zondag 24 juli 2016

Water ...

In Johannes 4:1-42 vinden we het verhaal van Jezus en de  Samaritaanse vrouw.
Het is een heel bekend verhaal; er is al heel wat over gesproken en geschreven,  afbeeldingen van gemaakt en nog wel veel meer.
Maar afgelopen week kwam ik het voor het eerst tegen als een prachtig muziekstuk  op You Tube.
Wat raakte het mijn hart!
De tekst, de uitvoering, de passie waarmee het gezongen wordt, het neemt mij als het ware even mee naar die plek bij de bron, waar Jezus een gesprek aanging met de vrouw uit Samaria.


>> David Phelps/Maggie Beth Phelps - Water 


Ik voel de brandende zon als ze water put op het heetst van de dag.
Ik zie en voel haar ontsteltenis als de vreemdeling haar om water vraagt
Als er gezongen wordt ‘Hij wil vast meer dan dit’, dan wordt mijn hart diep geraakt; ik proef de pijn van een beschadigde vrouw.

Ik word in dit nummer meegenomen naar beide kanten.
Naar de kant van de vrouw, maar ook naar het hart van Jezus, als tussen de woorden van de vrouw Zijn gedachten klinken: ‘Ze is bang, ze is gebroken; dit is haar kans, ze is er klaar voor.’


Jezus, die verder ziet dan wat wij mensen vaak zien.
Jezus, die het hart ziet achter elk masker, achter elke façade, achter elk gesproken woord, achter elke lach, achter elke traan, achter …
Jezus, die onze gebrokenheid ziet, onze pijn, ons verdriet.
Hoe dik de muur ook is die we hebben opgetrokken, Jezus ziet er dwars doorheen.
Ook door die van jou.


Ik proef haar verlangen naar het water waar Jezus over spreekt, en voel tegelijk haar schaamte en gevoelens van onwaardigheid als ze denkt aan het leven dat ze geleefd heeft.
‘O, als Hij het toch eens wist…’
De gezongen woorden die daarop volgen komen zo diep binnen: ‘Ik weet welk leven je hebt geleefd.’

Ik weet het; Ik weet het …


Schaamte, onwaardig, als iemand toch een echt wist …
Maar Hij weet ervan, Hij kent ons leven, dat van jou en dat mij.
De schone schijn, dat wat verborgen is; de schaamte, de gevoelens van onwaardigheid, en minderwaardigheid.
Ik weet ervan, zegt Jezus, Ik heb weet van alles, en toch houd Ik van jou, ben je kostbaar voor Mij!
Toch wil Ik je te drinken geven van het levende Water, zodat je een nieuw leven kunt beginnen.
Je zult vrij zijn, vergeven, schoongewassen.


Er is een stroom van levend water, waar als je daarvan drinkt, nimmermeer dorst zult hebben.
Mijn geschenk aan jou; je zult vrij zijn, vergeven, het zal je veranderen.

Een gebonden leven, geketend.
Gevangene van de wereld.
Levend water, dat haar bevrijdt
en tegelijk uitzend.


Vrij!
Laat Zijn Leven gevende water je vrij zetten.
Vrij!
Zijn vergoten bloed heeft alle ketenen verbroken.
Vrij!
Een nieuw leven vangt dan aan.
Vrij!
Van onwaardig en minderwaardig naar dochter (zoon) van de Allerhoogste.
Vrij!
Niet meer ik, maar Hij leeft in mij.
Vrij!





zondag 3 juli 2016

Dankbaar!

Vandaag hebben we Avondmaal gevierd en mijn gedachten gingen door de woordverkondiging terug naar vroeger.
...

Het opgeheven vingertje dat ik in gedachten altijd zag als de dominee de woorden 'wie verkeerd eet en drinkt die eet en drinkt zichzelf een oordeel' sprak.
Angst, die daardoor altijd knaagde in mijn binnenste.
Angst, die steeds meer plaats in wilde nemen met elke keer dat ik aan het Avondmaal deelnam.
Angst, die ik niet wilde, want ik wist immers dat het niet nodig was.
Angst, die altijd het gevecht aanging met het zeker weten dat het Avondmaal juist voor mij was.
De priemende ogen (voor mijn gevoel) van de dominee als opnieuw deze woorden aan de tafel worden gesproken.
De ogen, de woorden, ze zijn de laatste druppel: nu is het genoeg, ik wil dit niet meer!

Nu, bijna 27 jaar verder, staat deze herinnering me nog steeds levendig voor de geest, maar de angst is verdwenen, en heeft plaatsgemaakt voor diepe, diepe dankbaarheid.
Dankbaarheid, omdat Hij zoveel van mij hield.
Dankbaarheid, omdat Hij dit voor mij heeft gedaan.
Dankbaarheid, om die doorboorde hand, die brood en wijn naar mij uitreikt.
Dankbaarheid, om zoveel genade.











Zijn lichaam verbroken,
Zijn bloed vergoten,
omdat Hij zoveel
van mij hield.

Een doorboorde hand
reikt mij brood en wijn.
Ik neem en eet,
ik neem en drink.

Een nieuw verbond;
God's belofte vervuld.
Zijn dood
doet mij leven.

Brood, verbroken lichaam;
wijn, vergoten bloed,
Ik hou van U,
want U hield eerst
van mij!

Tot Uw gedachtenis, o Heer!