Een 'blogje' van de tijd dat ik een Blog had op Punt.nl.
9-08-2011
De Bijbel spreekt over de tong als het sterkste wapen (Ps. 3:12); scherp als een mes (Ps. 52:4), als een zwaard en hun kwetsende woorden zijn als pijlen (Ps. 64:4).
Ik denk dat we vroeg of laat allemaal weleens te maken krijgen of te maken hebben gehad met de pijn en het verdriet die woorden kunnen veroorzaken.
Velen hebben misschien wel wonden opgelopen als gevolg daarvan.
Een aantal worstel misschien nog wel steeds met de gevolgen.
Woorden kunnen een gigantische impact hebben in een mensenleven; ze kunnen positief zijn en opbouwend, maar ze kunnen ook negatief zijn en je diep, heel diep kwetsen en grote wonden achterlaten.
Als je telkens, keer op keer met woorden wordt afgekraakt of uitgescholden, dan vroeg of laat doet het iets met je.
Je kunt het misschien lang tegenhouden, maar het moment van de bekende druppel komt, want het tast je aan, je persoonlijkheid, wie je bent, wat je doet.
Woorden kunnen leven brengen, maar ook dodelijk verwonden.
Voor sommigen echter komt het nog veel dichterbij.
Sommigen hebben een zoon of dochter met één of andere aandoening waardoor ze geen of nauwelijks controle hebben over hun emoties of wat ze zeggen en kwetsen en verwonden degene(n) die hen het dichtste bij staat.
Naderhand hebben ze vaak spijt van wat ze hebben gedaan en gezegd, maar ondertussen is het wel gebeurd.
En als ouder, krijg je het wel steeds opnieuw over je heen.
Buitenstaanders hebben vaak 'goede ideeën', weten vaak precies wat je zou moeten doen en hoe ze het beste er mee om kunt gaan of hoe je de situatie moet aanpakken, maar ze weten (vaak) niet waar ze het over hebben.
En de impact wordt op deze wijze alleen maar groter, doordat je als ouder het gevoel krijgt het allemaal verkeerd te doen.
Men bedoelt het niet zo, maar dit is de boodschap zoals die binnenkomt.
Het hart van de moeder, wat vaak het meest geraakt wordt omdat zij het meeste thuis is, wordt keer op keer verwond en zij vergeeft uit liefde keer op keer, omdat ze weet dat haar kind er niets aan kan doen en toch ...
Haar wanhoopskreet is soms alleen maat hoorbaar voor God de Vader, omdat alleen Hij haar altijd ziet, altijd hoort, altijd naar haar luistert ...
...
O God, mijn God en Vader,
ik kom zo bij U met mijn verwonde hart.
Alles in mij is verwrongen van de pijn.
Alles in mij voelt aan als opengereten.
In boosheid uitgesproken woorden
zijn als messen in mijn hart gestoken
en de onredelijkheid van elk woord
maakt dat het lijkt alsof de messen
daar nog eens worden rondgedraaid.
De pijn is diep en intens
en het ontneemt me de adem.
Pijn, een diepe en radeloze pijn dringt
tot diep in mijn binnenste
en baant zich een weg
naar buiten in een stille, rauwe schreeuw
die alleen hoorbaar is voor U,
mijn Vader.
Ik weet dat geen enkel woord terecht was,
geen enkel woord waarheid is,
geen enkel woord ergens op gebaseerd is.
Ik weet dat het een machteloze uiting is van iemand
die niet instaat is om op de juiste manier om te gaan
met haar emoties, gevoelens en gedachten;
met de dingen waar zij mee wordt geconfronteerd.
Ik weet dat het haar handicap is.
Ik weet, dat hoewel het op dat moment gemeend is,
het ook weer niet echt gemeend is,
maar een machteloze uiting
afgereageerd op degene die het dichts bij staat
en waarvan zij diep van binnen ervaart
dat er telkens weer vergeving is en liefde;
de liefde van een moeder voor haar kind.
Heer, U hebt alles gehoord wat er gezegd is.
U was er bij toen de woorden werden uitgesproken;
voor de zoveelste keer!
