dinsdag 31 december 2019

De Trooster van de treurenden ...

Gedichten (en enkele gedachten, samenvattende woorden en/of citaten) bij het boekje >> 'Liefde tot het einde' van Susannah Spurgeon.
Hoofdstuk 7.



'Hij zal de dood verslinden tot overwinning, en de Heere Heere zal de tranen van alle aangezichten afwissen.'
Jesaja 25:8

‘En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn;noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn voorbij gegaan.’
Openbaring 21:4

‘Gij hebt mijn omzwerven geteld; leg mijn tranen in Uw fles; zijn zij niet in Uw register?’
Psalm 56:9

Het einde van het jaar nadert; om me heen klinkt van alle kanten het vuurwerk.
Met ieder jaar dat verstrijkt, krijg ik er een grotere hekel aan.
Maar na de laatste berichtgevingen verlang ik hevig naar een algemeen verbod op het vuurwerk.
Mijn hart huilt om wat er van de mensheid aan het worden is, van wat men elkaar aandoet.
Ik weet dat het me niet moet verbazen, en dat doet het ook eigenlijk niet, maar het doet me verschrikkelijk veel pijn en verdriet en leg de bede om Zijn terugkeer meer en meer op mijn lippen.

Mijn hart treurt ook om mijn kinderen, om wat er in hun levens gebeurt; in het bijzonder van twee van hen.
Ik heb deze maand dan ook al vele en vele tranen vergoten.
Hoe toepasselijk is dan dit hoofstukje van het boekje van Susannah Spurgeon aan het einde van het jaar; de ‘Trooster van de treurende’.
Laat me jou, als je ook een treurende ben, even meenemen naar de woorden waar  ze dit hoofdstukje mee begint.

‘Kom, alle droevige, treurende zielen, en zie wat een kostbare parel van belofte God uit de diepten van uw zee van aanvechting tevoorschijn heeft gebracht.’

Een kostbare parel van belofte, waarin Gods liefde en medelijden zo doorklinkt.
Een kostbare parel van belofte, die onze treurende ziel troost en vertroost.
Te midden van onze zee van aanvechting klinkt daar Gods woord:
‘Hij zal de dood verslinden tot overwinning, en de Heere Heere zal de tranen van alle aangezichten afwissen.'
Als ook …
'En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn voorbij gegaan.'
En …
'Gij hebt mijn omzwerven geteld; leg mijn tranen in Uw fles; zijn zij niet in Uw register?’

Of het nu tranen zijn om onze zonde, om lichamelijk of geestelijk lijden, of het verlies van een dierbare, werk, gezin … God ziet onze tranen en er komt een dag dat Hij ze van onze ogen zal wissen.
Er komt een dag dat er een einde komt aan al onze pijn en verdriet.
En het feit dat Hij ze bewaard in Zijn fles laat ons weten dat elke traan door Hem wordt gezien en voor Hem belangrijk is om straks te drogen.

O, er staan in dit hoofdstukje nog zoveel mooie dingen, helaas kan en mag ik ze hier niet neerschrijven, maar één ding wil ik nog wel als citaat ter bemoediging noemen.
‘Tranen komen misschien, en ze moeten ook komen, maar als ze opwellen in ogen die aldoor opzien tot U en de hemel, zullen ze glinsteren in het stralende licht van de toekomende heerlijkheid.’


God ziet mijn tranen

Heer, welk een kostbare belofte geeft U in Uw woord!
Nee, niet eenmaal, maar zelfs tot tweemaal toe.
Welk een Vaderlijke ontferming wordt hier zichtbaar,
welk een troost en mededogen klinken hierin door.

U ziet onze tranen, en elke is belangrijk voor U.
Niet één wordt er vergeten, of over het hoofd gezien.
Ze worden allen vergaard en bewaard in Uw fles,
omdat U van mij houdt, en ik U toe behoor.

Tranen van spijt en berouw,
tranen van pijn en verdriet.
Tranen van moeite en zorg;
er is geen traan die U niet ziet.

En hier klinkt Uw woord:
‘Ik zal je tranen drogen;
ze Zelf wissen van je gezicht.’
Welk een liefde en mededogen!

