vrijdag 1 maart 2013

De glorie die Ik had bij U

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (57)

Hij had de gestalte van God,
maar heeft zich niet willen vastklampen
aan zijn gelijkheid met God.

Filippenzen 2:6

Jezus, het beeld van de onzichtbare God.
2 Korinthiërs 4:4, Kolossenzen 1:15

Jezus, de afstraling van Gods heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen.
Hebreeën 1:3

Vader, neem Mij nu bij U  en verheerlijk Mij met de glorie die Ik had bij U, voor de wereld bestond.
Johannes 17:5


Als ik deze woorden lees, kan ik alleen maar stil worden.
Stil van diep ontzag.
Stil, omdat Hij alles afgelegd heeft voor mij, voor ons.
Stil van ontroering en diepe bewogenheid, omdat Hij zoveel van mij hield.

Jezus, die omgeven was met heerlijkheid en luister, met ontelbare engelen die Hem dienden, gaf dat allemaal op om naar deze zondige wereld te komen om voor ons te lijden en te sterven, zodat wij gered konden worden.
Hij gaf Zijn grootheid op, nam de gestalte aan van een dienstknecht, en werd mens als wij, leefde als ons.

‘De glorie die Ik had bij U.’
Pas als wij straks zelf bij Hem in de hemel zullen zijn, zullen we pas ten volle begrijpen wat Hij voor ons heeft op gegeven, doordat wij het met eigen ogen kunnen zien.
Maar in deze worden kunnen we iets proeven van de plaats die Hij had in de hemel bij de Vader.

We zijn onderweg naar Pasen.
En het is goed om stil te staan en ons opnieuw (of voor het eerst) heel bewust te worden van wat Hij voor ons heeft gedaan, heeft overgehad.
Hoe Hij Zich heeft vernederd omwille van ons.

O, hoe vaak willen wij niet vasthouden aan wie we zijn, aan onze posities, onze status.
Zouden wij het ooit op willen geven om een ander te redden?

God vroeg het van Jezus, en Jezus deed het.
Voor jou, voor mij, voor ons allemaal.
Zijn hemels koninkrijk ruilde Hij in voor een stal.
Zijn heerlijkheid en luister, verruilde Hij voor een voerbak en de gedaante van een baby.
Zijn positie in de hemel gaf Hij op om die van een dienstknecht aan te nemen.
En dit allemaal voor ons …

Stil en met diep ontzag
ben ik vervuld
als ik deze woorden
tot mij door laat dringen.
Ik buig mijn hoofd
vol van ontroering
en bewogenheid,
en van diep berouw.

De stille woorden van mijn hart
vinden hun weg naar boven,
waar ik om vergeving vraag
dat Hij dit voor mij ‘moest’ doen.

Met mijn woordenloze gebed
dank ik Hem voor wat Hij
voor mij heeft opgegeven
en gedaan.

Stille vreugde maakt zich dan
van mij meester en diep van binnen
begint het eerst zachtjes,
maar dan steeds luider te zingen.

Tot mijn mond de stilte verbreekt
en ik Hem uit volle borst
de lof en eer toe zing
die Hem toekomt.

Heilig, heilig, heilig,
heilig bent U Heer!
Waardig, waardig, waardig,
om te ontvangen al
mijn lof, dank en eer.

Glorie, glorie, glorie
voor de allerhoogste Heer!
U wil ik loven,
U wil ik prijzen,
U wil ik aanbidden.
Nu, morgen,
ja, telkens weer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten