woensdag 18 juli 2018

Dagboek van een Bijbel (vakantie)

Om over na te denken!
Iedereen een hele fijne en gezegende vakantie toegewenst!

Dag 1
Vandaag ben ik opgepakt en bij de andere boeken en kleren op de tafel gelegd.
Ik kan wel een gat in de lucht springen: Ik ga op vakantie!

Dag 2
Iemand heeft me in een koffer gelegd. Het is hier wel erg donker en een beetje benauwd, maar dat zal niet lang duren. We gaan naar de zon!

Dag 3
Ik heb het niet best, want ik ben behoorlijk door elkaar geschud. De meest vreemde geluiden heb ik gehoord. Auto’s, bussen, een trein, stemmen via luidsprekers over tijden van vertrek. En toen hebben ze de koffer waar ik in zit op een band gegooid en daarna ben ik echt de kluts kwijtgeraakt. Nu hoor ik al uren lang een zacht gezoem; ik geloof dat ik vlieg!!

Dag 4
Oei, wat is het hier warm! Heerlijk! Ik lig hier echt te genieten op m’n plankje in de zon. En een mooie kamer! Te gek! Ze noemen zoiets een appartement geloof ik. Alles staat erin: tv, koelkast, bankstel en ga zo maar door. En een balkon op het zuiden, met uitzicht over een prachtige blauwe zee! Het lijkt wel een sprookje zo mooi. Het liefst zou ik nu een van die Psalmen willen zingen die zo ongeveer midden tussen mijn twee kaften staan: “O Heere, onze Heere, hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde!” Nu ja, vanavond als ze terug zijn van het zwemmen, dan zullen ze wel een stukje uit mij lezen, om God te danken voor deze wonderlijke mooie dag ...

Dag 5
Vandaag ben ik een beetje verdrietig. Nee, niet vanwege het weer ofzo. Het is nog steeds stralend zomerweer. Maar omdat nog niemand mij van mijn plankje heeft gepakt. Niemand kijkt naar mij om. Ze laten me maar liggen. Ze lachen en doen spelletjes en schrijven hele puzzelboeken vol, maar je moet niet denken dat er nu eens iemand een beetje aandacht voor mij heeft. Jammer nou!!

Dag 6
Vanmorgen dacht ik even: Hoera, vandaag hebben ze me nodig: het is zondag en dan gaan ze vast en zeker naar die kerk beneden in het dorp. Ik hoorde al vroeg de klokken luiden! Maar nee hoor, niets daarvan. Ze bleven allemaal urenlang op hun bed liggen. Toen dacht ik: dan zullen ze vanmiddag wel bij het eten wat uit mij lezen! Maar nee, ook dat gebeurde niet. Het lijkt wel alsof ik hier helemaal niet nodig ben. Wat ik daarvan vind? Ik vind het ondankbaar! Hebben zij misschien de zon en de zee geschapen? Een mens kan toch alleen maar echt leven als hij Gods Woord binnenlaat in het huis van zijn hart??

Dag 7
Ik lig hier nog steeds. Er ligt stof op mijn kant.

Dag 8
Vanmorgen voelde ik me opeens heel gelukkig. Iemand nam me van m’n plank, blies het stof van me af, bladerde wat in me ... ik dacht: “Nu gaan ze me lezen!” Maar ik hoorde alleen een stem die zei: “Hier heb ik het: Amos, een profeet met vier letters en de eerste is een A”

Dag 9
Ik ben weer thuis. Ik lig onder de plakboeken op de televisie. Verder ligt iedereen op bed. Doodmoe van de reis. Ik kan wel huilen. Maar toch geef ik de moed niet op! NOOIT !! Want er komt een dag, waarop iemand zal ontdekken hoeveel moois er in mij verborgen zit ... !!!









Schrijver is mij onbekend