Nu zullen tranen nog stromen door allerlei moeiten en zorg,
nog  zijn er tranen van pijn en verdriet, van berouw en spijt.
Maar zie op naar Hem, naar de hemel, met elke traan die je huilt,
en besef dat ze glinsteren in het licht van de toekomstige heerlijkheid.

vrijdag 20 december 2019

maandag 2 december 2019

Moed en gehoorzaamheid

Nu het einde van het jaar nadert,  zwierven mijn gedachten afgelopen week van mijn OneWord naar Advent en de Kerstdagen.
Hoewel de boodschap van Kerst belangrijk voor mij blijft, staat de  rest mij steeds meer tegen.
Toch -misschien wel doordat alles dit jaar zo heel anders is, ervaar ik het verlangen om er weer eens schrijvend mee bezig te zijn in combinatie met mijn OneWord.

En zo gingen mijn gedachten van Maria naar mijn OneWord ‘Moed’, en daar vandaan weer terug naar Maria, en vervolgens naar haar ontmoeting met de engel Gabriël, en dan naar het moment dat Maria tegen hem zegt: ‘Zie, de dienares van de Heere, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord.’
(>> Mattheüs 1:38)


Ik heb bewondering voor deze jonge vrouw, voor dit jonge meisje, en wat kan ik ontzettend veel van haar leren!
Iedere keer als ik het lees, verbaas ik mij over haar reactie en denkwijze.
Waar ik geschokt zou zijn over de verschijning van de engel, was zij in verwarring over wat hij zei en vroeg zij zich af wat hij toch bedoelde.
Waar ik waarschijnlijk gezegd zou hebben ‘ho eens even, begin eens opnieuw en leg me allemaal eens haarfijn uit wat je bedoel’, vroeg zij maar alleen hoe het allemaal zou kunnen, omdat ze niet getrouwd is.
En waar ik bijna zeker gevraagd zou hebben om tijd om er eens goed over na te denken of ik dit wel zie zitten en wil, zegt zij:  ‘Zie, de dienares van de Heere, laat met mij geschieden overeenkomstig uw woord.’

En zo word ik stilgezet bij haar gehoorzaamheid.
Ze gaat niet met de engel in discussie, ze komt niet met allerlei bezwaren, ze legt hem niet de problemen en de ellende die hier uit voort kunnen komen voor.
Nee, ze heeft alleen een praktisch vraag, en als deze is beantwoord, onderwerpt zij zich zondermeer aan wat de engel haar zegt.
En zo verandert dit jonge meisje voor mijn ogen in een moedige vrouw, die bereid is om te doen wat God van haar vraagt ongeacht de gevolgen die dit voor haar kan hebben.


Soms vraagt gehoorzaamheid om moed.
Moed om uit te stappen.
Moed om misschien ergens mee te stoppen.
Moed om misschien ergens heen te gaan, of moed om een bepaalde taak op je te nemen.
Moed om ergens aan te beginnen zonder dat je weet waar het zal eindigen.
Moed om misschien voor je gezin te kiezen in plaats van meer werken om vaker op vakantie te kunnen.
Of misschien wel moed om juist iets niet te doen terwijl alle anderen het wel doen.
Of moed om ergens niet heen te gaan, terwijl al je collega’s wel gaan.
Moed om …
Moed om gehoorzaam te zijn omdat God het zegt in Zijn woord, of van je vraagt.


Maria’s antwoord getuigde van een flink porti moed.
Moed, die voortkwam uit haar geloof en vertrouwen in God.
Moed om gehoorzaam te zijn ondanks wat het haar waarschijnlijk zou gaan kosten.
Moed om niet te kijken naar wat de gevolgen zouden zijn, maar om te blijven zien op Hem Die dit van haar vroeg.
Moed om haar hoofd te buigen en te zeggen: ‘Uw wil geschiede!’


Moed en gehoorzaamheid,
onlosmakend met elkaar verbonden.
Wordt gehoorzaamheid immers niet geleerd
door lijden heen, door dingen die ons verwonden?

Moed en gehoorzaamheid,
op één lijn met geloof en vertrouwen.
Met een hart dat bereid is ‘ja’ te zeggen tegen
welk plan de hemelse Vader ook zal ontvouwen.