U hebt gezien hoe ze als dolken in mijn binnenste drongen
en grote wonden hebben veroorzaakt.
U zag hoe alles in mij verkrampte.
De hulpverlening zegt: Je moet het je niet persoonlijk aantrekken,
maar geen van hen heeft ooit ervaren wat het met je doet
als je keer op keer verrot gescholden wordt,
uitgemaakt wordt voor alles wat mooi en lelijk is;
de schuld krijgt van een ieder door henzelf veroorzaakte fout
of door iets wat niet mag, of …
Niemand anders dan zij die daar geweest zijn, weten,
dat er heel langzaam, met iedere keer dat het gebeurt
er als het ware een beschermlaagje van jezelf afgeschraapt wordt
totdat er niets meer over lijkt te zijn
en je het gevoel hebt, bij iedere keer dat het gebeurt,
dat je in elkaar geslagen wordt.
Ieder woord wordt een klap.
Ieder woord slaat je achteruit.
Ieder woord vernietigd stukje bij beetje iets van je persoonlijkheid
totdat er niets anders over lijkt te zijn
dan een schim van de persoon die je was.
Je loopt op je tenen door het huis.
Je weegt ieder woord op een gouden schaal.
Je ontwijk de confrontatie en telt de seconden af
tot de persoon in kwestie weer weggaat
en je weer even tot rust kan komen
en bij kan tanken, nieuwe krachten kan verzamelen.
Hemelse Vader,
ik begrijp het niet.
Ik kan niet meer!
Ik wil niet meer!
Hoelang nog?
Hoelang nog moet ik dit verdragen en verduren?
Hoelang nog voor U ingrijpt op de één of andere manier?
Hoelang?
O God, mijn Vader, hoelang nog?
Hoor toch mijn noodkreet om hulp!
Hoor toch naar mijn bidden en smeken!
Hoor en zie!
Mijn kussen is doorweekt van tranen.
Mijn ziel rauw van kapot geslagen emoties.
De zin van het leven dreigt me te ontglippen.
Schudgevoel en verwijten naar mezelf
knagen en klagen me aan.
Soms dreig ik weg te zinken
in een diepe poel van wanhoop en uitputting,
van zo niet meer verder willen of kunnen,
van waarom, van …
Al mijn ellende, Heer,
al mijn gevoelens van wanhoop,
van boosheid, van onbegrip, van machteloosheid,
van bitterheid, van pijn, van verdriet,
van …,
Och , Heer, zelfs de woorden ontbreken me
om uitdrukking te geven wat ik voel,
wat er gebeurt,
wat het met me doet.
Maar U kent mij,
U kent mijn gedachten en gevoelens,
U weet wat er ten diepste in mij leeft
en wat voor de mensen verborgen is.
Bij U, bij U alleen stort ik mijn hart uit,
omdat ik weet dat U naar mij luistert,
naar mij hoort,
mij begrijpt,
iedere keer weer en U stuurt mij nooit weg.
Laat toch mijn tranen Uw hart beroeren
en zie naar mij, Uw geliefde kind, om.
Moe en uitgeput
van alle emoties
verdrogen langzaam
mijn tranen
en stil wacht ik
op een teken
van mijn Heer.
Soms is het
als of de slaap
mij in haar armen
neemt en God mij zo
even ver weg houdt
van alle pijn en verdriet.
Soms is er
een zacht briesje
over mijn hoofd waait
en het is alsof
Hijzelf mij even
aanraakt
en vertroosting
geeft.
Soms wil ik niets
en zak ik weg
in de bodemloze put
van wanhoop
en zelfbeklag,
en groter en dieper
wordt mijn verdriet.
Soms ben ik boos
en opstandig;
bitterheid
sluipt zachtjes binnen
en ik merk dat het
alleen nog maar meer
ellende geeft.
Soms is er
een kaartje
of een belletje,
zo geheel
onverwacht
Een liefdevol,
bemoedigend woord:
Mijn Geliefde kind,
Ik zie je verdriet!
