zondag 29 november 2015

1e Advent - Een hart vol verlangen, vol verwachting ...


Vandaag is het de 1e Adventzondag, en daarmee is de tijd van voorbereiding naar Kerst aangebroken.
De winkels zijn al zeer lange tijd klaar voor de kerst; de eerste ‘kerstspullen’ lagen al voor de herfstvakantie in de winkels, maar betekent dit ook dat zij echt klaar zijn voor de Kerst?
Langzamerhand beginnen ook de folders met de heerlijkste gerechten en etenswaren in de bus te vallen; je kunt schijnbaar niet vroeg genoeg beginnen met je voor te bereiden op het kerstdiner.
Maar, … is dat dan de tijd van voorbereiding naar Kerst?
Welke betekenis heeft de Kerst (nog) voor ons?
Waar is deze tijd van voorbereiding voor nodig en waar zien we dan naar uit?
Is je huis versieren en alles klaar en in huis hebben voor een diner je enige voorbereiding?
Zien we alleen dat kindje in de kribbe, of zien we het kruis achter de kribbe?
Blijven we steken bij het baby’tje in de kribbe, of  verwachten we tegelijk de Koning der Koningen die opgevaren is naar de hemel, maar beloofd heeft om terug te komen?
Waar bestaat onze voorbereiding naar Kerst uit?
Wat zijn onze gedachten?
Wat zijn onze verwachtingen?
Waar is ons hart op gericht?

De afgelopen week komen herhaaldelijk twee mensen in mijn gedachten, Simeon en Hanna.
Zij worden slechts één maal genoemd in de Bijbel, in Lucas 2: 22-38, maar wat raakt mij hun toewijding aan God, hun verwachten, hun uitzien naar de komst van de Messias.


Lucas 2:25-32
‘Nu woonde in Jeruzalem een zekere Simeon. Hij was een rechtvaardig en vroom man. Hij zag uit naar de dag waarop God Zich over Israël zou ontfermen. De Heilige Geest rustte op hem. En het was hem door de Heilige Geest voorspeld dat hij niet zou sterven vóór hij met eigen ogen de Messias had gezien die de Heer beloofd had. Door de Geest gedreven ging Simeon naar de tempel. Toen Jozef en Maria het kind Jezus binnendroegen om te doen wat volgens de wet moest gebeuren, nam hij Jezus in zijn armen en God dankend zei hij: ‘Nu kunt U mij, Uw dienaar, in vrede laten gaan, zoals U hebt gezegd. Want mijn ogen hebben Uw heil gezien, het heil dat U gereed houdt voor het oog van alle volken: een licht, voor andere volken een openbaring, voor Uw volk Israël hun glorie.’

Alleen een hart dat zo gericht is op God, op de vervulling van zijn beloften, zo gericht is op de komst van de beloofde Messias, hoort en verstaat de stem van Gods Geest en is zo op het juiste moment op de juiste plaats.
Wat een verwachting, wat een uitzien, leefde er in het hart van deze Simeon!

En dan Hanna(ook wel Anna genoemd); vers 36-38.
Van haar staat er dat zij een profetes is, een dochter van Fanuël, die tot de stam Asser behoorde.
Een vrouw op hoge leeftijd, 84 jaar; slechts zeven jaar is zij getrouwd als ze weduwe wordt.
Ze is nooit hertrouwd, maar diende vanaf die tijd God onafgebroken in de tempel met bidden en vasten.
Ook zij was zo gericht op God, dat zij de Messias ‘herkende’ toen Hij in de tempel kwam en zij kwam bij Jozef, Maria en Simeon staan en loofde God met hen, en zij sprak tot iedereen die de verlossing van Jeruzalem verwachtte, over Jezus.

Het raakt me, en het zet me stil.
Hoe is het met mij?
Met mijn hart?
Nee, ik heb niet veel met al die kerstversieringen en al die overdaad aan eten en drinken.
Aan die drukte en je uit de naad werken, waardoor je doodmoe bent eer dat de Kerstdagen beginnen.
Maar toch, wat leeft er in mijn hart?
En jij, die dit leest, wat leeft er in jouw hart deze komende tijd?

