donderdag 31 december 2015

Ook voor 2016: Vertrouwen

Het jaar 2015 is bijna voorbij, en als ik teruglees wat ik schreef op de eerste dag van dit jaar, ervaar ik dat ik deze tekst ‘Vertrouw op de HEERE met heel je hart, steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Hij je paden rechtmaken’ uit Spreuken 3 (vers 5,6) ook mee ‘moet’ nemen naar het komende jaar, naar 2016.
Het voelt alsof God mij nog veel meer wilt leren over ‘vertrouwen’.
En hoewel ik best een ander woord zou willen hebben voor het nieuwe jaar, de gevoelens zijn zo sterk, dat ik ze niet kan, en wil, negeren.


Het was opnieuw een bewogen jaar.
Naast wat er in ons gezin speelt, was daar ook mijn strijd wat betreft onze gemeente.
Hoe verdrietig was het om afscheid te nemen van de gemeente waar we zo’n 19 jaar zaten, hoeveel strijd, pijn en moeite heeft het mij(ons) niet gekost om deze stap te zetten.
Hoeveel tranen heb ik niet vergoten om wat eens was, om vervolgens toch ook weer te ontdekken dat God alles gebruikt.
Nee, ik zal nooit zeggen dat dit alles Gods plan was, maar ik geloof wel met heel mijn hart dat God alles wat er gebeurt, kan gebruiken om er iets goeds en  moois uit voort te doen komen.
En dat heeft Hij in dit geval zeker gedaan.
Inmiddels hebben we een plekje gevonden in een andere gemeente, en heb ik ook daar al wel even enkele van mijn gaven en talenten in mogen zetten, maar ik heb me nog nergens aan verbonden.
Na alles is tijd en ruimte voor mezelf even heel erg belangrijk; tijd en ruimte om uit te rusten, en tijd en ruimte om te ontdekken wat Zijn wil is.
Want met het afscheid van de gemeente, is daar ook het afscheid van het Secret Sister Program.
Er was nog een prachtige laatste afsluitingsavond, en …  voorbij …

Met onze VrouwenBijbelstudiegroep sloten we de studie over Identiteit af, en zijn begonnen met een studie over Dankbaarheid, maar o, ook deze overgang had even wat voeten in de aarde, en ook dit had ik bijna opgegeven; verward en vermoeid als ik was door alles wat er gebeurde.
Maar wat ben ik blij en dankbaar dat God mij daarvan heeft weerhouden!
Want, wat hou ik van deze vrouwen, wat zijn ze me kostbaar; wat is deze tijd om samen met hen na te denken en te spreken over Gods woord me dierbaar!
Wat een kostbaar onderwerp en welk een zegen voor mijn eigen leven!

Ach, en zo waren er nog vele andere dingen, verdrietige, moeilijke, pijnlijke, maar ook mooie, verheugende, waardevolle en (zeer) kostbare, waaronder het wonder van genezing dat ik mocht ontvangen.


De woorden van Spreuken 3:5,6 zijn heel wat keren in mijn gedachten en gebeden geweest afgelopen jaar.
Te midden van alle onzekerheden die er weer waren, wilde ik op Hem vertrouwen.
Ik wilde niet mijn wegen gaan, maar die van Hem, maar wat was, en is, het soms moeilijk om te ontdekken wat Zijn wil is.
Soms was het heel duidelijk, maar soms ook in het geheel niet.
Soms was het uiteindelijk niet anders dan een optelsom maken van wat er speelt en op basis daarvan keuzes maken.
Tja, we hebben ook ons gezonde verstand niet voor niets gekregen …

En zo, als het einde van het jaar 2015 is gekomen en ik de balans opmaak, kan ik niet anders dan doen dan in 2016 voortgaan op de ingeslagen weg van het vorige jaar met deze woorden uit Spreuken 3.
Ik heb nog veel te leren; God is (nog lang) niet klaar met mij.
Maar ik verlang ernaar om Hem nog meer te leren kennen, Hem nog meer te leren vertrouwen, Hem te eren door steeds meer en meer aan Hem toegewijd te zijn.
Hem te dienen en groot te maken op de plaats waar Hij mij wilt hebben.
En ik vertrouw erop dat Hij mij zal laten zien waar en hoe.

Lieve Vader in de hemel, 
gekomen aan het einde van dit jaar, leg ik alles in Uw handen.
Al mijn gedachten en mijn gevoelens, mijn gebeden, mijn hoop en mijn verlangens; al mijn vragen en mijn zoeken, al mijn onzekerheden en mijn angsten, alles wat in mij is en in mij leeft, geef ik aan U.
U, die al mijn gedachten kent, ja, mijn diepste roerselen.
Dank U, Vader, dat U bij mij was op elke weg die ik ging, bij elke beslissing die ik nam, bij alles wat ik deed.
Dank U, dat U mij leidde, maar breng mij waar ik mijn eigen wegen ging, terug op de rechte weg, op Uw weg.
Dank U wel, voor Uw trouw, voor Uw liefde, Uw goedheid en Uw genade!
Dank U wel, voor wie U bent!
Heer Jezus, ik hou van U, meer dan ik met woorden zeggen kan.
Hier ben ik …

Met heel mijn hart
wil ik op U vertrouwen,
en niet op wat ikzelf denk
dat goed zal zijn.
Ik wil U betrekken in alles wat ik doe
en in elke beslissing die ik neem,
zodat mijn leven U zal behagen
en tot Uw eer en glorie van zal zijn.              

- Amen -










vrijdag 25 december 2015

Ik gaf wat Mij het dierbaarst is!



Heer, Uw woord klinkt:
‘Want een Kind is ons geboren,
een Zoon is  ons gegeven,
en de heerschappij rust
op Zijn schouder.
En men noemt Zijn Naam
Wonderlijk,  Raadsman,
Sterke God,
Eeuwige Vader,
Vredevorst.’

Mijn kind,
vandaag herdenk en vier je
de geboortedag van Mijn Zoon,
die Ik naar de wereld gezonden heb
tot redding en verlossing,
ja, tot verzoening tussen jou en Mij.
Daartoe heb Ik Hem alle macht gegeven,
in de hemel en op de aarde.
Alles heb Ik aan Hem onderworpen
en Ik heb Hem boven alles verheven
en tot hoofd van de gemeente gesteld.

Alle namen die Hij heeft,
en die staan op getekend in Mijn woord,
zeggen iets over Hem,
over wie Hij is en waarvoor Hij kwam.
Laat alles diep doordringen in je hart;
overdenk het en bewaar het!

Zijn Naam is wonderlijk,
want Hij was mens en God.
Wonderlijk; zie eens naar Zijn werken
en daden!

Ook Raadsman is Zijn Naam,
want Mijn Geest rust op Hem,
de Geest van wijsheid en inzicht,
de Geest van raad en sterkte,
van Mijn kennis.

Hij is één met Mij en draagt zo ook
Mijn Naam: sterke God.
Uit Zichzelf kon Hij niets doen,
maar Hij deed wat Hij Mij heeft zien doen.

Hij is altijd Dezelfde,
gisteren, vandaag en tot in alle eeuwigheid.
Hij is het eeuwige leven
dat Ik aan jullie heb laten zien.
Eeuwige Vader is zo ook Zijn Naam,
en daarom mag jij je veilig
en geborgen weten
elke dag van je leven.

Hij is de ook de Vredevorst;
Hij is Degene die vrede is komen brengen.
Een vrede, die alle verstand te boven gaat.
Hij zegt het je Zelf:
‘Vrede laat Ik bij jullie achter;
Mijn vrede geef Ik jullie,
een andere vrede dan de wereld geeft.
Maak je niet ongerust
en wees niet bang.’

Mijn kind,
laat vandaag zo de betekenis
achter wat je vier deze dag
diep tot je doordringen
en met je meegaan.
Vandaag, en alle dagen
die Ik je schenk.
Put kracht uit Zijn namen
om vol te houden
en verheug je
in wat op je wacht.

En zo, Mijn kind,
herdenk en vier,
want niet de dag doet er toe,
noch de datum,
zolang je het maar doet
tot eer en glorie van Mij!


Naar: Jesaja 9:5; Lucas 2:10,11; Mattheüs 28:18; Jesaja 11:12; Johannes 10:30; Johannes 5:19,20; Hebreeën 13:8; 1 Johannes 1:2; Filippenzen 4:7; Johannes 14:27; Romeinen 14:5,6

maandag 21 december 2015

Kerst- en Nieuwjaarsgroet


Met deze Kerst- en Nieuwjaarsgroet,
bid ik een ieder hele gezegende dagen toe.
Dat dankbaarheid naar Hem, 
om Zijn komst naar deze aarde om ons te redden
en om het vooruitzicht straks voor altijd met Hem samen te mogen zijn,
de boventoon mag voeren,

Ook opnieuw bedankt voor het meelezen dit jaar,
en voor de reacties, ook die via Facebook binnenkwamen.
Ik hoop dat we ook volgend jaar weer met elkaar mogen optrekken.

Een liefdevolle groet,
Rita

zondag 20 december 2015

4e Advent - Voor altijd samen met Hem!



‘… en zó zullen wij altijd samen met de Heer zijn.’

1 Tessalonicenzen 4:17
(NB)


Vandaag is het de vierde Advent.
Nog enkele dagen en dan herdenken en vieren we de geboorte van de Here Jezus.
Maar als ik terugkijk naar de afgelopen weken van voorbereiding, dan omvat Kerst zoveel meer dan alleen de geboorte van Jezus.
Hoe zou ik ooit alleen Zijn geboorte kunnen vieren zonder te  beseffen wat Hij heeft opgegeven voor mij (voor ons!), zonder het kruis achter de kribbe te zien, zonder uit te zien naar wat nog komen gaat?
Als ik dit zo schrijf, bedenk ik mij, dat het eigenlijk voor een ieder die in Hem gelooft iedere dag Advent is en niet slechts deze vier zondagen voor de Kerst.
Advent – Adventus (Latijn) – Komst.
Als ik op Internet wat rondkijk en lees wat er over Advent wordt gezegd, dan is het ook altijd onlosmakend verbonden met de terugkomst van de Here Jezus en als ik hier nog eens goed over nadenk, is het eigenlijk best wel vreemd dat Advent alleen naar voren komt in de weken voor Kerst.
Leven we eigenlijk niet iedere dag (of horen te leven) in de tijd van Verwachten; van Uitzien naar?
Hoort ons leven (als we Hem toebehoren) niet iedere dag zo te zijn, dat we ons voorbereiden op wat komen gaat?

In deze donkere decembermaand schitteren vele lampjes en lichtjes ons tegemoet; de één is daar nog uitbundiger in dan de ander.
In vele tuinen zitten lampjes in bomen en struiken; soms zijn zelfs de huizen met lampjes of lichtsnoeren versierd.
Ook in de winkelstraten wordt in deze maand speciale verlichting opgehangen en als het nieuwe jaar zijn intrede heeft gedaan, verdwijnen alle deze lampjes en lichtjes en januari (en misschien februari ook nog wel) lijkt daardoor donkerder en grauwer dan welke maand van het jaar dan ook.
Even schijnt het licht volop om vervolgens weer voor een jaar in dozen te verdwijnen en met dat deze gedachten zo binnenkomen, vraag ik mij af hoeveel van ‘ons licht’, het Licht dat in ons leeft, mee verdwijnt in de dozen …


Als ik met deze 4e Advent naar Zijn terugkomst word geleid, dan waren er verschillende gedachten die bovenkwamen.
Mijn gedachten gingen naar Openbaring 21, waar ons wordt gezegd dat God Zelf bij ons zal zijn en elke traan van onze ogen zal wissen; er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen verdriet, geen pijn, …
Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; een nieuw Jeruzalem, als een bruid getooid …
Mijn gedachten gingen ook naar de eerste hoofdstukken van Openbaring, waar ons vertelt wordt over alles wat we zullen ontvangen …
Mijn gedachten gingen ook naar alles wat er aan vooraf gaat, maar daar wilde ik me niet op richten, ik wilde kijken naar wat ons wacht, want dat alleen zal ons helpen om vol te houden.
Als we ons alleen maar richten op de verschrikkingen waar de Bijbel over spreekt, dan zou de moed ons in de schoenen zakken.
Nee, Paulus zegt het ons ook, we moeten ons oog gericht houden op de prijs die op ons wacht.
En als dan het moment daar is dat ik bijna achter mijn laptop kruip om te schrijven, word ik boven alles bepaald bij het feit dat er nog iets wordt gezegd, namelijk, dat we voor altijd samen met Hem zullen zijn.
‘Voor altijd samen met Hem’…’
Omvat dit niet alles?
Alles wat Hem en ons volmaakt gelukkig maakt?

Voor altijd samen met Hem betekent:
- eeuwig in Zijn aanwezigheid zijn
-  …  in Zijn nabijheid zijn
-  …  Hem zien
-  …  met Hem leven
-  …  ons in Hem verblijden


Welk LICHT zou daarmee niet iedere dag in ons leven moeten schijnen?
Welk LICHT zouden we niet iedere dag horen te verspreiden in ons vooruitzien naar deze tijd die komende is?
Eigenlijk zouden we (bij wijze van spreke) de lampjes en lichtjes, in en rond onze huizen, gewoon kunnen laten zitten en iedere avond laten branden als teken dat we meer verwachten dan het Kind in de kribbe, namelijk ook de grote Koning, die terugkomt om ons te halen, opdat we voor altijd samen met Hem zullen zijn.


Licht, dat schijnt in de donkere dagen.
Licht, dat ons herinnert aan de prijs,
die we na dienen te jagen.

Licht, dat door niets en niemand is te doven.
Licht, dat voor ons uitgaat, rondom ons is,
en dat ons Hem doet loven.

Licht van Liefde, Licht van Hoop
Licht van de wonderschone toekomst die ons wacht.
Licht, dat ons bij de hand neemt en ons leidt
naar de plaats waar op ons wordt gewacht.



zaterdag 19 december 2015

zondag 13 december 2015

3e Advent - Mijn ogen hebben Uw heil gezien!


‘Door de Geest gedreven ging Simeon naar de tempel. Toen Jozef en Maria het kind Jezus binnendroegen om te doen wat volgens de wet moest gebeuren, nam hij Jezus in zijn armen en God dankend zei hij: ‘Nu kunt U mij, Uw dienaar, in vrede laten gaan, zoals U hebt gezegd. Want mijn ogen hebben Uw heil gezien, het heil dat U gereed houdt voor het oog van alle volken: een licht, voor andere volken een openbaring, voor Uw volk Israël hun glorie.’

Lucas 2:27-32
(GNB)


Want mijn ogen hebben Uw heil gezien …
Het zijn deze woorden die eruit springen, mijn hart raken en bezighouden.
Was het naar de 1e Adventszondag de verwachting en het verlangen van deze Simeon (en ook Hanna) die eruit sprongen, en vorige week het feit dat Jezus, Gods Zoon, Zijn plaats bij de Vader opgaf om mens te worden, een baby nog wel, nu zijn het deze woorden van Simeon: ‘… want mijn ogen hebben Uw heil gezien!’

Simeon was vol van de Heilige Geest, en hem was door de Heilige Geest voorspeld, dat hij niet zou sterven voordat hij met zijn eigen ogen de Messias, die God had beloofd,  zou zien.
En zo was Simeon door de leiding van de Heilige Geest op het juiste moment in de tempel en zag hij Jozef en Maria binnenkomen met het kind Jezus.
En hij nam Jezus in zijn armen en dankte God.


Ik heb dit gedeelte al zo vaak gelezen in mijn leven, maar deze keer beroeren deze woorden mijn hart heel diep en ze brengen mij tegelijk bij het moment in Lucas 1:41 en 42a,  waar Elisabeth Maria’s stem hoort en dat het kind in haar schoot opsprong en zij vervuld werd met de Heilige Geest en sprak.
Ik ervaar van binnen, dat Simeon hetzelfde ervaren moet hebben als Elisabeth op het moment dat hij Jezus zag in de armen van Zijn moeder Maria.
Ik proef zijn vreugde, zijn blijdschap, zijn …, ik kan het juiste woord er eigenlijk niet voor vinden, maar het moet een woord zijn -bestaat het eigenlijk wel?- dat de volheid van alles weergeeft; de volheid van zijn vreugde omdat hij de Beloofde Messias met eigen ogen ziet; de volheid van vreugde, omdat Gods belofte op dat moment wordt vervuld, de volheid van vrede, die bezit neemt van zijn hart, omdat zijn ogen Het Heil hebben gezien.
Immers, de mens kan geen volheid van vrede in zijn hart hebben, totdat hij Jezus –Zijn Verlossing–- heeft gezien en aangenomen.

Het kind in de schoot van Elisabeth sprong op bij het horen van de stem van Maria, de moeder van Jezus; het hart van Simeon sprong op bij het zien van de baby in de armen van Maria.
Elisabeth wist; Simeon wist.
Het is Gods Geest, die als wij ervoor openstaan, als wij verwachten, als wij uitzien, net als Elisabeth en Simeon, ook ons hart zal doen opspringen.
Een open hart, verwachtend en verlangend, uitziend naar.


Simeon omarmde wat God gaf; letterlijk zelfs.
God had hem het voorrecht gegeven om Het Heil te zien en te omarmen.
Oh, wat moet er in deze man zijn omgegaan …
Alles in mij roert zich bij deze gedachte.
En in gedachten zie ik hem voor mij; een man, zijn ogen naar de hemel geslagen, God dankend, lovend en prijzend, voor de vervulling van de belofte.
Zijn ogen hebben het belangrijkste gezien, er was niets dat van meer waarde was in dit leven; alles, ja, alles werd vervuld op dit ene moment, het moment waarop hij Jezus zag en in de armen nam.


‘Nu kunt U mij, Uw dienaar, in vrede laten gaan, zoals U hebt gezegd. 
Want mijn ogen hebben Uw heil gezien,…’

Ik heb door deze woorden Simeon altijd gezien als een oude man, maar met wat de Matthew Henri erover schrijft, besef ik dat dit helemaal niet zo hoeft te zijn.
In mijn eigen woorden weergevend: ‘Hij was klaar om op dat moment te sterven, maar nergens staat inderdaad dat hij ook vlak daarna is gestorven.’
Met dit besef, komt er tegelijk een andere gedachte binnen, namelijk, dat wij, die Jezus hebben aangenomen als onze Heer en Zaligmaker, onze Verlosser, eigenlijk bijna dezelfde woorden kunnen spreken: ‘Nu kunt U mij, Uw dienaar, in vrede laten gaan, want mijn ogen hebben Uw heil gezien,…’
Uw heil …
De Naardense Bijbel spreekt van ‘… Uw reddend werk, dat Gij bereid hebt voor …’
Uw heil, Uw reddend werk: JEZUS.
Dit gezien hebben, is Hem, Jezus, gezien hebben.
Hem gezien hebben, is gezien hebben wie Hij is, waarom Hij kwam, en dat aannemen.
Hem gezien hebben, is Jezus -Zijn Genadegeschenk van Vergeving en Verlossing- in je armen sluiten en opbergen in je hart.
Hem gezien hebben, is, je ogen naar de hemel opslaan en God danken, loven en prijzen om dit grote en ontzagwekkende wonder van Genade dat Hij ons geeft.
Hem gezien hebben, is je leven voortaan leven tot Zijn eer en glorie, met vrede in je hart, in de wetenschap dat wanneer Hij je ook thuis haalt, het goed is, want het is goed tussen Hem en jou, omdat Jezus er tussen staat.

Jezus …

Jezus, die de gestalte van God had, en een baby, een hulpeloos en afhankelijk wezen, werd.
Jezus, mens geworden, en onder ons komen wonen; in alles aan ons gelijk geworden.
Jezus, die opgroeide tot een man, die gehoorzaamheid leerde.

Jezus …

‘Een man, getekend door lijden.
Een man, die weet wat pijn is.
Een man, voor wie men de ogen sluit; verguisd en niet in tel.
En toch:
Hij heeft onze ziekten gedragen, al ons leed op Zich genomen.
Maar wij zegen Hem als een uitgestotene, door God geslagen en vernederd.
Om onze zonden werd Hij doorboord, onder onze schulden vermorzeld.
De straf die Hij onderging,bracht ons de vrede; 
de wonden die Hij opliep, brachten ons genezing.
Wij liepen verloren als schapen, ieder van ons ging zijn eigen weg.
Maar de Heer heeft Hem gestraft, op Hem kwam de schuld neer,
de schuld van ons allen.

