mijn handen in die van Hem en kust ze zacht.
En soms, soms raas en tier ik, mijd ik ieder contact met Hem, wil ik niets van Hem, alleen maar al mijn boosheid, frustraties, teleurstellingen enz. voor Zijn voeten neergooien en houd ik vast aan wat mij is aangedaan.
Mijn, ‘U had het tegen moeten gaan, tegen moeten houden’ zet een barrière tussen Hem en mij en ik kan niet in die diepe plaats blijven.
Ik moet daar weg.
Dan houdt zelfs de verdrietige trek om Zijn mond me niet tegen.
‘Had Hij maar moeten ingrijpen’; is dan mijn reactie.
Vergeef mij, Heer Jezus. 

Ik ontdekte, dat ik eigenlijk al veel vaker op die diepe plaats waar niemand komt, ben geweest.
Alleen was het toen nog een naamloze plek en was het regelmatig zoeken naar die plek, omdat ik niet goed wist waar die was.
Nu die plaats een naam heeft gekregen en daardoor ook een echte plaats is geworden, weet ik waar ik heen moet gaan.
Op die plaats vind ik rust en kracht.
Op die plaats breng ik alles wat er in mij leeft.
Op die plaats helpt Hij mij de dingen weer in perspectief te zien.
Op die plaats opent Hij mijn ogen, zowel voor mijn fouten als voor goede dingen.
Zo opende Hij daar mijn ogen voor de waarheid van Zijn woord in Jesaja 42: 3a.
De schrijfster nam mij in deze tekst mee naar de treden van haar ziel en opende daarmee mijn ogen voor dit woord.
Daar zegt Hij:
‘Het geknakte riet zal Hij niet breken, de flauwer wordende pit niet doven.'

Allemaal hebben we ons portie aan verdriet.
Allemaal dragen we wel ergens littekens, veroorzaakt door vlijmscherpe woorden die soms worden uitgesproken.
Allemaal zijn we weleens teleurgesteld, in de steek gelaten, berooft van …, vul maar in.
En soms voelen we ons geslagen en gekneusd.
Misschien ken je het gevoel wel van geknakt-zijn.
Misschien ken je het gevoel een langzaam-uitdovende-vlam-te-zijn wel. 

Toen ik zo op de treden van mijn ziel zat, en met mijn hoofd tegen Zijn knie leunde en deze woorden overdacht, realiseerde ik me ineens, dat ik, op het moment dat ik dacht dat mijn vlam volledig zou uitdoven en ik helemaal geknakt was, er iets veranderde, er was iets gebeurd, ik weet niet eens wat, maar de vlam doofde niet en ik brak niet. 

‘Heer’, zei ik, ‘ik dacht dat mijn vlam volledig zou doven en ik voelde me breken, maar het gebeurde niet.’
‘Nee’, zei Hij, ‘geknakt, maar nooit gebroken.
Wat Mijn Vader deed voor Mij, doe Ik voor jou.’ (Jes.42:4)
Gaandeweg houd ik Hem al mijn plekken voor met pijn, met verdriet, met zorgen, met … noem maar op; alle plekjes van mijn leven en wat er iedere keer nog weer bij komt, en ik vraag Hem mij aan te raken en genezing te brengen. 

De woorden van het gedichtje uit het boekje van Jill Briscoe ervaar ik als Zijn woorden voor mij en ik ervaar daarmee ook de genezende werking die er van uit gaat.
Ik wil je graag in eigen bewoordingen daar even mee naar toe nemen.

Ze zegt:
We kunnen geknakt zijn, maar worden nooit gebroken; we kunnen terneergeslagen zijn, maar we zullen nooit kapotgaan.
De problemen van het leven kunnen op ons beuken, we kunnen ziek zijn of werkeloos; worstelend in ons huwelijk, verworpen, maar in alles blijft Zijn belofte voor ons staan: Geknakt, maar nooit gebroken.

Ze wijst op Zijn Woord als ze spreekt over, dat Hij de gebrokenen van hart heelt en de gevangenen vrijmaakt.
Hoe Hij aanraakt, versterkt, en vertroost, hen, die hunkeren naar vergeving, naar hoop en naar mededogen, en dat Hij hun leven omdraait.
‘Geknakt, maar nooit gebroken, gedimd, maar nooit gedoofd.’

Voordat haar laatste couplet komt, nodigt ze uit om ‘haar woorden te lenen’ als we geknakt zijn of gebroken, en omdat ze daartoe uitnodigt, als ook omdat ik haar woorden meebad, schrijf ik de laatste zinnen even in de ik-vorm, zodat ook jij je eigen gebed ervan kunt maken.

Ik vraag Hem om met Zijn adem te blazen over alle kneuzingen en alle pijn, opdat ik mijn werk zal kunnen blijven doen totdat het klaar is en ik daarin niet zal verflauwen of falen.
Dat Hij blaast over mijn ziel, opdat de vlammen van geloof, die nog nauwelijks branden weer aangewakkerd zullen worden.
Om mij te gebruiken om Zijn helende werk te doen, tot het niet meer nodig is.
En ik dank Hem, dat juist die moeilijk dagen zo’n bediening mogelijk maken.

Kleine aanvulling 6 januari 2024:
Nu ik deze woorden zo in een andere vorm opschrijf, kan ik me voorstellen dat je denkt, dat je zo’n bediening niet hebt.
Maar bij deze gedachte kwam tegelijk de volgende Bijbeltekst in mijn gedachten.
‘Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting, Die ons troost in al onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden.’ - 2 Korinthe 1:3,4
Deze woorden laten ons zien, dat als God ons troost, we daarmee gelijk de taak ontvangen om anderen te troosten met dezelfde troost als die we ontvangen hebben.

Ontmoet Hem op de diepe plaats waar niemand komt.
Ontmoet Hem op de treden van je ziel.
Wees niet bang, want Hij, Die je door en door kent, wacht daar op jou.

Blessings en Shalom!


>> Blog ‘Quality Time’ – ‘Christus is in u’
Dit is het blogje van waaruit verwezen wordt naar ‘Op de treden van mijn ziel.’

Alle boekjes uit deze serie zijn nog verkrijgbaar.
Even voor je op een rijtje:

📚 >> 'Gods voordeur'
📚 >> 'De diepe plaats waar niemand komt'
📚 >> 'De tuin van genade'
📚 >> 'Dansend geloof'