Is ons hart vol van dankbaarheid om de Koning die is gekomen; die de heerlijkheid die Hij had bij Zijn Vader inruilde om de gedaante van een baby aan te nemen in de duisternis van de baarmoeder?
Is ons hart vol dankbaarheid omdat Hij Zijn leven gaf voor ons, om ons te redden?
Om de straf, die wij hadden verdiend, op Zich heeft genomen?
Zien wij vol verwachting uit naar de dag dat Hij terug zal komen?
Of is dit alles toch een beetje ondergeschikt geraakt aan allerlei verplichtingen en gewoonten?
Is Advent voor ons echt een tijd van verwachten, van uitzien naar, van dankbaarheid om?
Of ...?

De afgelopen jaren had ik eigenlijk steeds iets van ‘ik heb niet zoveel met Kerst’, maar als ik er deze dagen zo over na aan het denken ben, kom ik tot het besef, dat het niet zo zeer de Kerst is waar ik niets mee heb, maar alle bombarie er om heen, en alles wat de wereld er van heeft gemaakt en maakt.
En voor het eerst sinds een aantal jaar wil ik ‘Kerst vieren’.
Ik wil het Kerstverhaal 'opnieuw' horen, ik wil mooie liederen zingen die Zijn geboorte herdenken, maar die ook getuigen van waarom Hij naar deze wereld kwam, en die mij meenemen naar het uitzien naar Zijn terugkomst.
Ik verlang ernaar om net als Simeon en Hanna, een diepe verwachting te hebben, van uitzien naar de vervulling van Gods belofte.
Maranatha, kom spoedig Heer Jezus, ja, kom spoedig!
En dan niet alleen op dagen dat ik het moeilijk heb, of dat mijn leven zwaar is, maar om wie Hij is, om voor eeuwig bij Hem en met Hem te kunnen zijn.
Mijn hart wordt al blij als ik er aan denk …
Het is dan ook mijn gebed, dat als je dit leest, het je ook stilzet, tot nadenken brengt, en dat de komende weken niet vol stress zullen zijn, maar je juist vervuld zal worden met Zijn vrede en rust.
Met dankbaarheid, omdat Hij kwam om de wereld, om ons -jou en mij- te redden, en vol verlangen naar Zijn terugkomst.


Advent, een tijd van voorbereiding,
een tijd van verwachten, van uitzien naar;
om te kunnen herdenken, om te kunnen vieren,
om Hem te danken en te loven, alleen en met elkaar.

Advent, eigenlijk niet een tijd om maar druk, druk bezig te zijn,
maar om stil te worden, om Hem te ontmoeten;
om vol te worden van Zijn Geest, om zo de Koning der koningen,
vol van lof, dank en eer, te begroeten.




dinsdag 24 november 2015

Knielen om (op) te kunnen staan

'Who kneels before God, can stand before anyone.’
‘Hij die knielt voor God, kan voor ieder ander blijven staan.’


Aan dit citaat van Ezra Taft Benson moest ik denken, toen ik vanmorgen Psalm 20:8,9 las.
Daar staat:
‘Sommigen vertrouwen op strijdwagens, anderen op paarden, maar wij beroepen ons op de Heer, onze God. Zij gingen door de knieën en vielen neer, maar wij staan pal en houden stand.
GNB

In de HSV staat, met name vers 9, eigenlijk nog mooier:
‘Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden, maar wij zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen. Zij kromden zich en vielen,maar wij zijn opgestaan en staande gebleven.’
HSV

In wezen staat er dus dit:
Sommigen(dezen) vertrouwen op strijdwagens en die op paarden.
Gevolg: Zij kromden zich en vielen.

Anderen(wij) zullen de Naam van de Heere, onze God in herinnering roepen.
Gevolg: Wij zijn opgestaan en staande gebleven.

Met andere woorden, als we knielen voor God, zal Hij ons doen opstaan en de kracht geven om staande te blijven.
Zij echter, die vertrouwen op eigen kunnen en mogelijkheden, zullen later door de knieën gaan en het onderspit delven.

De vraag is:
Op Wie of wat vertrouwen wij?




maandag 23 november 2015

Elk moment is een geschenk

Elk moment van de dag,
ontvangen uit Gods hand.
Stil worden, stil staan,
zodat de diepte daarvan landt.

Hem danken voor elk moment
waar Hij Zijn liefde onthuld.
Een kostbaar genadegeschenk;
vreugde, die mijn hart vervult.










zaterdag 21 november 2015

Ik zal er zijn!

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (105)


‘Ik ben die Ik ben’ is Uw eeuwige naam. 
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan. 
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
Uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.

Gister plaatste ik op mijn blog ‘Ogen die zien’ een foto van mijn laptop terwijl het nummer ‘Ik zal er zijn’ van Sela speelt, -dag 19 van mijn ‘verlangen/uitdaging’ om driehonderdvijfenzestig maal een snapshot te plaatsen van iets waar ik dankbaar voor ben, wat een zegen is, een genadegeschenk.
Zoals ik ook daar al bij schreef, klinkt dit lied al een tijdje door de speakertjes bij mijn laptop en het raakt me nog iedere dag zo diep, zo diep …
Op dit blog schreef ik daar al iets over, maar het is het bovenstaande couplet wat mij in beweging brengt om te gaan schrijven.
Het zijn deze woorden die steeds opnieuw, iedere dag weer, ja, zelfs vannacht als ik wakker werd en vanmorgen bij het opstaan, in mijn hart weerklinken en die ik eigenlijk steeds opnieuw, of in mijn gedachten of gewoon heel zachtjes, zing.
Terwijl ik mijn hondje uitlaat, aan het schoonmaken ben, de vaat doe …

'Ik ben die Ik ben …
… Uw eeuwige Naam …
Onnoembaar aanwezig …
… deelt U mijn bestaan …
Hoe adembenemend …
… ontroerend dichtbij …
Ik ben …
… Ik zal er zijn!'

Hoe diep is de betekenis van deze woorden!
Hoe ver reikt de volheid van deze woorden …


Ik ben die Ik ben … 
… Uw eeuwige Naam!

Ik ben die Ik ben …
Jaweh!

In Exodus 3:14 maakt God Zich op deze manier bekent aan Mozes.

‘En Mozes zei tegen God: Zie, wanneer ik bij de Israëlieten kom en tegen hen zeg: De God van uw vaderen heeft mij naar u toe gezonden, en zij mij zeggen: Wat is Zijn Naam? Wat moet ik dan tegen hen zeggen?
En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden.’

De SV vertaalt het met ‘Ik zal zijn, die Ik zijn zal’ en de NB zegt ‘Ik zal er zijn, zoals Ik er ben!’

God is er altijd al geweest; Hij was er, Hij is er en Hij zal er altijd zijn.
Hij is eeuwig en onveranderlijk; zowel in wezen als in karakter.

Wij mensen zijn even wisselend als het weer; de ene dag zus en de andere dag zo.
Wat zeg ik, we veranderen soms zelfs in een fractie van een seconde.
Alles om ons heen, wat er gebeurd, hoe we hebben geslapen, …, alles is vroeg of laat op de één of andere manier bepalend voor hoe we reageren of hoe we in het leven staan.
Daarnaast ontwikkelen wij ons, leren iedere dag bij (als het goed is); en wij zijn alles behalve eeuwig; hoe broos is niet ons leven
Het heeft een begin en een einde, en hoewel wij door het volbrachte werk van de Here Jezus uitzicht hebben op een eeuwig leven bij Hem, ons bestaan hier is veranderlijk, onvolkomen en vergankelijk.

God echter is niets van dit alles.
Hij is niet onderhevig aan omstandigheden of gebeurtenissen, Hij is immers de Schepper van alles en Hij heeft alles in Zijn hand.
Er is niets in deze gehele wereld, eronder noch er boven, waar Hij geen weet van heeft, waar Hij niet bij is, of wat Hij niet veranderen kan of naar Zijn hand kan zetten.
Hoe duidelijk zien we dit immers niet op vele plekken in de Bijbel, zo ook hier bij Mozes.
God heeft een plan met Zijn volk, en Hij volvoert dit plan; zet het naar Zijn hand.
Alles gebeurd precies zoals Hij het wilt, zoals Hij heeft gezegd.
Soms lijkt het voor ons mensen alsof alles verloren is, alsof Hij ons niet ziet en ons maar door laat tobben, maar niets is hiervan waar.
Het volk Israël dacht dit ook toen Mozes kwam vertellen dat God hun nood had gezien en hen zou redden van de farao, maar de farao hen juist nog harder liet werken, hen het leven nog zwaarder en moeilijker maakte.
Toch bleek dat alles precies gebeurde volgens Gods plan en hoe hebben zij (en wij daardoor ook) niet kunnen zien, dat God juist is wie Hij zegt dat Hij is en dat Hij doet wat Hij zegt dat Hij zal doen.

