vrijdag 19 april 2013

God zichtbaar in Jezus

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (71)

Nog nooit heeft iemand God gezien, maar de Enige Zoon, Zelf God, die rust aan het hart van de Vader, heeft Hem doen kennen.

Johannes 1:18

De grootheid en heiligheid van God is zo overweldigend groot en intens (nog meer dan woorden ook maar kunnen uitdrukken) dat niemand Hem kan zien zonder te sterven.
Als Mozes aan God vraagt of Hij Zijn heerlijkheid mag zien, antwoord God dat niemand Hem  van aangezicht to aangezicht kan zien zonder te sterven. (Ex. 33:20)
Mozes mag God alleen van achteren zien.

Niemand, geen mens, heeft ooit God gezien.
Gesproken heeft God met meerdere mensen, maar niemand heeft Hem ooit gezien.
Niemand dan Eén; Hij Die van God is; Hij heeft de Vader gezien. (Joh. 6:46)
En Hij, Jezus, wil Hem ons doen kennen.
‘Als je Mij kent, zul je ook Mijn Vader kennen.’
‘Wie Mij gezien heeft,’ zegt Hij, ‘heeft de Vader gezien.’
Jezus en de Vader zijn één.
Alles wat Jezus zegt, zegt Hij op gezag van  Zijn Vader, die in Hem woont en door Hem werkt.
‘Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij .’
Zien en kennen twee verschillende dingen, toch als we de woorden van Jezus horen en lezen, gaan ze hand in hand.

Hoe meer ik hier mee bezig ben, hoe meer ik hier over nadenk, hoe onvoorstelbaarder ik het ga vinden, dat deze grote God, waar ik de bewoordingen, die Zijn grootheid en heiligheid weergeven niet kan vinden, zulk een bemoeienis met mijn, met ons leven wilt hebben.
Dat Hij zoveel moeite doet om met ons in contact te komen, het contact te onderhouden …
Dat Hij ons verlossing, bevrijding, genezing en redding aanbied …
Hij doet er van Zijn kant alles aan om ons tegemoet te komen.
Wij hebben het verprutst en Hij zet alles in het werk om te herstellen.

Adam en Eva leefden in Zijn tegenwoordigheid; wandelden met Hem en spraken met Hem.
Er was niets dat ook maar enige belemmering vormde om van elkaars gezelschap te genieten, tot de zondeval.
Ik geloof niet, als ik de Bijbel zo lees, dat zij God van aangezicht tot aangezicht hebben gezien, maar ik geloof ook niet dat hen dat interesseerde, dat was volgens mij voor hen van geen enkel belang, want zij leefden in volmaakte harmonie en samenzijn met God.

O, wat kan ik uitzien naar de tijd, dat dit weer zo zal zijn.
Een leven in volmaakte harmonie met God, onze Vader.
Geen zonde meer, noch alles wat daarmee verweven is.
Alleen een volmaakt samenzijn met Hem, die mijn/onze Vader is.

Voor nu strek ik mij uit naar het Hem leren kennen.
Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien, zegt de Here Jezus; als je Mij kent, ken je de Vader.
Hoe belangrijk is het om Hem te leren kennen.
En hoe bijzonder is het, dat Hij gekend wilt worden door ons zondige mensen.

De Zoon is de afstraling van Gods heerlijkheid
en de afdruk van zijn wezen.
Door zijn machtig woord houdt hij alles in stand.
Hij heeft de mensen gereinigd van hun zonden
en daarna heeft hij plaatsgenomen
aan de rechterzijde van Gods majesteit in de hemel.
 
Hebreeën 1:3
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten