Jezus is naar de binnenplaats van de hogepriester gebracht.
Opeens hoor ik een haan kraaien.
Ik zie dat Jezus Zich omdraait en naar Petrus kijkt.
Een blik vol liefde, maar getekend door pijn en verdriet kijkt Petrus aan.
Huilend loopt Petrus weg.
O, Petrus, ik weet hoe jij je voelt.
Hoe vaak doe ik niet hetzelfde als jij.
Dan voel ik die blik van Jezus die me aankijkt vol van pijn en verdriet, en toch voel ik nog Zijn liefde.
Zo onbegrijpelijk, ’t doet zo zeer, zo zeer…
Zoveel berouw, zoveel berouw…
Vergeef mij, Heer Jezus, vergeef mij.
'Bent U de Koning der Joden?' hoor ik ineens vragen.
Ik draai me om en realiseer me dat we bij Pilatus zijn.
'U zegt het', antwoordt Jezus.
Pilatus weet eigenlijk geen raad met de situatie.
Hij weet dat Jezus onschuldig is, maar hij vreest het volk.
Hij probeer er uit te komen door het volk te laten kiezen tussen Jezus en een beruchte gevangene, Barabbas genaamd.
Het is nl. de gewoonte om bij elk feest een gevangene vrij te laten, maar het volk kiest voor Barabbas.
Ook door zijn vrouw wordt Pilatus nog gewaarschuwd, maar ook naar haar luistert hij niet.
Pilatus probeert het nog via Herodes, maar ook Herodes legt de verantwoordelijkheid terug in de handen van Pilatus.
Uiteindelijk wast Pilatus in bijzijn van het volk zijn handen in een schaal met water en zei: 'Ik ben onschuldig aan het vergieten van Zijn bloed. Het is jullie zaak.'
Maar het volk schreeuwt: 'Zijn bloed op ons en onze kinderen!'
Toen liet Pilatus Barabbas vrij en hij gaf de Here Jezus over in handen van zijn soldaten om Hem te laten geselen.
Voor zij Hem echter geselen, doen zij hem een purper rode mantel om, drukken een doornenkroon op Zijn hoofd en geven Hem een stok in Zijn rechterhand.
Daarna wordt de Here Jezus overgeleverd om te worden gekruisigd.
Hoe vaak hebben we dit al niet gelezen, gehoord?
Ervaren we er nog emoties bij, doet het ons nog iets, als we dit lezen?
Ieder jaar opnieuw in de lijdenstijd lezen we deze gedeelten, horen we er over in de kerk, maar dringt het nog wel tot ons door, door tot diep in ons hart wat dit werkelijk inhoudt?
Ik kon het allemaal nog redelijk op afstand houden toen ik nog niet wist wat de Here Jezus doormaakte tijdens die geseling.
Toen ik nog niet beter wist dan dat het een afranseling was met een zweep.
Wat striemen op de rug, misschien een beetje kapot, maar, nou ja ... niet meer dan dat.
Al is dat iets wat ik ook al verschrikkelijk vond, hoor.
Als ik de films weer voor de geest haal, waarin slaven werden afgeranseld, dan liepen de tranen me over de wangen en deed het me zo’n pijn, zo’n pijn.
- O, God, waarom, waarom? Hoe kunnen wij mensen elkaar dit aan doen en dan alleen vanwege een huidskleur. -
Zo onbegrijpelijk, zo onbegrijpelijk.
Maar dit, op deze manier ...
De soldaten gebruiken een zweep van leren riemen waaraan stukjes bot en metaal bevestigd zijn.
De geseling rukt de huid van de rug, en er ontstaat een bloederige massa van opengelegd weefsel en bot.
Hevig is het bloedverlies en vaak leidt het tot de dood, en anders op z’n minst tot bewusteloosheid.
De hoeveelheid slagen doen er dan eigenlijk niet meer toe, al is het aantal slagen in de Joodse wet 39.
Alsof dat voor Jezus allemaal nog niet genoeg was, drijven de soldaten ook nog de spot met Hem.
Ze slaan Hem een purperrode mantel om, geven hem in Zijn rechterhand een stok en vlechten een kroon van scherpe dorens en drukken die op Zijn hoofd.
De doorns dringen door de huid heen en bloeddruppels glijden langs Zijn gezicht naar beneden.
Ze spugen naar Hem, trekken de stok uit Zijn handen en slaan Hem er mee op Zijn hoofd.
En op dit kapot geslagen, bloederige lichaam wordt de dwarsbalk van het kruis gelegd.
Een balk van wel zo’n 45 kg.
Zo gaat Hij de weg naar Golgotha.
Jezus kan niet meer; ….. en Hij valt ….
Een voorbijganger, Simon van Cyrene krijgt het bevel deze dwarsbalk verder voor Jezus te dragen.
Dan klinkt in mijn hoofd het lied
'Simon, This blood is for you!' – 'Simon, dit bloed vloeit voor jou!'
Het is net alsof ik vlak bij Jezus sta terwijl Hij overeind probeert te komen.
Bloeddruppels liggen op de grond en Hij zegt: ‘Rita, dit bloed vloeit voor jou!'
Bloed, dat mij reinigt van alle zonden.
Bloed, dat redding brengt en eeuwig leven.
Bloed, dat mij tot een kind van de Vader maakt en mij het recht geeft om straks voor altijd bij Hem en de Vader te zijn.
Die zin galmt na in mijn hoofd, terwijl Hij wordt voortgeduwd door de soldaten.
Rita, dit bloed vloeit voor jou!
Voor al jouw zonden, voor alles wat niet goed is, voor alle onvolkomenheden.
……………, dit bloed vloeit voor jou!
Half verblind door mijn tranen loop ik achter Hem aan.
Nog nooit heeft Iemand zoveel voor mij overgehad.
Nog nooit heeft Iemand zoveel van mij gehouden.
En terwijl ik zo meeloop naar Golgotha, drukt de zonde als een steeds zwaarder wordende last op mij.
Steeds meer besef ik hoe onrein ik ben, hoe moe, belast, vol van zorgen, angst, pijn, egoïsme, noem maar op.
Golgotha.
O God, is het nog niet genoeg?
Op Golgotha aangekomen wordt Jezus ruw neergegooid en Zijn armen uitgespreid op de dwarsbalk.
Spijkers, van wel 18 cm lang en tot wel 1cm breed, worden door Zijn handen/polsen geslagen en verbrijzelden alles wat op hun weg komt.
Bot, spierweefsel, aders, zenuwen….
Mijn hart krimpt ineen.
Daarna wordt Hij, onze Heer, opgehesen tot de dwarsbalk op zijn plek staat, dan worden Zijn voeten vastgespijkerd.
’t Klinkt allemaal vrij simpel, alsof het zo was gebeurd, maar niets is minder waar.
Met het ophijsen van het lichaam rekken armen uit of schieten schouders en andere gewrichten uit de kom.
En dit ophijsen werd niet bepaald zachtzinnig gedaan.
Ademhalen wordt praktisch onmogelijk.
Een kruisiging is eigenlijk een folterende, trage dood door verstikking.
Here Jezus ....
Spijkers in Uw handen en voeten ...
Uw uitgerekt lichaam, Uw kapotgeslagen rug schrapend over het ruwe hout om wat zuurstof te bemachtigen ...
De kroon van doornen in het hoofd gedrukt ...
Boven Uw hoofd een bordje met de tekst: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden.’
Rondom het kruis klinken de spottende opmerkingen: ‘Jij, die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, red nu jezelf ! Als je de Zoon van God bent, kom van dat kruis af ! Anderen heeft Hij gered, maar Zichzelf redden kan Hij niet!’
O Heer Jezus, U zo te zien hangen, bloedend, snakkend naar adem, door trokken van pijn, zo onmenselijk, zo ...