En zoals God Zich bekend maakte aan Mozes en hem vertelde hoe hij Hem bekend mocht maken aan het volk Israël, zo maakt Hij Zich ook aan ons bekend, want Hij is onveranderlijk.
Hij is nog steeds dezelfde God, de ‘Ik ben die Ik ben’; de ‘Ik zal zijn die Ik zijn zal’; de Schepper van hemel en aarde,  de God die ons heeft geschapen, van niets en niemand afhankelijk, maar is wie Hij is, en doet wat Hij zegt.

God -Jahweh- , …
O, hoe wonderlijk mooi is Zijn eeuwige Naam!


Onnoembaar aanwezig …
… deelt U mijn bestaan …

Onnoembaar aanwezig …
Onnoembaar, niet te benoemen, onmetelijke, met geen pen te beschrijven.
Er zullen nooit genoeg woorden of manieren zijn die kunnen weergeven hoe zeer Hij aanwezig is in ons leven.
En niet alleen aanwezig, Hij deelt werkelijk ons bestaan!
Niets gebeurd er waar Hij geen weet van heeft.
Al onze haren heeft Hij geteld en geen één daarvan zal verloren gaan.

‘… worden niet twee mussen voor een stuiver verkocht?- en niet één van hen valt neer op de aarde zonder uw Vader; maar van ú zijn zelfs alle haren op het hoofd geteld; …’
Mattheüs 10:30
(NB)

‘…maar geen haar van uw hoofd gaat verloren; …’
(Lucas 21:18
(NB)

‘… en zie, Ik ben met u, al de dagen, tot aan de voleinding van de wereld.’
Mattheüs 28:20
(NB)


Hoe adembenemend …
… ontroerend dichtbij …

Adembenemend …
‘It takes my breath away …’
Het ontneemt mij de adem …

Soms kan iets zo onvoorstelbaar zijn, zo indrukwekkend, zo buitengewoon, zo overweldigend, zo mooi of angstaanjagend, dat het ons de adem beneemt.
In het Oude Testament was God adembenemend angstaanjagend voor het volk Israël; Mozes moest maar hun woordvoerder zijn, want het volk was te bang voor God.
God was daar nog een God van heel veraf …

‘Heel de gemeente, als ze zien de donderstemmen, de bliksemschichten, de stem van de ramshoorn en de rokende berg; als de gemeente dat ziet, wankelen ze en gaan ver weg staan.
Ze zeggen tot Mozes: spreek jij met ons en we zullen horen; laat niet God met ons spreken, anders zullen we sterven!’
Exodus 19: 18,19
(NB)

Maar in de Here Jezus, door Zijn lijden en sterven voor onze zonden, is Hij dichtbij gekomen.
Zo ontzettend dichtbij …
Het ontneemt me de adem als ik bedenk dat Hij Zijn eigen Zoon overgaf voor mij om de straf, die ik had verdiend voor mijn zonden, op Zich te nemen.

Adembenemend …
Hij wist het welk lijden Hem te wachten stond …
Adembenemend is Zijn liefde voor ons …

‘Van toen af begon Jezus Zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel moest lijden door toedoen van de oudsten, de opperpriesters en de schriftgeleerden, dat Hij moest worden gedood  en op de derde dag door God worden opgewekt.’
Mattheüs 16:21
(GNB)

Adembenemend …
Zijn angst, Zijn strijd, Zijn gehoorzaamheid …
Adembenemend is Zijn liefde voor ons…

‘Hij raakte in doodsangst en Hij begon nog vuriger te bidden. Zijn zweet viel als bloeddruppels op de grond.’