Gewillig liet Hij Zich mishandelen, geen woord kwam over Zijn lippen.
Hij hield Zich stil, als een lam op weg naar de slachtbank,
 als een schaap onder de handen van zijn scheerders.
… ’

Lees meer: >> Jesaja 53 


                  >>  Mattheüs 25 vanaf vers 31 …  
                  >>  Marcus 13 … 
                  >>  Lucas 21 vanaf vers 5 … 
                  >>  Johannes 17… 


Mijn ogen hebben Uw heil gezien …

Ik sluit mijn ogen en in gedachten
aanschouw ik het tafereel dat zich
op mijn netvlies ontvouwt.

Een man, die een baby in zijn armen neemt,
zijn ogen opslaat naar de hemel en God dankt;
zichtbaar is hoeveel hij van dit Kind houdt.

Op zijn gezicht ligt een onaardse glans,
een vreugde en intense dankbaarheid,
waarneembaar voor een ieder die het aanschouwt.

Ik hoor de woorden die hij spreekt:
‘… mijn ogen hebben Uw heil gezien’;
het is alsof iets zich in mij openvouwt.

Het wonder van het Geschenk van Genade
wordt in al haar volheid blootgelegd,
en de rijkdom opnieuw aan mij toevertrouwd.

‘Mijn ogen hebben Uw heil gezien …’
Onbeschrijflijk is de diepe vreugde,
die zich in mijn hart ontvouwt.

Het brengt me bij jou. Ken jij Hem al?
Ken jij deze vreugde, deze vrede, diep in je hart;
hebben jouw ogen Zijn heil al aanschouwd?

Heb jij Zijn Geschenk van Genade al aangenomen?
Heb jij door de wegen die Hij ging voor jou,
al gezien hoeveel Hij van je houdt?



zondag 6 december 2015

2e Advent – Het schrille contrast …

Vorige week zondag had ik al aangegeven dat Advent een tijd van voorbereiding is, van verwachten, van uitzien naar.
Een tijd van bezinning, overdenken, stil worden, luisteren, zoeken, en het bracht mij nu bij het schrille contrast tussen wat was en wat het werd.


De laatste jaren lijkt het alsof het met Kerst meer draait om de hoeveelheid aan versieringen en eten dan om de boodschap, om Het Kind dat geboren is.
Ik ga, en wil niet zeggen dat het niet goed is, maar mij treft steeds meer het schrille contrast met de werkelijkheid.
Er was niets moois of romantisch rond Zijn geboorte; Hij had niet eens een fatsoenlijk dak boven Zijn hoofd of een mooie wieg om in te liggen.
Het enige plekje dat Jozef en Maria nog konden vinden om hun vermoeide lichamen tot rust te laten komen, was een stal, en daar is Hij, in de stilte van de nacht, geboren.
Kleertjes hadden ze niet, dus werd Hij in doeken gewikkeld; een wiegje was er ook niet, slechts een voederbak voor de dieren, en dat werd zo Zijn eerste bedje.

Hoe schril is ook niet het contrast met waar Hij vandaan kwam …
Hoe onvoorstelbaar is het eigenlijk niet, dat Hij in de buik van Maria groeide en als een baby ter wereld kwam …
En dat is waar ik merk dat God mij brengt, bij dit schrille contrast, bij dit onvoorstelbare gebeuren; bij wie Hij was, en bij wie Hij werd.


‘In het begin was het Woord. Het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Door het Woord is alles ontstaan en zonder het Woord is er niets ontstaan. In het Woord was leven, en dat leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet kunnen doven.
Johannes 1:1-5

‘Hij had de gestalte van God, maar heeft Zich niet willen vastklampen aan Zijn gelijkheid met God. Hij heeft Zijn grootheid opgegeven door de gestalte van een slaaf te aanvaarden en aan mensen gelijk te worden. Hij leefde als een mens en Hij vernederde Zich door gehoorzaam te worden tot in de dood, de dood aan een kruis.’
Filippenzen 2:7,8

‘… met de glorie(heerlijkheid) die Ik had bij U, voor de wereld bestond.’
Johannes 17:4

‘…, maar de eniggeboren Zoon, zelf God, die rust aan het hart van de Vader, …’
Johannes 1:18


Hoe indrukwekkend is het om deze verzen te lezen.
Het maakt mij stil als ik ze lees en herlees, en probeer de diepte van de betekenis tot me door te laten dringen.
Welk een uitzonderlijke plek had Jezus niet bij Zijn Vader!
Hoe onvoorstelbaar was Zijn grootheid, hoe adembenemend Zijn heerlijkheid, hoe onaantastbaar Zijn plaats aan het hart van de Vader, of in de schoot van de Vader, zoals andere vertalingen zeggen …

Hij, Jezus, was het Woord, het Woord waaruit alles is ontstaan.
Het Woord …  bij God, was God.
In het Woord leven, en het leven weer licht ...

Wie van ons zou ooit, als hij/zij zo’n soort positie had, die vrijwillig opgeven?
En dan hebben we het niet over dat Hij iets opgaf voor een belangrijk persoon of zo, nee, maar voor mensen die ondankbaar zijn, ontevreden, hebberig; die mopperen en klagen, bitter zijn en vol haat en venijn; egoïstisch zijn en alleen zichzelf zoeken …
Kortom, zondige mensen; mensen, die vanuit zichzelf niet eens instaat zijn om Hem lief te hebben zonder dat Hij hen eerst heeft liefgehad.
Er was in wezen geen enkele reden waarom Jezus dit alles ook maar op had hoeven te geven.
En toch was dit wat Hij deed; … en …  vrijwillig …

Dat Hij dit alles vrijwillig opgaf, is nog maar één onvoorstelbaar iets, het andere is dat Hij daarnaast ook nog eens  bereid was om mens te worden.
En dan niet zo maar mens, een volwassen man met de status en alles wat daar bij hoort en die Hij eigenlijk verdiend, nee, Hij was bereid om vanuit de heerlijkheid die Hij bij Zijn Vader had, klein te worden als een ongeboren baby, die in het donker in de buik van een vrouw groeit, totdat hij groot en sterk genoeg is om geboren te worden.
Hoe onvoorstelbaar is dit eigenlijk wel niet?!
Hebben we daar weleens echt bij stil gestaan; de diepte en de reikwijdte daarvan tot ons door laten dringen?
Jezus, de Zoon van God, die de aarde als voetbank heeft, ruilde de  heerlijkheid die Hij had bij Zijn Vader in voor het duister van een baarmoeder!
Jezus, die de gestalte van God had, werd een baby, een hulpeloos en afhankelijk wezen.

'Het Woord is mens geworden en is onder ons komen wonen.’ - Johannes 1:14
Hij is mens geworden;  mens in de diepste betekenis van het woord!


‘God stuurde de engel Gabriël naar Nazareth, een stad in Galilea, naar een jonge vrouw die aan een zekere Jozef uitgehuwelijkt was. Jozef stamde af van koning David. De vrouw heette Maria. De engel ging haar huis binnen en zei tegen haar: ‘Ik groet u, u die de gunst van de Heer geniet, de Heer is met u.’ Bij deze woorden raakte Maria in verwarring en zij vroeg zich af wat die woorden mochten betekenen. ‘Wees niet bang, Maria,’ vervolgde de engel, ‘God schenkt u Zijn gunst. Luister: u zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen, en u moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Hij zal de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van Zijn voorvader David geven; Hij zal regeren over de nakomelingen van Jacob, voor altijd; aan Zijn koningschap zal geen einde komen.’ Maria zei tegen de engel: ‘Hoe zou dat kunnen? Want ik heb geen gemeenschap met een man.’ De engel antwoordde haar: ‘De Heilige Geest zal over u komen, de kracht van de Allerhoogste zal u als een schaduw bedekken. Daarom zal het Kind aan God gewijd zijn en Zijn Zoon worden genoemd.’
Lucas 1: 26-3

En wat nog het meest onvoorstelbaar is, is dat Hij dit vrijwillig deed in de wetenschap dat Hij de meest gruwelijke dood zou sterven!


Heer, woorden schieten mij te kort
om U te bedanken voor wat U
voor ons, voor mij, hebt gedaan.
Dat U Uw heerlijkheid opgaf,
klein als een baby wilde worden,
de weg van de minste wilde gaan.

Het gaat mijn voorstellingsvermogen
ver te boven, Heer, om de diepte
en de reikwijdte daarvan te beseffen.
Ik kan niet anders dan voor U knielen
en mijn handen vol dank en eer,
en diep ontzag, naar U opheffen.



zaterdag 5 december 2015

De spiegel der waarheid!

 Woord van de maand
Door: Tjitske Meijer

En gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen; 
ziet toe, word niet verschrikt; want al die dingen moeten geschieden, 
maar nog is het einde niet. 

Mattheüs 24:6


Hebben wij ons wel eens verwonderd wat er is gebeurd tussen goed en kwaad?
Wat is waarheid?
Wanneer je niet goed kunt omschrijven wat waarheid is dan kun je niet het verschil tussen goed en kwaad bepalen.
Alles wat er zich op dit moment in deze wereld afspeelt bracht mij weer terug naar het thema waar ik in 2014 over sprak op een vrouwenconferentie 'HET LIGT NIET AAN MIJ'.
Een thema waar je alle kanten mee op kunt.
Het roept van alles bij je op.
Zowel God als de mens kan zeggen: 'Het ligt niet aan mij!'

We horen van oorlogen, honger, ziekte, geweld, verkrachtingen, slavernij, terrorisme, antisemitisme, vervolgingen, duizenden vluchtelingen die proberen Europa binnen te komen, gruwelijke terreuraanslagen, gezinnen die totaal ontwricht zijn, huwelijken en relaties die massaal stuk lopen, kindermishandeling en huiselijk geweld, enz.
Maar wie geven we dan de schuld wanneer we zien dat het helemaal uit de hand loopt?

Basilia Schlink, een vrouw met een profetische stem en diep inzicht in de gebeurtenissen die ons te wachten staan schreef hier al over in 1992.
Zij overleed in 2001 op 97 jarige leeftijd.

Wie krijgt de schuld van de rampzalige toestand waarin onze wereld verkeert: God, die de eeuwige liefde is!
Hoewel men Hem dood verklaart, belachelijk maakt, veracht en niet serieus neemt, wordt Hij voor alle ellende aansprakelijk gesteld.
De eeuwige God, de goddelijke majesteit, heeft meestal gezwegen bij onze aanklachten.
Hij hoeft ons ook niet te antwoorden.
Maar als Hij ons eens ter verantwoording zou roepen, zouden we Hem 'niet één op duizend
kunnen antwoorden' (Job. 9:3.)
Hij zou ons op de eigenlijke oorzaken van alle ellende wijzen en ons 'de Spiegel der
Waarheid' voorhouden!

U hebt Mijn geboden verworpen u hebt ze ongeldig verklaard.
In Mijn geboden staat geschreven: 'Gij zult niet doden'; zolang zij als geldig beschouwd werden konden terrorisme en chaos niet hun triomftocht onder de volkeren beginnen en u niet met huivering en ontzetting vervullen.
U bent het, die deze ellende teweeg gebracht hebt en nu bent u het die het in wanhoop uitschreeuwt.

Hebt u in de massamedia de misdaad niet verheerlijkt?
Was u het niet die talloze horrorfilms hebt geproduceerd en aan dit kwaad hebt meegewerkt door ernaar te kijken en er niets tegen te doen?
U hebt tweedracht gezaaid tussen leerlingen en leraars, tussen kinderen en ouders en tussen man en vrouw door afschaffing van het vijfde gebod: 'Eer uw vader en uw moeder' en het zevende gebod: 'Gij zult niet echtbreken', geboden die Ik u heb gegeven.
U hebt Mijn geboden verworpen en de voorkeur gegeven aan antiautoritair gedrag en een vrije moraal en satanische rockbands welkom geheten .

Hoe actueel werden de woorden waarnaar de bezoekers van het theater Bathacian in Parijs in de laatste ogenblikken van hun leven naar luisterden en meezongen.
Op het moment dat de terroristen schietend binnenkwamen, speelde de rockband 'Eagles of Death Metal' een van hun oude composities, 'Kiss the Devil', van hun album 'Peace Love & Death Metal'.

De Bijbel spreekt van de eindtijd als een tijd van benauwdheid, onrusten etc.
De radeloosheid zal toenemen, ook omdat er geen oplossingen zijn voor de steeds maar toenemende ellende van deze tijd.
Het is het resultaat van het ongeldig verklaren van Gods geboden.
Zijn geboden alleen brengen verlossing, vrede en zegen en dat zou ons ten deel zijn gevallen als we Zijn geboden hadden gehouden.
Maar wij hebben Zijn geboden veracht, die goed en heilig zijn.
Gods oordeel is onvermijdelijk.
In zijn smartelijke toorn heeft God geen andere keus, maar de schuld ligt alleen bij de mens zelf.

Tot slot wil ik jullie aanmoedigen met deze woorden: Laat angst je leven niet regeren door wat je allemaal ziet rondom je heen.
Wees waakzaam versterk elkaar en bid voor elkaar opdat we staande zullen blijven.
Bid niet alleen voor elkaar maar ook voor alle vluchtelingen, en bid ook voor de goddelozen, want ook zij zijn in wezen vluchtelingen!
Bid dat zij de Waarheid willen horen en aannemen, dat zij gaan inzien dat Jezus Christus hun enige redding is!


Hartelijke groet,
Tjitske



zondag 29 november 2015

1e Advent - Een hart vol verlangen, vol verwachting ...


Vandaag is het de 1e Adventzondag, en daarmee is de tijd van voorbereiding naar Kerst aangebroken.
De winkels zijn al zeer lange tijd klaar voor de kerst; de eerste ‘kerstspullen’ lagen al voor de herfstvakantie in de winkels, maar betekent dit ook dat zij echt klaar zijn voor de Kerst?
Langzamerhand beginnen ook de folders met de heerlijkste gerechten en etenswaren in de bus te vallen; je kunt schijnbaar niet vroeg genoeg beginnen met je voor te bereiden op het kerstdiner.
Maar, … is dat dan de tijd van voorbereiding naar Kerst?
Welke betekenis heeft de Kerst (nog) voor ons?
Waar is deze tijd van voorbereiding voor nodig en waar zien we dan naar uit?
Is je huis versieren en alles klaar en in huis hebben voor een diner je enige voorbereiding?
Zien we alleen dat kindje in de kribbe, of zien we het kruis achter de kribbe?
Blijven we steken bij het baby’tje in de kribbe, of  verwachten we tegelijk de Koning der Koningen die opgevaren is naar de hemel, maar beloofd heeft om terug te komen?
Waar bestaat onze voorbereiding naar Kerst uit?
Wat zijn onze gedachten?
Wat zijn onze verwachtingen?
Waar is ons hart op gericht?

De afgelopen week komen herhaaldelijk twee mensen in mijn gedachten, Simeon en Hanna.
Zij worden slechts één maal genoemd in de Bijbel, in Lucas 2: 22-38, maar wat raakt mij hun toewijding aan God, hun verwachten, hun uitzien naar de komst van de Messias.


Lucas 2:25-32
‘Nu woonde in Jeruzalem een zekere Simeon. Hij was een rechtvaardig en vroom man. Hij zag uit naar de dag waarop God Zich over Israël zou ontfermen. De Heilige Geest rustte op hem. En het was hem door de Heilige Geest voorspeld dat hij niet zou sterven vóór hij met eigen ogen de Messias had gezien die de Heer beloofd had. Door de Geest gedreven ging Simeon naar de tempel. Toen Jozef en Maria het kind Jezus binnendroegen om te doen wat volgens de wet moest gebeuren, nam hij Jezus in zijn armen en God dankend zei hij: ‘Nu kunt U mij, Uw dienaar, in vrede laten gaan, zoals U hebt gezegd. Want mijn ogen hebben Uw heil gezien, het heil dat U gereed houdt voor het oog van alle volken: een licht, voor andere volken een openbaring, voor Uw volk Israël hun glorie.’

Alleen een hart dat zo gericht is op God, op de vervulling van zijn beloften, zo gericht is op de komst van de beloofde Messias, hoort en verstaat de stem van Gods Geest en is zo op het juiste moment op de juiste plaats.
Wat een verwachting, wat een uitzien, leefde er in het hart van deze Simeon!

En dan Hanna(ook wel Anna genoemd); vers 36-38.
Van haar staat er dat zij een profetes is, een dochter van Fanuël, die tot de stam Asser behoorde.
Een vrouw op hoge leeftijd, 84 jaar; slechts zeven jaar is zij getrouwd als ze weduwe wordt.
Ze is nooit hertrouwd, maar diende vanaf die tijd God onafgebroken in de tempel met bidden en vasten.
Ook zij was zo gericht op God, dat zij de Messias ‘herkende’ toen Hij in de tempel kwam en zij kwam bij Jozef, Maria en Simeon staan en loofde God met hen, en zij sprak tot iedereen die de verlossing van Jeruzalem verwachtte, over Jezus.

Het raakt me, en het zet me stil.
Hoe is het met mij?
Met mijn hart?
Nee, ik heb niet veel met al die kerstversieringen en al die overdaad aan eten en drinken.
Aan die drukte en je uit de naad werken, waardoor je doodmoe bent eer dat de Kerstdagen beginnen.
Maar toch, wat leeft er in mijn hart?
En jij, die dit leest, wat leeft er in jouw hart deze komende tijd?

Is ons hart vol van dankbaarheid om de Koning die is gekomen; die de heerlijkheid die Hij had bij Zijn Vader inruilde om de gedaante van een baby aan te nemen in de duisternis van de baarmoeder?
Is ons hart vol dankbaarheid omdat Hij Zijn leven gaf voor ons, om ons te redden?
Om de straf, die wij hadden verdiend, op Zich heeft genomen?
Zien wij vol verwachting uit naar de dag dat Hij terug zal komen?
Of is dit alles toch een beetje ondergeschikt geraakt aan allerlei verplichtingen en gewoonten?
Is Advent voor ons echt een tijd van verwachten, van uitzien naar, van dankbaarheid om?
Of ...?

De afgelopen jaren had ik eigenlijk steeds iets van ‘ik heb niet zoveel met Kerst’, maar als ik er deze dagen zo over na aan het denken ben, kom ik tot het besef, dat het niet zo zeer de Kerst is waar ik niets mee heb, maar alle bombarie er om heen, en alles wat de wereld er van heeft gemaakt en maakt.
En voor het eerst sinds een aantal jaar wil ik ‘Kerst vieren’.
Ik wil het Kerstverhaal 'opnieuw' horen, ik wil mooie liederen zingen die Zijn geboorte herdenken, maar die ook getuigen van waarom Hij naar deze wereld kwam, en die mij meenemen naar het uitzien naar Zijn terugkomst.
Ik verlang ernaar om net als Simeon en Hanna, een diepe verwachting te hebben, van uitzien naar de vervulling van Gods belofte.
Maranatha, kom spoedig Heer Jezus, ja, kom spoedig!
En dan niet alleen op dagen dat ik het moeilijk heb, of dat mijn leven zwaar is, maar om wie Hij is, om voor eeuwig bij Hem en met Hem te kunnen zijn.
Mijn hart wordt al blij als ik er aan denk …
Het is dan ook mijn gebed, dat als je dit leest, het je ook stilzet, tot nadenken brengt, en dat de komende weken niet vol stress zullen zijn, maar je juist vervuld zal worden met Zijn vrede en rust.
Met dankbaarheid, omdat Hij kwam om de wereld, om ons -jou en mij- te redden, en vol verlangen naar Zijn terugkomst.


Advent, een tijd van voorbereiding,
een tijd van verwachten, van uitzien naar;
om te kunnen herdenken, om te kunnen vieren,
om Hem te danken en te loven, alleen en met elkaar.