Soms is er
een lied
of een mooi
stukje muziek,
dat mij
met warme liefde
doorstroomt,
mij optilt,
nieuwe krachten
geeft.
Moe en uitgeput,
met de sporen
van mijn tranen
nog op mijn gezicht,
wacht
en rust ik uit,
dicht bij mijn Heer.
Dan komen Zijn woorden:
'Mijn kind,
vertrouw op Mij,
steun op Mij
ook nu je door het duister
moet gaan
en er geen lichtstraal
tot je doordring.
Bergen zullen wijken,
heuvels wankelen,
maar onwrikbaar
is Mijn liefde voor jou!
Onwankelbaar Mijn belofte
van vrede en vriendschap;
Ik ben met jou begaan!
Ik woon in de hemel,
in het heilige,
maar ook bij wie worden verdrukt,
en bij wie gering zijn.
Ik zal je opbeuren
en nieuwe moed schenken.
Wees maar niet bang,
want Ik ben bij je.
Kijk maar niet angstig om je heen,
want Ik ben je God.
Ik maak je sterk,
Ik zal je ook helpen,
Ik ondersteun je,
Ik ben jouw behoud.'*
Zijn woorden zijn als een warme balsem voor mijn verwonde hart.
Mijn tranen druppen opnieuw naar beneden
en Zijn liefdevolle woorden vermengen zich
met mijn tranen van pijn en verdriet.
En ik huil uit bij mijn hemelse Vader
tot ik geen tranen meer over heb.
Kwetsbaar kijk ik omhoog,
naar Hem van wie ik
mijn hulp verwacht.
Naar Hem die beloofde
bij mij te zijn, ook in
mijn donkerste nacht.
Kwetsbaar kijk ik omhoog,
ik wil het van
Hem verwachten.
Van Hem, de Enige,
die mijn pijn en verdriet
kan verzachten.
Kwetsbaar kijk ik omhoog,
naar Hem, van Wie ik
mijn hulp verwacht.
Ik neem Zijn woorden aan
en maak ze tot mijn
sterkte en kracht.
'Mijn kind,
Ik droeg je vanaf je prilste bestaan,
Ik nam je op de arm vanaf je geboorte.
En Ik blijf je dragen,
tot je oud bent en grijs.
Ik heb het gedaan
en Ik zal het blijven doen:
Ik neem je op de schouders,
Ik red je.
Ik bedek je met Mijn vleugelen,
onder Mijn hoede ben je veilig;
Mijn trouw is een schild, een pantser.
Wie vertwijfeld zijn, ben Ik nabij;
Ik red wie alle moed verloren hebben.
De last op je schouders,
draag hem maar over aan Mij,
Ik zal voor je zorgen;
wie Mij trouw is,
zal Ik nooit laten bezwijken.
Zoek je kracht in Mij,
in de sterkte van Mijn macht.
Doe Mijn wapenrusting aan
om stand te kunnen houden
tegen de krijgslisten van de boze;
zo kun je staande blijven
omdat je goed bent toegerust.
Houdt vast aan het geloof dat je belijdt.
Je hebt een verheven Hogepriester
die de hemel is binnengegaan,
- Jezus, Mijn Zoon.
Hij heeft alle beproevingen
net zo ondergaan als jij,
alleen, gezondigd heeft Hij niet.
Je mag dus vol vertrouwen naderen
tot Mijn troon van genade,
waar Ik je barmhartig en genadig zal behandelen
en je op de juiste tijd hulp zal geven.'*
Mijn God en Vader,
ik reken op Uw kracht,
want U bent een burcht voor mij.
Vanaf de vroege morgen,
Heere, mijn God,
zal ik zingen over Uw kracht
ja, juichen over Uw liefde.
Voor U zal ik zingen,
ja, want U geeft mij kracht.
Vader God,
U bent mijn burcht,
U bent de God die van mij houdt.*
* Jesaja 50:10; 54:10;b 57:15; 41:10
* Jesaja 46:3b,4; Psalm 91:4, 34:19; 55:23; Efeze 5:10-17; Hebreeën 4:14-16
* Psalm 59:10, 17,18
Geen opmerkingen:
Een reactie posten