‘Ik smeek U, vader, neem deze beker van Mij weg! Maar niet wat Ik wil, maar wat U wilt moet gebeuren.’
Lucas 22:44,42
(GNB)

Adembenemend is Zijn liefde voor ons …
De afwijzing, de immense pijnen die Hij moest lijden, moest doorstaan …
Verloochend door één van Zijn beste vrienden; vals beschuldigd; bespuugd, geslagen, gehoond, met doornen gekroond, gegeseld en weggeleid naar Golgotha om gekruisigd te worden voor onze zonden.

Adembenemend …
De zwaarte van Zijn lijden, de  eenzaamheid, Zijn sterven …
Adembenemend is Zijn liefde voor ons …

‘Al tegen twaalf uur in de middag werd het donker over het hele land; de zon was verduisterd tot drie uur toe … 

Eli, Eli, Lema sabachtani …  Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?

Toen scheurde het tempelgordijn middendoor en Jezus riep uit: ‘Vader, in uw handen beveel Ik Mijn geest.’

‘Het is volbracht!’

Toen Hij dat gezegd had, stierf Hij.’

Lucas 23:44,45a; Mattheüs 27:46, Lucas 23:45b,46a; Johannes 19:30b; Lucas 23:46b
(GNB)

Adembenemend …
Dat God, dat Jezus, dit voor mij, voor ons, overhad, wilde doorstaan …
Adembenemend is Zijn liefde voor ons …

‘Want God had de wereld zo lief dat hij Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.’
Johannes 3:16
(GNB)

En door dit alles zo dichtbij gekomen; ontroerend dichtbij!
Ontroerend: aangrijpend, hartverwarmend, indrukwekkend …

‘Nu wij dan een grote hogepriester hebben die door de hemelen is gekomen, Jezus, de zoon van God, laten wij dan aan deze belijdenis vasthouden; want wij hebben geen hogepriester 
die niet kan meelijden met onze zwakheden, maar een die evenzeer beproefd is geweest 
in alle dingen behalve de zonde. Laten wij dan met vrijmoedigheid komen tot de troon der genade, opdat wij ontferming verkrijgen en genade vinden tot hulp te rechter tijd.’
Hebreeën 4:14-16
(GNB)

‘Op Mijn verzoek zal de Vader jullie een ander zenden om jullie bij te staan, Iemand die altijd bij jullie blijft: de Geest van de waarheid. De wereld kan Hem niet ontvangen, omdat ze Hem niet ziet of kent. Maar jullie kennen Hem, want Hij woont bij jullie en zal in jullie zijn.’
Johannes 14:16,17
(GNB)

‘… en door die Geest roepen wij tot God: Abba, Vader!’
Romeinen 8:16
(GNB)

Ontroerend dichtbij …
Abba!
Papa!


Ik ben …
… Ik zal er zijn!

Ik zal er zijn!
De grote, ontzagwekkende ‘Ik ben die Ik ben’, die zal er altijd zijn, voor jou, voor mij, voor ons!
In elke omstandigheid en in elke situatie.
Hoe we ons ook voelen, wat we ook wel of niet ervaren, wat we wel of niet zien, Hij is er en zal er zijn.
Hij is erbij als we verdriet hebben, of nachten wakker liggen van de pijn.
Hij is erbij als we te horen hebben gekregen dat we ernstig of ongeneeslijk zijn; als we in rouw is gedompeld.
Hij is erbij als we geboren worden, als we opgroeien, trouwen, kinderen krijgen, sterven.
Hij is bij ons elk moment van ons leven; nooit laat Hij ons alleen!

‘Ik was voor U niet verborgen toen ik in dat duister groeide, als in het binnenste van de aarde. U zag mij toen ik nog geen vorm had, en al de dagen van mijn leven waren al vastgesteld, al geschreven in Uw boek voor er één enkele was aangebroken.’
Psalm 139:15,16
(GNB)

‘Ik droeg je vanaf je prilste bestaan, Ik nam je op de arm vanaf je geboorte. En Ik blijf je dragen tot je oud en grijs bent. Ik heb het gedaan en blijf het doen: Ik neem je op de schouders, Ik red je.’
Jesaja 46:3b, 4
(GNB)

‘Verborgen aanwezig, deelt U mijn bestaan …’

‘Wie zal ons scheiden van de liefde van de Gezalfde?- verdrukking of nood of vervolging 
of honger of naaktheid of gevaar of een zwaard?