Advent, eigenlijk niet een tijd om maar druk, druk bezig te zijn,
maar om stil te worden, om Hem te ontmoeten;
om vol te worden van Zijn Geest, om zo de Koning der koningen,
vol van lof, dank en eer, te begroeten.




dinsdag 24 november 2015

Knielen om (op) te kunnen staan

'Who kneels before God, can stand before anyone.’
‘Hij die knielt voor God, kan voor ieder ander blijven staan.’


Aan dit citaat van Ezra Taft Benson moest ik denken, toen ik vanmorgen Psalm 20:8,9 las.
Daar staat:
‘Sommigen vertrouwen op strijdwagens, anderen op paarden, maar wij beroepen ons op de Heer, onze God. Zij gingen door de knieën en vielen neer, maar wij staan pal en houden stand.
GNB

In de HSV staat, met name vers 9, eigenlijk nog mooier:
‘Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden, maar wij zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen. Zij kromden zich en vielen,maar wij zijn opgestaan en staande gebleven.’
HSV

In wezen staat er dus dit:
Sommigen(dezen) vertrouwen op strijdwagens en die op paarden.
Gevolg: Zij kromden zich en vielen.

Anderen(wij) zullen de Naam van de Heere, onze God in herinnering roepen.
Gevolg: Wij zijn opgestaan en staande gebleven.

Met andere woorden, als we knielen voor God, zal Hij ons doen opstaan en de kracht geven om staande te blijven.
Zij echter, die vertrouwen op eigen kunnen en mogelijkheden, zullen later door de knieën gaan en het onderspit delven.

De vraag is:
Op Wie of wat vertrouwen wij?




maandag 23 november 2015

Elk moment is een geschenk

Elk moment van de dag,
ontvangen uit Gods hand.
Stil worden, stil staan,
zodat de diepte daarvan landt.

Hem danken voor elk moment
waar Hij Zijn liefde onthuld.
Een kostbaar genadegeschenk;
vreugde, die mijn hart vervult.










zaterdag 21 november 2015

Ik zal er zijn!

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (105)


‘Ik ben die Ik ben’ is Uw eeuwige naam. 
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan. 
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
Uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.

Gister plaatste ik op mijn blog ‘Ogen die zien’ een foto van mijn laptop terwijl het nummer ‘Ik zal er zijn’ van Sela speelt, -dag 19 van mijn ‘verlangen/uitdaging’ om driehonderdvijfenzestig maal een snapshot te plaatsen van iets waar ik dankbaar voor ben, wat een zegen is, een genadegeschenk.
Zoals ik ook daar al bij schreef, klinkt dit lied al een tijdje door de speakertjes bij mijn laptop en het raakt me nog iedere dag zo diep, zo diep …
Op dit blog schreef ik daar al iets over, maar het is het bovenstaande couplet wat mij in beweging brengt om te gaan schrijven.
Het zijn deze woorden die steeds opnieuw, iedere dag weer, ja, zelfs vannacht als ik wakker werd en vanmorgen bij het opstaan, in mijn hart weerklinken en die ik eigenlijk steeds opnieuw, of in mijn gedachten of gewoon heel zachtjes, zing.
Terwijl ik mijn hondje uitlaat, aan het schoonmaken ben, de vaat doe …

'Ik ben die Ik ben …
… Uw eeuwige Naam …
Onnoembaar aanwezig …
… deelt U mijn bestaan …
Hoe adembenemend …
… ontroerend dichtbij …
Ik ben …
… Ik zal er zijn!'

Hoe diep is de betekenis van deze woorden!
Hoe ver reikt de volheid van deze woorden …


Ik ben die Ik ben … 
… Uw eeuwige Naam!

Ik ben die Ik ben …
Jaweh!

In Exodus 3:14 maakt God Zich op deze manier bekent aan Mozes.

‘En Mozes zei tegen God: Zie, wanneer ik bij de Israëlieten kom en tegen hen zeg: De God van uw vaderen heeft mij naar u toe gezonden, en zij mij zeggen: Wat is Zijn Naam? Wat moet ik dan tegen hen zeggen?
En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden.’

De SV vertaalt het met ‘Ik zal zijn, die Ik zijn zal’ en de NB zegt ‘Ik zal er zijn, zoals Ik er ben!’

God is er altijd al geweest; Hij was er, Hij is er en Hij zal er altijd zijn.
Hij is eeuwig en onveranderlijk; zowel in wezen als in karakter.

Wij mensen zijn even wisselend als het weer; de ene dag zus en de andere dag zo.
Wat zeg ik, we veranderen soms zelfs in een fractie van een seconde.
Alles om ons heen, wat er gebeurd, hoe we hebben geslapen, …, alles is vroeg of laat op de één of andere manier bepalend voor hoe we reageren of hoe we in het leven staan.
Daarnaast ontwikkelen wij ons, leren iedere dag bij (als het goed is); en wij zijn alles behalve eeuwig; hoe broos is niet ons leven
Het heeft een begin en een einde, en hoewel wij door het volbrachte werk van de Here Jezus uitzicht hebben op een eeuwig leven bij Hem, ons bestaan hier is veranderlijk, onvolkomen en vergankelijk.

God echter is niets van dit alles.
Hij is niet onderhevig aan omstandigheden of gebeurtenissen, Hij is immers de Schepper van alles en Hij heeft alles in Zijn hand.
Er is niets in deze gehele wereld, eronder noch er boven, waar Hij geen weet van heeft, waar Hij niet bij is, of wat Hij niet veranderen kan of naar Zijn hand kan zetten.
Hoe duidelijk zien we dit immers niet op vele plekken in de Bijbel, zo ook hier bij Mozes.
God heeft een plan met Zijn volk, en Hij volvoert dit plan; zet het naar Zijn hand.
Alles gebeurd precies zoals Hij het wilt, zoals Hij heeft gezegd.
Soms lijkt het voor ons mensen alsof alles verloren is, alsof Hij ons niet ziet en ons maar door laat tobben, maar niets is hiervan waar.
Het volk Israël dacht dit ook toen Mozes kwam vertellen dat God hun nood had gezien en hen zou redden van de farao, maar de farao hen juist nog harder liet werken, hen het leven nog zwaarder en moeilijker maakte.
Toch bleek dat alles precies gebeurde volgens Gods plan en hoe hebben zij (en wij daardoor ook) niet kunnen zien, dat God juist is wie Hij zegt dat Hij is en dat Hij doet wat Hij zegt dat Hij zal doen.

En zoals God Zich bekend maakte aan Mozes en hem vertelde hoe hij Hem bekend mocht maken aan het volk Israël, zo maakt Hij Zich ook aan ons bekend, want Hij is onveranderlijk.
Hij is nog steeds dezelfde God, de ‘Ik ben die Ik ben’; de ‘Ik zal zijn die Ik zijn zal’; de Schepper van hemel en aarde,  de God die ons heeft geschapen, van niets en niemand afhankelijk, maar is wie Hij is, en doet wat Hij zegt.

God -Jahweh- , …
O, hoe wonderlijk mooi is Zijn eeuwige Naam!


Onnoembaar aanwezig …
… deelt U mijn bestaan …

Onnoembaar aanwezig …
Onnoembaar, niet te benoemen, onmetelijke, met geen pen te beschrijven.
Er zullen nooit genoeg woorden of manieren zijn die kunnen weergeven hoe zeer Hij aanwezig is in ons leven.
En niet alleen aanwezig, Hij deelt werkelijk ons bestaan!
Niets gebeurd er waar Hij geen weet van heeft.
Al onze haren heeft Hij geteld en geen één daarvan zal verloren gaan.

‘… worden niet twee mussen voor een stuiver verkocht?- en niet één van hen valt neer op de aarde zonder uw Vader; maar van ú zijn zelfs alle haren op het hoofd geteld; …’
Mattheüs 10:30
(NB)

‘…maar geen haar van uw hoofd gaat verloren; …’
(Lucas 21:18
(NB)

‘… en zie, Ik ben met u, al de dagen, tot aan de voleinding van de wereld.’
Mattheüs 28:20
(NB)


Hoe adembenemend …
… ontroerend dichtbij …

Adembenemend …
‘It takes my breath away …’
Het ontneemt mij de adem …

Soms kan iets zo onvoorstelbaar zijn, zo indrukwekkend, zo buitengewoon, zo overweldigend, zo mooi of angstaanjagend, dat het ons de adem beneemt.
In het Oude Testament was God adembenemend angstaanjagend voor het volk Israël; Mozes moest maar hun woordvoerder zijn, want het volk was te bang voor God.
God was daar nog een God van heel veraf …

‘Heel de gemeente, als ze zien de donderstemmen, de bliksemschichten, de stem van de ramshoorn en de rokende berg; als de gemeente dat ziet, wankelen ze en gaan ver weg staan.
Ze zeggen tot Mozes: spreek jij met ons en we zullen horen; laat niet God met ons spreken, anders zullen we sterven!’
Exodus 19: 18,19
(NB)

Maar in de Here Jezus, door Zijn lijden en sterven voor onze zonden, is Hij dichtbij gekomen.
Zo ontzettend dichtbij …
Het ontneemt me de adem als ik bedenk dat Hij Zijn eigen Zoon overgaf voor mij om de straf, die ik had verdiend voor mijn zonden, op Zich te nemen.

Adembenemend …
Hij wist het welk lijden Hem te wachten stond …
Adembenemend is Zijn liefde voor ons …

‘Van toen af begon Jezus Zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel moest lijden door toedoen van de oudsten, de opperpriesters en de schriftgeleerden, dat Hij moest worden gedood  en op de derde dag door God worden opgewekt.’
Mattheüs 16:21
(GNB)

Adembenemend …
Zijn angst, Zijn strijd, Zijn gehoorzaamheid …
Adembenemend is Zijn liefde voor ons…

‘Hij raakte in doodsangst en Hij begon nog vuriger te bidden. Zijn zweet viel als bloeddruppels op de grond.’

‘Ik smeek U, vader, neem deze beker van Mij weg! Maar niet wat Ik wil, maar wat U wilt moet gebeuren.’
Lucas 22:44,42
(GNB)

Adembenemend is Zijn liefde voor ons …
De afwijzing, de immense pijnen die Hij moest lijden, moest doorstaan …
Verloochend door één van Zijn beste vrienden; vals beschuldigd; bespuugd, geslagen, gehoond, met doornen gekroond, gegeseld en weggeleid naar Golgotha om gekruisigd te worden voor onze zonden.

