Laten het toch geen loze woorden zijn, als we een ander beloven om voor hem of haar te bidden.
In de jaren die achter me liggen, werd ik me daar steeds meer van bewust, en het werd steeds belangrijker voor mij om te zorgen dat ik ook echt deed wat ik had beloofd, en dus schreef, -en schrijf, ik de naam op van degene aan wie ik beloofd heb om voor te bidden.
En helaas gebeurt het me dan soms nog dat ik pas later denk aan wat ik had beloofd.
Toch blijft mijn streven om ervoor te zorgen, dat mijn ‘Ik bid voor je’ geen loze woorden zijn, maar dat ik werkelijk doe wat ik heb beloofd.
Vanuit de woorden ‘Ik bid voor je’, vanuit hoe belangrijk het is om te doen wat ik heb beloofd, en de impact die mijn (onze) gebeden hebben, schreef ik het volgende gedichtje.
Het helpt mij om me bewust te zijn van de diepte en reikwijdte van deze vier woordjes.
En als ik tegenwoordig tegen iemand zeg: ‘Ik bid voor je’, klinken de woorden van het eerste coupletje van het gedichtje in mijn gedachten …
Als ik zeg
‘ik bid voor je’,
dan wil ik dat je weet
dat dit geen
loze woorden zijn,
maar dat ik je
werkelijk breng
voor Gods troon
en Hem vraag te komen
in al je verdriet,
al je zorgen,
en al je pijn.
Als ik zeg:
‘ik bid voor je’,
weet dan ook
dat er Iemand is
die al mijn gebeden hoort.
Hij zal voor je zorgen,
je troosten en bemoedigen;
door Hem mag je weten
dat er achter elk
nachtelijk duister
een nieuwe morgen
gloort.