Ja, ik ben er zeker van dat noch dood noch leven noch engelen noch overheden noch bestaande toestanden noch toekomstige noch machten noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel bij machte zal zijn ons te scheiden van de liefde van God die is in Christus Jezus, onze Heer.’
Romeinen 8:35,38,39
(NB)


‘O Naam aller namen, aan U alle eer!’ 





dinsdag 17 november 2015

Is hier nog iemand die in God gelooft?

Er was eens een professor in de filosofie die een zeer overtuigd atheïst was.
Zijn eerste doel was gedurende het eerste semester, de eerstejaars klas ervan te overtuigen dat God niet kon bestaan.
Zijn studenten durfden nooit met hem te discussiëren daarover, vanwege zijn onweerlegbare logica.
Al 20 jaar lang gaf hij op deze manier les, en nooit was iemand tegen hem ingegaan.
De studenten discussieerden wel onderling, maar nooit tegen hem.
Dit vanwege zijn enorme reputatie.

Iedere keer aan het einde van het eerste semester op de laatste dag, zei hij tegen zijn klas van 300 studenten: Als er nog iemand is die in God gelooft, sta op!
In de afgelopen 20 jaar was er echter niemand opgestaan.
Alle studenten wisten wat er nu zou gaan gebeuren.
De professor vervolgde: Iemand die in God gelooft is namelijk een stommeling!
Als God zou bestaan, dan zou Hij voorkomen dat dit stukje kalk op de grond uit elkaar zal spatten.
’t is een simpele opdracht om te bewijzen dat Hij God is, maar Hij kan zelfs dat niet!
En ieder jaar gooide hij dan een stukje kalk op de grond en iedere keer spatte het uit elkaar in duizend stukjes.
De studenten konden dan niets anders doen dan toekijken.
De meesten waren dan ook overtuigd dat God niet bestaat.
Zeker, onder hen waren ook christenen, maar ook zij durfden niet op te staan.

Het afgelopen jaar was er een jongeman die ook les kreeg van deze professor.
Hij was een Christen en had ook de verhalen over de prof gehoord.
Hij moest de colleges filosofie volgen, omdat het verplicht was voor zijn diploma.
Ook hij was bang om tegen de professor in te gaan.
Maar gedurende het semester bad hij iedere keer, om toch te mogen opstaan aan het eind van het semester.
Dat, ondanks alles wat de prof zou zeggen of zijn medestudenten van hem zouden denken.
Hij bad dat zij zijn geloof niet zouden kunnen schaden.

Uiteindelijk was de dag daar.
De professor sprak: Als hier iemand is die nog in God gelooft, sta op!
De professor en de andere studenten keken verbaasd en geschokt om toen de jongeman opstond.
De professor schreeuwde: Stommeling!
Als niks van wat ik je dit semester verteld heb je heeft overtuigd, dan ben je echt een stommeling!
Ik zal je nu bewijzen dat ik gelijk heb.
Namelijk als God bestaat, dan zal Hij dit stukje kalk niet kapot laten gaan als het de grond raakt.

De professor wilde het stukje kalk laten vallen, maar het gleed uit zijn vingers, door de mouw van zijn colbert, langs zijn broekspijp en op zijn schoen.
Daarna stuiterde het op de grond en rolde ongebroken verder.
De mond van de prof viel open van verbazing toen hij de kalk zag wegrollen.
Hij keek de jongeman aan en rende de zaal uit.
De jongeman liep verder naar voren en getuigde van zijn geloof in Christus.
Zijn medestudenten gingen weer zitten en luisterden naar wat hij vertelde over Gods liefde en trouw.


©Bron mij onbekend


zondag 15 november 2015

Geborgen!


Als ik kijk naar de wereld,
vrees ik voor morgen.

Als ik kijk naar mijzelf,
maak ik me zorgen.

Maar als ik kijk naar Jezus,
weet ik me geborgen.

Corrie ten Boom                



maandag 9 november 2015

Liefde voorbij woorden ...