Adembenemend …
De zwaarte van Zijn lijden, de  eenzaamheid, Zijn sterven …
Adembenemend is Zijn liefde voor ons …

‘Al tegen twaalf uur in de middag werd het donker over het hele land; de zon was verduisterd tot drie uur toe … 

Eli, Eli, Lema sabachtani …  Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?

Toen scheurde het tempelgordijn middendoor en Jezus riep uit: ‘Vader, in uw handen beveel Ik Mijn geest.’

‘Het is volbracht!’

Toen Hij dat gezegd had, stierf Hij.’

Lucas 23:44,45a; Mattheüs 27:46, Lucas 23:45b,46a; Johannes 19:30b; Lucas 23:46b
(GNB)

Adembenemend …
Dat God, dat Jezus, dit voor mij, voor ons, overhad, wilde doorstaan …
Adembenemend is Zijn liefde voor ons …

‘Want God had de wereld zo lief dat hij Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.’
Johannes 3:16
(GNB)

En door dit alles zo dichtbij gekomen; ontroerend dichtbij!
Ontroerend: aangrijpend, hartverwarmend, indrukwekkend …

‘Nu wij dan een grote hogepriester hebben die door de hemelen is gekomen, Jezus, de zoon van God, laten wij dan aan deze belijdenis vasthouden; want wij hebben geen hogepriester 
die niet kan meelijden met onze zwakheden, maar een die evenzeer beproefd is geweest 
in alle dingen behalve de zonde. Laten wij dan met vrijmoedigheid komen tot de troon der genade, opdat wij ontferming verkrijgen en genade vinden tot hulp te rechter tijd.’
Hebreeën 4:14-16
(GNB)

‘Op Mijn verzoek zal de Vader jullie een ander zenden om jullie bij te staan, Iemand die altijd bij jullie blijft: de Geest van de waarheid. De wereld kan Hem niet ontvangen, omdat ze Hem niet ziet of kent. Maar jullie kennen Hem, want Hij woont bij jullie en zal in jullie zijn.’
Johannes 14:16,17
(GNB)

‘… en door die Geest roepen wij tot God: Abba, Vader!’
Romeinen 8:16
(GNB)

Ontroerend dichtbij …
Abba!
Papa!


Ik ben …
… Ik zal er zijn!

Ik zal er zijn!
De grote, ontzagwekkende ‘Ik ben die Ik ben’, die zal er altijd zijn, voor jou, voor mij, voor ons!
In elke omstandigheid en in elke situatie.
Hoe we ons ook voelen, wat we ook wel of niet ervaren, wat we wel of niet zien, Hij is er en zal er zijn.
Hij is erbij als we verdriet hebben, of nachten wakker liggen van de pijn.
Hij is erbij als we te horen hebben gekregen dat we ernstig of ongeneeslijk zijn; als we in rouw is gedompeld.
Hij is erbij als we geboren worden, als we opgroeien, trouwen, kinderen krijgen, sterven.
Hij is bij ons elk moment van ons leven; nooit laat Hij ons alleen!

‘Ik was voor U niet verborgen toen ik in dat duister groeide, als in het binnenste van de aarde. U zag mij toen ik nog geen vorm had, en al de dagen van mijn leven waren al vastgesteld, al geschreven in Uw boek voor er één enkele was aangebroken.’
Psalm 139:15,16
(GNB)

‘Ik droeg je vanaf je prilste bestaan, Ik nam je op de arm vanaf je geboorte. En Ik blijf je dragen tot je oud en grijs bent. Ik heb het gedaan en blijf het doen: Ik neem je op de schouders, Ik red je.’
Jesaja 46:3b, 4
(GNB)

‘Verborgen aanwezig, deelt U mijn bestaan …’

‘Wie zal ons scheiden van de liefde van de Gezalfde?- verdrukking of nood of vervolging 
of honger of naaktheid of gevaar of een zwaard?



Ja, ik ben er zeker van dat noch dood noch leven noch engelen noch overheden noch bestaande toestanden noch toekomstige noch machten noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel bij machte zal zijn ons te scheiden van de liefde van God die is in Christus Jezus, onze Heer.’
Romeinen 8:35,38,39
(NB)


‘O Naam aller namen, aan U alle eer!’ 





dinsdag 17 november 2015

Is hier nog iemand die in God gelooft?

Er was eens een professor in de filosofie die een zeer overtuigd atheïst was.
Zijn eerste doel was gedurende het eerste semester, de eerstejaars klas ervan te overtuigen dat God niet kon bestaan.
Zijn studenten durfden nooit met hem te discussiëren daarover, vanwege zijn onweerlegbare logica.
Al 20 jaar lang gaf hij op deze manier les, en nooit was iemand tegen hem ingegaan.
De studenten discussieerden wel onderling, maar nooit tegen hem.
Dit vanwege zijn enorme reputatie.

Iedere keer aan het einde van het eerste semester op de laatste dag, zei hij tegen zijn klas van 300 studenten: Als er nog iemand is die in God gelooft, sta op!
In de afgelopen 20 jaar was er echter niemand opgestaan.
Alle studenten wisten wat er nu zou gaan gebeuren.
De professor vervolgde: Iemand die in God gelooft is namelijk een stommeling!
Als God zou bestaan, dan zou Hij voorkomen dat dit stukje kalk op de grond uit elkaar zal spatten.
’t is een simpele opdracht om te bewijzen dat Hij God is, maar Hij kan zelfs dat niet!
En ieder jaar gooide hij dan een stukje kalk op de grond en iedere keer spatte het uit elkaar in duizend stukjes.
De studenten konden dan niets anders doen dan toekijken.
De meesten waren dan ook overtuigd dat God niet bestaat.
Zeker, onder hen waren ook christenen, maar ook zij durfden niet op te staan.

Het afgelopen jaar was er een jongeman die ook les kreeg van deze professor.
Hij was een Christen en had ook de verhalen over de prof gehoord.
Hij moest de colleges filosofie volgen, omdat het verplicht was voor zijn diploma.
Ook hij was bang om tegen de professor in te gaan.
Maar gedurende het semester bad hij iedere keer, om toch te mogen opstaan aan het eind van het semester.
Dat, ondanks alles wat de prof zou zeggen of zijn medestudenten van hem zouden denken.
Hij bad dat zij zijn geloof niet zouden kunnen schaden.

Uiteindelijk was de dag daar.
De professor sprak: Als hier iemand is die nog in God gelooft, sta op!
De professor en de andere studenten keken verbaasd en geschokt om toen de jongeman opstond.
De professor schreeuwde: Stommeling!
Als niks van wat ik je dit semester verteld heb je heeft overtuigd, dan ben je echt een stommeling!
Ik zal je nu bewijzen dat ik gelijk heb.
Namelijk als God bestaat, dan zal Hij dit stukje kalk niet kapot laten gaan als het de grond raakt.

De professor wilde het stukje kalk laten vallen, maar het gleed uit zijn vingers, door de mouw van zijn colbert, langs zijn broekspijp en op zijn schoen.
Daarna stuiterde het op de grond en rolde ongebroken verder.
De mond van de prof viel open van verbazing toen hij de kalk zag wegrollen.
Hij keek de jongeman aan en rende de zaal uit.
De jongeman liep verder naar voren en getuigde van zijn geloof in Christus.
Zijn medestudenten gingen weer zitten en luisterden naar wat hij vertelde over Gods liefde en trouw.


©Bron mij onbekend


zondag 15 november 2015

Geborgen!


Als ik kijk naar de wereld,
vrees ik voor morgen.

Als ik kijk naar mijzelf,
maak ik me zorgen.

Maar als ik kijk naar Jezus,
weet ik me geborgen.

Corrie ten Boom                



maandag 9 november 2015

Liefde voorbij woorden ...

In dit 'hoofdstukje' staan een paar uitspraken over liefde, woorden en daden.
Zeggen dat je van iemand houdt is vaak niet zo moeilijk, je woorden omzetten in daden is vaak een ander verhaal, dat vraagt namelijk wat van onszelf, het kost wat.
Ik denk dat we vaak vergeten dat liefde een werkwoord is, en niet iets dat we alleen maar wel of niet voelen.
Een citaat uit het hoofdstukje van Pat Williams:

'Love is an action - it means doing, serving, giving.'
Liefde is een actie - het betekent doen, dienen, geven.'


Echte liefde doet een mens verder kijken
dan wat zichtbaar is, wat hoorbaar is.
Echte liefde kijkt door de buitenkant heen
naar wat verborgen is.

Echte liefde ziet de ziel in nood;
de tranen, die in stilte worden geweend.
Echte liefde zet woorden om in daden.

Echte liefde is liefde in actie;
is dienen en geven.
Echte liefde vinden we in ons grootste voorbeeld;
Zijn Naam is: Jezus!


N.a.v.  het stukje ‘Love beyond Words'uit >> ‘Love is …’ – Promise Journal



woensdag 4 november 2015

Stel de juiste vragen!

Woord van de Maand
Door: Tjitske Meijer

'Waarom vertelt U altijd van dit soort gelijkenissen?'

Mattheüs 13:10
(Het Boek) 


Onlangs hoorde ik van een goede vriend dat hij was uitgenodigd om te komen spreken ergens in Nederland.
Het thema waarover hij zou spreken was: 'Heb geloof als een mosterdzaadje.'
Hij vertelde aan zijn toehoorders dat hij dit een van de meest deprimerende teksten vond in de Bijbel. - hem kennende weet ik dat dit niet voor hem geldt –
Maar de reden waarom hij dit zei was: 'Ik wilde mijn toehoorders hiermee prikkelen, aansporen, tot nadenken stemmen.'
Of ze hem begrepen weet ik niet, of hij tot zijn doel gekomen is?
Laten we het hopen.

Jezus sprak in veel gelijkenissen om de aandacht van de mensen te prikkelen.
Maar lang niet iedereen begreep Zijn gelijkenissen.
Ik denk zelfs de meesten niet.
Ik denk dat de mensen het wel mooi vonden wat Hij hen allemaal vertelde, maar niet begrepen wat Hij werkelijk zei.
En dat zij zonder er verder over na te denken, zoals velen van ons doen na een goede preek, weer gewoon naar huis gingen.
Zelf ben ik iemand die heel veel vragen stelt.
Aan mijzelf, aan mijn vrienden en mensen die op mijn pad komen, maar ook aan God.
Waarom stelden zij Hem geen vragen?
De Wijsheid Zelf was in hun midden!
Het stellen van vragen had hen juist kunnen helpen om beter te begrijpen wat Jezus bedoelde.
Ook Zijn discipelen begrepen lang niet alle gelijkenissen maar op een gegeven moment kwam dan toch de vraag: 'Waarom vertelt U altijd van dit soort gelijkenissen?'
Zij hadden wel begrepen dat, wanneer zij Hem dit niet zouden vragen, zij ook geen steek verder zouden komen dan alleen maar gissen wat Hij nu eigenlijk bedoelde.
Wanneer de discipelen een vraag aan Hem stelden, geloof ik dat de werkelijke reden hiervan was, dat zij ergens naar op zoek waren.
Zij begrepen dat hun vraag een hulpmiddel was om iets te weten te komen wat zij niet wisten of begrepen.

We lezen dat velen die het onderwijs van Jezus aanhoorden weer naar huis gingen.
Sommigen misschien wel schouderophalend, anderen misschien met een gefronst voorhoofd of
teleurgesteld.
Waarom?
Omdat het niet had gebracht wat zij ervan verwacht hadden.
Jammer dat zij Hem geen vragen hadden gesteld.
Denk je niet dat Jezus er op wachtte dat zij met vragen zouden komen?
Reken maar.
Maar de meesten gingen naar huis en pakten de dagelijkse dingen van alledag weer op.
Er was slechts een enkeling die Hem iets vroeg en sommigen van hen stelden een vraag uit eigenbelang.
Zoals b.v. de rijke jongeling.

Ja, degenen die veel vragen stelden waren de farizeeën maar zij stelden vragen om Hem te
verzoeken zodat zij Hem op Zijn woorden konden vangen.
En dan zijn er, zo ook onder Gods kinderen, die wel vragen stellen maar meer om verdeeldheid te zaaien.
Om die ander aan het twijfelen te brengen.
Wees niet bang om vragen te stellen maar stel wel de juiste vragen en ga naar de Juiste Persoon!
Ga naar Jezus die zelf ook vragen stelde.
Daar is niks mis mee!

Hartelijke groet,
Tjitske






maandag 2 november 2015

Open ogen ...

Voor ik vanmorgen naar de VrouwenBijbelstudiegroep ga, laat ik mijn gedachten nog weer een gaan over wat ik allemaal heb gelezen, over de vragen die ik heb beantwoord, en de conferentie waar ik net van terug ben.
Het thema van de conferentie was 'Waardevol leven' en eigenlijk vind ik het heel mooi aansluiten, zo niet verweven, met het thema dankbaarheid van onze Bijbelstudie van dit jaar.
Want, wordt ons leven niet waardevoller door daar mee bezig te zijn?
Wordt ons leven niet waardevoller door gas terug te nemen, stil te staan om zo te kunnen ontdekken welke geschenken God ons gedurende de dag geeft?

Dankbaarheid ...
Vreugde ...
Waardevol leven ...


Mijn een na laatste blogje gaat over mijn verlangen naar ogen die zien.
Ogen die anders gaan kijken, dieper, verder, wijder ...

De DVD  'Duizendmaal dank, liet een fragment zien van een afgebladderde, blauwe leuning van een schommelstoel en dit moment, deze foto, staat in mijn geheugen gegrift.
Een snapshot van iets zo gewoons, en wat veranderde in iets buitengewoons.
Met dat fragment werd ik stilgezet, werd er iets in mij losgemaakt en een verlangen om dit soort momenten (ook) vast te gaan leggen, werd in mijn hart geboren.
Nee, ik ben geen fotografe, ik heb niets eens een fatsoenlijke (digitale) camera;  de  camera op mijn eenvoudige telefoon is zelfs nog beter dan het kleine digitale cameraatje die ik heb.
Maar daar gaat het niet om, ik hoef geen waanzinnig mooie foto's te maken; foto's waarin alles klopt aan belichting, positie, compositie, kleur of ...
Het gaat om het vastleggen van een moment, of iets, een ding.
Niet om de foto, niet om de kwaliteit van de foto, maar om het moment van ontdekken, het moment van zien, het moment van dankbaarheid, dankbaarheid aan de Gever achter het geschenk.
Om vervolgens de vreugde die Hij geeft in mijn hart te ontvangen en zo Zijn vreugde mijn kracht te laten zijn.

Ogen die zien ...
Een uitdaging, zal het me lukken om 365 dagen lang een snapshot te maken van alles wat ik mooi vind, wat me raakt, wat me blij maakt; oude dingen en nieuwe dingen?
De afgelopen maanden van rust in het schrijven door bepaalde omstandigheden is eigenlijk tevens ook een periode geweest van bezinning en dit is op mijn weg gekomen: dankbaarheid, waardevol leven.
Het is alsof ik mijn  ogen sluit, mijn hand in die van Hem leg en met de eerste foto van op mijn nieuwe Blog een stap zet in iets nieuws, waarvan ik niet kan overzien wat het verder teweeg gaat brengen, wat de gevolgen zullen zijn.
Maar de vreugde, die de laatste paar weken in mijn hart is, en het wonder van genezing van mijn ziel, die een nog diepere en intensere vreugde heeft gebracht, drijven mij. 
En het is alsof ik klim, hoger, en hoger, en hoger ...
Dichter, en dichter , en dichter bij  Hem, 
Ogen die zien ...
Open ogen ....

Open ogen
voor bijzonderheden
in gewone dingen.

Open ogen
voor speciale momenten,
die mij doen zingen.

Open ogen
voor wat Hij
geschapen heeft.

Open ogen
voor al het mooie
dat Hij geeft.

Open ogen
voor als Hij
wenkt.

Open ogen
voor de Gever
achter elk geschenk.










zondag 25 oktober 2015

Ineenvouwen ...











Er is weer een nieuwe 'Bemoediging voor de nacht', >> 'Ineenvouwen ...'
N.a.v. Psalm 150:1,2

Dat het ineenvouwen zulk een rust mag brengen, dat de slaap komt voor je 'Amen' hebt kunnen zeggen.

Een goede nacht toe gebeden en een liefdevolle groet,
Rita

maandag 12 oktober 2015

Geef mij ogen die zien ...

Een nieuwe dag en ook nu bent U erbij; eigenlijk was U geen moment bij mij vandaan.
Toen ik gisteravond ging slapen was U bij mij, dekte U mij toe met Uw vleugels en als ik vanmorgen mijn ogen opendoe bent U er nog en bent U getuige van mijn eerste schreden die ik zet op deze nieuwe dag.

Hoe bijzonder dat U zo elk moment bij mij bent, weer met mij mee gaat deze nieuwe dag in, naast mij gaat, voor mij uit gaat ...
Hoe bijzonder dat U mij de weg wilt wijzen, richting aangeeft, terwijl Uw hand zachtjes tegen mijn rug rust.
Als ik goed oplet voel ik de warmte van de afdruk, het bewegen van Uw vingers, een lichte druk van aansporing om te gaan waar ik misschien eigenlijk niet wil, of niet durf, of ...

Een nieuwe dag, met nieuwe kansen; voorbij is gister, nieuw is vandaag.
Een nieuwe dag, met nieuwe geschenken, genadegeschenken van U.
Ja, zelfs door moeilijkheden, zorgen, pijn en verdriet heen ...

O, open mijn ogen, Vader, voor alles wat U aan mij wilt geven vandaag. 
Laten mijn hart en handen open zijn om te ontvangen.
Laat alles vandaag mij brengen bij U, de Gever.
Open mijn ogen, Vader, doe mij zien, maak mij  bewust van de omvang van Uw Genade; van wat U gegeven heeft, maar ook vandaag wilt geven.
En doe mij U ook zien, Heer, als het tegenzit vandaag; doe mij ook dan kiezen om te ontvangen wat U daar doorheen wilt geven, mij wilt leren ...
Laat zo mijn leven, mijn handel en wandel, vol worden/zijn van dankbaarheid aan U,  tot eer van U. En laat het ook tot een zegen voor een ieder die ik ontmoet.
Ja, zegen mij om tot zegen te zijn!

Hier ben ik, Heer ... 
met open handen, met een geopend hart ... 
klaar om te ontvangen ... 
en door te geven ...



zondag 11 oktober 2015

Wees waakzaam en standvastig, moedig en sterk!



Heer,
Uw woord klinkt:
‘Wees waakzaam en
wees standvastig in het geloof,
wees moedig en wees sterk.'

Mijn kind, let goed op;
laat niemand je
op een dwaalspoor brengen!
Velen zullen dit namelijk
proberen te doen
en ze zullen daarbij
Mijn Naam gebruiken.
Je zult berichten en geruchten
van en over oorlogen horen,
maar blijf kalm
en raak niet in paniek;
Mijn kind, het moet gebeuren.
Volkeren zullen tegen elkaar
in opstand komen,
er zullen hongersnoden zijn
en aardbevingen;
ze zullen je vervolgen
en onderdrukken,
ja, ter dood brengen.
Verraad en haat zal er zijn
en dit alles vanwege Mijn naam.

Wees kalm en bedachtzaam, Mijn kind,
want de boze gaat rond als een briesende leeuw
op zoek naar een ieder die hij kan verslinden.
Verdedig je tegen hem, Mijn kind,
door sterk te staan in het geloof!

Wees moedig en vastberaden.
Laat je niet uit het veld slaan
en laat je geen schrik aanjagen,
want Ik ben bij je elke dag weer;
Ik laat je niet in de steek!

Houdt moed, Mijn kind, en vergeet niet
dat Ik de wereld heb overwonnen!
Houdt moed en leef
vanuit Mijn opstandingskracht;
de kracht, die Mij deed opstaan
uit de dood, is in jou!

Nogmaals zeg Ik je, Mijn kind,
wees waakzaam en standvastig,
moedig en sterk,
en je zult de Kroon des Levens ontvangen!


