Gedichten (en enkele gedachten, samenvattende woorden en/of citaten) bij het boekje >> 'Liefde tot het einde' van Susannah Spurgeon.
Hoofdstuk 9.
‘… richt Uw weg voor mijn aangezicht.’
Psalm 5:9
Susannah Spurgeon
‘Richt Uw weg’. Lieve Heere, het is niet dat Uw wegen ooit krom zijn of afwijken, maar mijn ogen zijn geneigd om naar zijpaadjes te kijken, waar de weg niet zo oneffen is, of het wandelen erop niet zo moeizaam als op de verheven baan van de Koning!’
Dit hoofdstuk is één groot gebed; een roep die klinkt vanuit menig vermoeide en verslagen ziel, die bang is dwalende te zijn.
Een gebed om een luisterend oor van onze hemelse Vader, om Zijn leiding en onderwijs.
Om de smalle weg te gaan door de kracht van Zijn liefde.
Om Zijn bescherming en leiding om op de juiste weg te blijven
Om Zijn hand die ons vasthoudt en leidt als we om welke reden dan ook de weg niet kunnen zien.
Om Zijn genade om te blijven vertrouwen wat er ook gebeurt.
Dat we ons over zullen geven aan Zijn leiding en ‘zwaar’ op Hem zullen blijven leunen bij gevaren; dat onze ogen gericht zullen blijven op de vreugde die ons wacht en dat Hij ons zal verlossen van het kleinste verlangen om af te wijken, of te treuzelen.
Gods woord zegt dat Zijn wegen niet onze wegen zijn en Zijn gedachten niet onze gedachten, maar Hij kan wel onze gedachten vullen met die van Hem en mijn wegen maken tot die van Hem.
Dat Hij dit wonder toch in ons zal uitwerken en we Zijn wegen zullen gaan.
‘Laat mijn ziel zo werkelijk en bestendig in U blijven, zo waarachtig en teer, dat ik mij altijd bewust ben van Uw lieflijke aanwezigheid, en dat ik nooit ook maar één stap zal doen bij Uw ondersteunende en verlossende hand vandaan!’
Persoonlijk gebed
Het is inmiddels meer dan twee jaar geleden dat ik onderstaan gedicht schreef naar aanleiding van dit hoofdstuk.
De omstandigheden drukken toen erg zwaar, en hoewel er inmiddels vele dingen veranderd zijn, is dit hoofdstuk, als ook het gedicht, nog net zo actueel als toen.
Een nieuwe dag ligt voor mij;
de zon schijnt naar hartenlust.
Maar mijn gemoed is zwaar
en mijn ziel lijkt maar half verlicht.
De noden van mijn kinderen drukken;
ik wil ze helpen waar ik kan.
Er voor ze zijn waar nodig is, en dus
kom ik, Heer, voor Uw aangezicht.
Ik heb het nodig dat U mij leidt,
zodat ik ook hierin Uw wegen ga.
Ik wil U niet voor de voeten lopen,
en bid om Uw wijsheid en inzicht.
Help mij, Heer, in het maken en
in het nemen van de juiste keuzes.
Maar laat mij toch in alles bovenal
op U en op Uw woord zijn gericht.
U bent mijn sterkte en mijn kracht,
samen met U kan ik alles aan.
Zolang ik maar blijf lopen op
de weg die door U wordt verlicht.
Lieve Vader, wijs zo een ieder van ons
de weg die U wil dat elk van ons gaat.
Geef ons het geloof en vertrouwen dat U
daarop elk moment naast ons staat.
Houd vast als het duister het zicht ontneemt,
geef moed en kracht, daar waar het ontbreekt.
Geef ogen die zien, en oren die horen als U,
op welke wijze dan ook, tot ons spreekt.
Maak één Uw en onze wil, Uw en onze gedachten,
leer en onderwijs ons iedere dag weer.
Doe ons volhouden tot het einde toe, ja, tot
wij U zien van aangezicht tot aangezicht, o Heer.
- Amen -