In dit 'hoofdstukje' staan een paar uitspraken over liefde, woorden en daden.
Zeggen dat je van iemand houdt is vaak niet zo moeilijk, je woorden omzetten in daden is vaak een ander verhaal, dat vraagt namelijk wat van onszelf, het kost wat.
Ik denk dat we vaak vergeten dat liefde een werkwoord is, en niet iets dat we alleen maar wel of niet voelen.
Een citaat uit het hoofdstukje van Pat Williams:

'Love is an action - it means doing, serving, giving.'
Liefde is een actie - het betekent doen, dienen, geven.'


Echte liefde doet een mens verder kijken
dan wat zichtbaar is, wat hoorbaar is.
Echte liefde kijkt door de buitenkant heen
naar wat verborgen is.

Echte liefde ziet de ziel in nood;
de tranen, die in stilte worden geweend.
Echte liefde zet woorden om in daden.

Echte liefde is liefde in actie;
is dienen en geven.
Echte liefde vinden we in ons grootste voorbeeld;
Zijn Naam is: Jezus!


N.a.v.  het stukje ‘Love beyond Words'uit >> ‘Love is …’ – Promise Journal



woensdag 4 november 2015

Stel de juiste vragen!

Woord van de Maand
Door: Tjitske Meijer

'Waarom vertelt U altijd van dit soort gelijkenissen?'

Mattheüs 13:10
(Het Boek) 


Onlangs hoorde ik van een goede vriend dat hij was uitgenodigd om te komen spreken ergens in Nederland.
Het thema waarover hij zou spreken was: 'Heb geloof als een mosterdzaadje.'
Hij vertelde aan zijn toehoorders dat hij dit een van de meest deprimerende teksten vond in de Bijbel. - hem kennende weet ik dat dit niet voor hem geldt –
Maar de reden waarom hij dit zei was: 'Ik wilde mijn toehoorders hiermee prikkelen, aansporen, tot nadenken stemmen.'
Of ze hem begrepen weet ik niet, of hij tot zijn doel gekomen is?
Laten we het hopen.

Jezus sprak in veel gelijkenissen om de aandacht van de mensen te prikkelen.
Maar lang niet iedereen begreep Zijn gelijkenissen.
Ik denk zelfs de meesten niet.
Ik denk dat de mensen het wel mooi vonden wat Hij hen allemaal vertelde, maar niet begrepen wat Hij werkelijk zei.
En dat zij zonder er verder over na te denken, zoals velen van ons doen na een goede preek, weer gewoon naar huis gingen.
Zelf ben ik iemand die heel veel vragen stelt.
Aan mijzelf, aan mijn vrienden en mensen die op mijn pad komen, maar ook aan God.
Waarom stelden zij Hem geen vragen?
De Wijsheid Zelf was in hun midden!
Het stellen van vragen had hen juist kunnen helpen om beter te begrijpen wat Jezus bedoelde.
Ook Zijn discipelen begrepen lang niet alle gelijkenissen maar op een gegeven moment kwam dan toch de vraag: 'Waarom vertelt U altijd van dit soort gelijkenissen?'
Zij hadden wel begrepen dat, wanneer zij Hem dit niet zouden vragen, zij ook geen steek verder zouden komen dan alleen maar gissen wat Hij nu eigenlijk bedoelde.
Wanneer de discipelen een vraag aan Hem stelden, geloof ik dat de werkelijke reden hiervan was, dat zij ergens naar op zoek waren.
Zij begrepen dat hun vraag een hulpmiddel was om iets te weten te komen wat zij niet wisten of begrepen.

We lezen dat velen die het onderwijs van Jezus aanhoorden weer naar huis gingen.
Sommigen misschien wel schouderophalend, anderen misschien met een gefronst voorhoofd of
teleurgesteld.
Waarom?
Omdat het niet had gebracht wat zij ervan verwacht hadden.
Jammer dat zij Hem geen vragen hadden gesteld.
Denk je niet dat Jezus er op wachtte dat zij met vragen zouden komen?
Reken maar.
Maar de meesten gingen naar huis en pakten de dagelijkse dingen van alledag weer op.
Er was slechts een enkeling die Hem iets vroeg en sommigen van hen stelden een vraag uit eigenbelang.
Zoals b.v. de rijke jongeling.