Ik val neer op mijn knieën en mijn hart schreeuwt het uit naar God.
O God, vergeef mij, vergeef ons.
Ik zou willen schreeuwen, houdt op, houdt op, dit mag niet, dit kan niet ...
Houdt je mond!
Het enige dat Hij deed was liefde geven en jullie, jullie ... ik, ik…
Te midden van dit alles, van dit onmenselijk, immense lijden, blijft Jezus oog houden voor de mens.
De moordenaar naast Hem aan het kruis ontvangt vergeving en eeuwig leven.
Maria, Zijn moeder, en Johannes, de discipel die Hij zo liefheeft, geeft Hij als het ware aan elkaar om voor elkaar te zorgen.
Hij weet nog uit te brengen: 'Vrouw, zie uw zoon' en tot Johannes: 'Zoon, zie uw moeder.'
O Heer Jezus, wat is Uw liefde groot, Uw bewogenheid ...
Hoe is het mogelijk, dat U te midden van deze omstandigheden nog aan anderen denkt, voor anderen zorgt.
Het maakt me klein en stil.
Dan wordt het donker,
Zo maar, midden op de dag.
God verlaat de aarde en laat Jezus, Zijn Zoon, alleen achter aan het kruis.
De last van de wereld, alle zonden, alle ellende, komt in alle hevigheid en zwaarte op Jezus neer.
Eenzaam en stik alleen hangt de Here Jezus daar in het duister, terwijl de mensen om Hem heen angstig en in verwarring rondlopen.
De duisternis voelt drukkend en angstig aan.
Zo onnatuurlijk.
God heeft Zijn Zoon in Zijn stervensuur verlaten.
Na drie uur schreeuwt Jezus het uit en Zijn half gebroken stem klinkt over de heuvel Golgotha: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’
Ik weet, Zijn lijden, Zijn strijd is nu bijna voorbij.
Dan klinken Zijn laatste woorden: ‘Het is volbracht! Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn Geest.'
Op dat moment scheurt het voorhangsel van de tempel in tweeën, een aardbeving volgt, rotsen splijten, graven gaan open en vele heiligen staan op uit de dood.
De hoofdman, de commandant van de soldaten ziet wat er gebeurt en getuigt: ‘Ja, waarlijk, Hij was de Zoon van God.’
Soldaten komen kijken of Hij werkelijk dood is en steken een speer in Zijn zij.
Water en bloed komt er uit.
Het is werkelijk volbracht.
Ja, Heer Jezus, U bent werkelijk de Zoon van God.
U kwam naar deze aarde om te lijden en sterven voor mijn zonden.
U gaf Uw leven op zo’n onmenselijke manier om de weg naar God de Vader weer vrij te maken.
Uw lijden en sterven maakt mij van zonden vrij.
Uw wonden en striemen brengen mij genezing.
Ik val op mijn knieën en huil bittere tranen.
Tranen van pijn, van berouw.
Mijn zonden zijn de geselslagen op Uw rug!
Mijn zonden is de zware balk op Uw kapotgeslagen rug!
Mijn zonden zijn de spijkers in Uw handen en voeten!
Here Jezus, ik belijd U dat ik een zondig mens ben en Uw lijden en sterven nodig heb tot vergeving.
Bedek mij met uw bloed.
Reinig mij, heel mij.
Uw bloed zal niet, mag niet voor niets hebben gevloeid.
Tranen van spijt en berouw stromen over mijn gezicht.
Tranen, om wat Hij voor mij heeft moeten doorstaan.
En ik huil, ik huil tot ik leeg ben.
Doordat het bijna sabbat is, wordt het lichaam van de Here Jezus alleen in zuiver linnen gewikkeld en niet zoals men gewoon is, gezalfd met specerijen.
Daar is geen tijd meer voor.
Jozef van Arimatea legt het lichaam van de Here Jezus in een nieuw, uit de rotsen gehouwen graf en wentelt er een steen voor.
Dan wordt het stil ...