‘En zij allen vatten moed ...’
Handelingen 27:36a
Het is al heel wat jaar geleden dat ik de film ‘Pay it Forward’ heb gezien, maar het principe van de film heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten, en zo moest ik ook aan deze film denken bij deze woorden uit Handelingen 27: ‘En zij allen vatten moed.’
Alles begint eigenlijk in hoofdstuk 25 waar Paulus zich beroept op de keizer, waardoor hij in hoofdstuk 27 onderweg ging naar Rome.
Onder begeleiding van een officier en samen met nog enkele gevangenen begint hij aan zijn reis naar Rome.
De reis over zee verliep echter niet zo voorspoedig, de wind liet hen in de steek waardoor de reis veel te lang ging duren en ze vervolgens in de problemen kwamen omdat de winter al voor de deur stond.
Paulus waarschuwde nog dat het een reis zou worden vol gevaren en risico's, maar de hoofdman luisterde meer naar de stuurman en de kapitein dan naar Paulus.
En zo gingen ze toch op weg om ergens anders te overwinteren, daar de haven waar ze waren daarvoor ongeschikt was.
Echter zoals Paulus had voorzegd, gebeurde; een stormwind stak op en het schip kwam in zeer grote problemen.
Ze zetten alles op alles om het schip te redden, tot het overboord gooien van lading en scheepswerktuigen toe, maar het mocht niet baten.
Alle hoop op redding werd hun ontnomen, zodanig zelfs dat ze ook niet meer aten.
Maar op een gegeven moment stond Paulus op en vertelde hen o.a. hoe een engel van God aan hem was verschenen, en beloofd had dat niemand het leven zou verliezen.
Het schip zou vergaan, maar hun levens zouden gespaard worden.
Nog duurde de storm voort en uiteindelijk wilden ze het schip met de sloep verlaten, maar Paulus verhinderde dat en gaf aan dat iedereen aan boord moest blijven wilden ze gered worden.
Op een ochtend, bij het aanbreken van de dag, ze zaten zo'n veertien dagen in die storm, spoorde Paulus iedereen aan om toch wat te eten, want ze zouden het nodig hebben voor hun redding.
Nogmaals benadrukte hij daarbij dat van niemand van hen een haar gekrenkt zou worden.
Daarna nam Paulus het brood, dankte God in aanwezigheid van iedereen, brak het en begon te eten.
En dan gebeurt het; en allen vatten moed en begonnen evenals Paulus te eten.
Daarna lezen we hoe ze gesterkt door het eten het schip lichter maken, een inham zien, het schip zo goed mogelijk aan de grond laten lopen en hoe iedereen inderdaad veilig en wel op het strand komt.
En allen vatten moed.
Hoe belangrijk is onze houding naar anderen; hoe groot eigenlijk onze verantwoordelijkheid naar buiten toe; welk een invloed heeft mijn houding niet naar een ander.
Woorden spreken is niet zo moeilijk, maar je woorden omzetten in daden is een ander verhaal.
Als Paulus iedereen moed inspreekt en hen verteld dat God hen gaat redden, dan toont hij zijn vertrouwen in de woorden van God door rustig het brood te nemen, God te danken, het brood te breken en te gaan eten.
Een alledaagse handeling, heel gewoon, niets bijzonders, maar juist dat straalt het vertrouwen uit dat hij heeft in God en waardoor anderen moed vatten en ook durfden te gaan geloven dat er hoop was, hoop op redding.
Paulus maakte het vertrouwen wat hij had in God zichtbaar in een alledaagse handeling.
Ook in ons leven kan het flink stormen.
Golven slaan torenhoog over ons heen en wat kunnen we niet het gevoel hebben dat we vergaan.
Soms, naar mate de tijd verstrijkt, vervliegt onze hoop, en als de storm kan het lijken dat we ten ondergaan.
En al zegt Gods woord dat Hij ons nooit boven vermogen zal beproeven, wat is het soms moeilijk om je niet mee te laten sleuren met de wind en de golven, en om net als die mannen op het schip, alle hoop op redding te verliezen.
Welk een beroep wordt er op zo’n moment niet gedaan op ons geloof!
Maar de woorden van Paulus laten ons ook nog iets anders zien, namelijk dat het niet alleen een test is van ons geloof, maar dat onze reactie en houding in zo’n storm ook van invloed is op anderen.
Ja, Paulus kreeg een boodschap van redding van een engel, maar ook tot ons spreekt God.
Hij heeft ons Zijn Woord gegeven, Zijn Woord dat vol staat met woorden van redding en leven, vol bemoedigen, hoop en kracht.
Ook onze gebeden hoort en verhoord God.
En al spreekt God tegen ons misschien niet door een engel, Hij spreekt nog steeds.
Het is juist op zo'n moment dat ik kan laten zien op Wie ons vertrouwen is, en door onze houding van vertrouwen en geloof, kunnen wij op onze beurt weer anderen bemoedigen of opbeuren; ja, nieuwe hoop geven.
We hoeven daarbij niet te denken aan grote spectaculaire dingen; soms getuigen kleine handelingen van meer geloof en vertrouwen dan de grootste preek.
Misschien vat een ander wel alleen al moed doordat we gewoon ons werk blijven doen ondanks alles; door ons huis op orde te houden, het toch gezellig te maken, te midden van.
Misschien vat een ander wel alleen al moed, als wij ons hoofd omhoog houd, of ondanks alles een vriendelijk woord hebben voor de ander, een kaartje sturen naar iemand die het ook moeilijk heeft.
Misschien vat een ander wel alleen al moed, doordat wij blijven danken, blijven zingen, blijven ...
En misschien geeft het de ander wel zoveel moed en kracht, beurt het een ander zo op, dat hij op zijn beurt weer een volgende nieuwe moed kan geven, enzovoort, enzovoort.