Ja, degenen die veel vragen stelden waren de farizeeën maar zij stelden vragen om Hem te
verzoeken zodat zij Hem op Zijn woorden konden vangen.
En dan zijn er, zo ook onder Gods kinderen, die wel vragen stellen maar meer om verdeeldheid te zaaien.
Om die ander aan het twijfelen te brengen.
Wees niet bang om vragen te stellen maar stel wel de juiste vragen en ga naar de Juiste Persoon!
Ga naar Jezus die zelf ook vragen stelde.
Daar is niks mis mee!

Hartelijke groet,
Tjitske






maandag 2 november 2015

Open ogen ...

Voor ik vanmorgen naar de VrouwenBijbelstudiegroep ga, laat ik mijn gedachten nog weer een gaan over wat ik allemaal heb gelezen, over de vragen die ik heb beantwoord, en de conferentie waar ik net van terug ben.
Het thema van de conferentie was 'Waardevol leven' en eigenlijk vind ik het heel mooi aansluiten, zo niet verweven, met het thema dankbaarheid van onze Bijbelstudie van dit jaar.
Want, wordt ons leven niet waardevoller door daar mee bezig te zijn?
Wordt ons leven niet waardevoller door gas terug te nemen, stil te staan om zo te kunnen ontdekken welke geschenken God ons gedurende de dag geeft?

Dankbaarheid ...
Vreugde ...
Waardevol leven ...


Mijn een na laatste blogje gaat over mijn verlangen naar ogen die zien.
Ogen die anders gaan kijken, dieper, verder, wijder ...

De DVD  'Duizendmaal dank, liet een fragment zien van een afgebladderde, blauwe leuning van een schommelstoel en dit moment, deze foto, staat in mijn geheugen gegrift.
Een snapshot van iets zo gewoons, en wat veranderde in iets buitengewoons.
Met dat fragment werd ik stilgezet, werd er iets in mij losgemaakt en een verlangen om dit soort momenten (ook) vast te gaan leggen, werd in mijn hart geboren.
Nee, ik ben geen fotografe, ik heb niets eens een fatsoenlijke (digitale) camera;  de  camera op mijn eenvoudige telefoon is zelfs nog beter dan het kleine digitale cameraatje die ik heb.
Maar daar gaat het niet om, ik hoef geen waanzinnig mooie foto's te maken; foto's waarin alles klopt aan belichting, positie, compositie, kleur of ...
Het gaat om het vastleggen van een moment, of iets, een ding.
Niet om de foto, niet om de kwaliteit van de foto, maar om het moment van ontdekken, het moment van zien, het moment van dankbaarheid, dankbaarheid aan de Gever achter het geschenk.
Om vervolgens de vreugde die Hij geeft in mijn hart te ontvangen en zo Zijn vreugde mijn kracht te laten zijn.

Ogen die zien ...
Een uitdaging, zal het me lukken om 365 dagen lang een snapshot te maken van alles wat ik mooi vind, wat me raakt, wat me blij maakt; oude dingen en nieuwe dingen?
De afgelopen maanden van rust in het schrijven door bepaalde omstandigheden is eigenlijk tevens ook een periode geweest van bezinning en dit is op mijn weg gekomen: dankbaarheid, waardevol leven.
Het is alsof ik mijn  ogen sluit, mijn hand in die van Hem leg en met de eerste foto van op mijn nieuwe Blog een stap zet in iets nieuws, waarvan ik niet kan overzien wat het verder teweeg gaat brengen, wat de gevolgen zullen zijn.
Maar de vreugde, die de laatste paar weken in mijn hart is, en het wonder van genezing van mijn ziel, die een nog diepere en intensere vreugde heeft gebracht, drijven mij. 
En het is alsof ik klim, hoger, en hoger, en hoger ...
Dichter, en dichter , en dichter bij  Hem, 
Ogen die zien ...
Open ogen ....

Open ogen
voor bijzonderheden
in gewone dingen.

Open ogen
voor speciale momenten,
die mij doen zingen.

Open ogen
voor wat Hij
geschapen heeft.

Open ogen
voor al het mooie
dat Hij geeft.

Open ogen
voor als Hij
wenkt.

Open ogen
voor de Gever
achter elk geschenk.