Naar: 1 Korinthe 16:13; 1 Petrus 5:8;
          Mattheüs 24:4-10; Mattheüs 28:20

zaterdag 10 oktober 2015

Maar bij Mij wilt u niet komen ...

Woord van de Maand
Door: Tjitske Meijer

'U bestudeert de Schriften en u denkt 
daardoor eeuwig leven te hebben. 
Welnu, de Schriften getuigen over Mij, 
maar bij Mij wilt u niet komen 
om leven te ontvangen.'

Johannes 5:39-40


Met studeren denken we vaak aan het volgen van een opleiding en verwerven van kennis.
Maar het is veel meer dan dat.
Studeren is je ergens in willen verdiepen om te zorgen dat je meer over je lesstof aan de weet komt. Het is als het ware in je lesstof gaan wonen.

Een bron waaruit steeds meer geput wordt is internet waar men informatie vandaan haalt.
De boekenkast thuis en/of de bibliotheek worden steeds minder populair.
En deze vorm van studeren passen velen van ons, bewust of onbewust, ook toe.
Ik geloof dat dit een goed streven is, maar via deze zoekmachines moeten we wel voor ogen houden dat niet alle informatie Bijbelgetrouw is.

De schriftgeleerden waar Jezus mee sprak waren mannen die grondige studie maakten van de
Schrift, in het bijzonder de vijf boeken van Mozes.
Zij onderwezen het volk en gaven antwoord op levenspraktische vragen.
Maar door hun verkeerde uitleg van de schriften versperden zij de toegang tot het Koninkrijk der Hemelen, niet alleen voor de mensen maar ook voor henzelf. (Matt. 23:14)
Jezus liet hen weten dat zij de sleutel tot de kennis hadden weggenomen – 'Ik Ben die sleutel en die willen jullie niet.' (Lucas 11:52)
Jullie menen door enkel de schriften te lezen en te bestuderen het eeuwige leven te hebben.
De Schriften spreken over Mij, zegt Jezus, en toch werd dit zorgeloos en ongelukkig door hen over het hoofd gezien in de toepassing ervan.

In hoeveel kerken zien we ook vandaag de dag waar de toegang tot het Koninkrijk der Hemelen
wordt versperd?
Velen zitten iedere zondag onder het Woord maar het Woord woont niet in hen.
Zij nemen hun rugzak met al hun twijfels en onbeantwoorde vragen, hoe ze van hun zonden gered
kunnen worden, week in week uit, weer mee naar huis.
De Sleutel die toegang geeft om het Koninkrijk der Hemelen te openen is vervangen door menselijke wetjes en ellendige tradities.
Jezus zegt dat we zelf de Schriften moeten onderzoeken en niet zomaar alles klakkeloos aan
moeten nemen wat de dominee, prediker of voorganger zegt!
Ga ontdekken wat Jezus, die het vleesgeworden Woord is, zegt.
Christus bood hen het leven aan maar het werd niet aanvaard.
Blijf niet, net zoals de schriftgeleerden, halsstarrig weigeren wanneer Jezus je eeuwig leven wil
aanbieden.
Grijp het met beide handen aan.
Zorg dat het Woord van God in u woont, in uw hart, en niet alleen onder u.
Laat het niet alleen klinken in uw oren, maar laat het Woord regeren in uw hart, en geloof!


Hartelijke groet,
Tjitske



vrijdag 9 oktober 2015

Duizendmaal dank ...

Afgelopen maandagmorgen zijn we met onze VrouwenBijbelstudiegroep het seizoen gestart met het thema ‘Dankbaarheid’.
We maken daarbij gebruik van het boek, de gesprekgids/werkboek en de DVD ‘Duizendmaal dank’ van Ann Voskamp.
De DVD en het werkboek bevatten 5 sessies (hoofdstukken), maar daar het best aardig grote hoofdstukken lijken, gaan we er voor nu vanuit dat we twee keer doen over een hoofdstuk, zodat we niets hoeven te overhaasten of af te rafelen.
We zullen wel zien hoe dit in de praktijk werkt.

De afgelopen twee weken was ik er al aardig ingedoken.
Ik heb het beginstukje van de DVD meerdere keren bekeken en heb daar het één en ander uitgehaald waarvan ik dacht dat het waard was om nog even over na te denken en samen over te praten.
Terwijl ik er zo mee bezig was, leidde God mij naar Jezus, naar Zijn volbrachte werk aan het kruis voor ons; naar Zijn lijden en sterven, Zijn opstanding en terugkeer naar Zijn Vader.
En ik besefte dat daar alleen al ons grootste dankbaarheidspunt lag.
Ik miste dit in het boekje, dat namelijk eigenlijk gewoon begint met dat het belangrijk en waardevol is om oog te krijgen voor de kleine dingen in het leven; de ‘microscopische, vluchtige momenten’ (zoals ze dat zo mooi zegt) waaraan we door de drukte en de hectiek van ons dagelijks leven en bestaan zo snel en makkelijk aan voorbij gaan.
Ik besefte weer opnieuw dat hoe moeilijk ons leven ook kan zijn, hoe zwaar onze omstandigheden, en hoelang dingen soms ook duren, als kind van Hem hebben we altijd en iedere dag een reden om Hem te danken.
Hier ben ik me (helaas) vaak helemaal niet zo van bewust, zeker niet de afgelopen jaren, waarin ik soms alleen maar bezig was met overleven, en zelfs dat was soms al moeilijk genoeg.
Het kijken naar hoe groot en indrukwekkend God is, heeft mij daar echt doorheen geholpen.
En nog steeds is dat iets waar mijn oog op valt als ik in mijn Bijbel lees, en gaat het dan van binnen als het ware gloeien van ‘wauw, dat is mijn God en Vader!’
Natuurlijk waren er zeker ook momenten van dankbaarheid, maar alle moeilijkheden, de pijn, het verdriet, de vermoeidheid … ontna(e)men me vaak het zicht op die kleine momenten, die ‘gewone’ dingen, die als je er oog voor krijgt niet alleen bijzonder blijken te zijn, maar ook je gezichtsveld verlegd van jezelf naar God, naar Jezus.
Het is zo mijn verlangen om meer oog te krijgen voor die ‘gewone’ momenten, voor die kleine dingen, zodat het niet alleen lijkt alsof ik alleen maar oog heb voor hoe groot en indrukwekkend Hij is, maar dat mijn hart zich tegelijk zal gaan vullen (tot overlopen toe) met dankbaarheid bij het zien, het ontdekken en het bewust worden van deze dingen.

Een tekst die mij (opnieuw) ook bewust maakte van het feit dat God ons nog veel meer redenen tot dankbaarheid heeft gegeven, is Efeze 1:4, waar staat:
‘Gezegend zij  de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus,  …'
Deze tekst is ook de basis van het lied ‘Count Your Blessings’ van Johson Oatman jr., wat door Johannes de Heer is vertaald in ‘Tel je zegeningen, tel ze één voor één’.
O, wat valt er nog ontzettend veel te ontdekken, wat is er nog ontzettend veel waar ik me bewust van moet/mag worden van de geschenken die God mij(ons) heeft gegeven en geeft, iedere dag opnieuw, en wat verlang ik ernaar om die te ontdekken.


Daarnaast werd ik er ook bij bepaald dat dankbaarheid een opdracht is van God.

Kolossenzen 3:15
‘En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar.’

1 Thessalonicenzen 5:18
‘Dank God in alles. Want dit is de wil van God in Christus Jezus voor u.’
(Niet voor alle dingen, maar in alle dingen.)

Dankbaar zijn, dankbaarheid tonen, is dus ook gehoorzaam zijn aan Hem, en niet een kwestie van alleen maar voelen of ervaren.
Terwijl als we gaan danken we automatisch uitkomen bij (nou ja, als we geloven), bij Hem.
Hoe bijzonder is het dan ook, dat als ik zo bezig ben met deze dingen, mijn moeder mij ‘toevallig’ de volgende quote van Bonhoeffer  toestuurt:

‘Dankbaarheid zoekt achter de gave de Gever.’

Het ontdekken en bewust worden van ‘alles’ wat God ons heeft gegeven, leidt tot dankbaarheid en dat brengt ons zo weer terug bij Hem, omdat Hij Degene is van wie we alles hebben ontvangen.


Als ik zo terugkijk op het laatste half jaar van mijn leven, naar alle veranderingen, mooie en goede, moeilijke en verdrietige, dan wil ik me richten op de mooie en goede dingen die zijn gebeurd en voorkomen uit alles.
En daarin past dit thema zo mooi.
Ik ben zo benieuwd waar God mij (ons) gaat brengen, ons naar toe gaat leiden, in en op elk gebied van ons leven.
Eén ding weet ik wel, dat Zijn woord waar ik dit jaar mee begonnen ben en het gebed van Toewijding  (zie zijkant van mijn Blog) mijn leven drastisch veranderd heeft en er daardoor ruimte is ontstaan voor nieuwe dingen, waaronder voor dit.
En hoe moeilijk, pijnlijk en verdrietig alles soms ook was, het is goed en vult mij met diepe dankbaarheid naar mijn hemelse Vader.

Het is niet mijn doel om 'Duizendmaal dank' te evenaren, of om ook maar in de voetsporen daarvan te treden, maar wel dat dit mij zal helpen om mij nog dichter bij mijn Vader te komen, meer nog van Hem te zien  en te ontdekken, vooral in de kleine dingen van het leven van alledag.
Dat mijn ogen open zullen gaan voor Zijn geestelijke zegeningen waar Hij mij in Christus mee gezegend heeft en waar mijn ogen nu nog voor gesloten zijn.
Opdat mijn leven meer en meer zal zijn en worden tot Zijn glorie en eer.


Dankbaarheid vult mijn hart,
ja, dwars door- en ondanks
alle moeiten en smart.
Ik zie Zijn trouwe hand,
en weet: daardoor
hield (en houd) ik stand.

Zo kan (en wil) ik verder gaan,
mijn hart en oog gericht op
wat Hij voor mij heeft gedaan.
En ik verlang nog meer te zien
van die geweldige God en Vader
die ik dien.

Ik dank, U, Vader, ik prijs Uw Naam!
Ik dank U, Jezus, ik prijs U, Heer!
Voor al Uw zegeningen en genade
breng ik U mijn dank, lof en eer!

- Amen -