De afgelopen dagen was ik weer naar de VrouwenConferentie waar ik al jaren (met uitzondering van de Coronatijd) kom.
Het thema voor deze conferentie was ‘God heeft naar je omgezien’.
Het valt niet altijd mee om dit te zien, dit te ervaren, en misschien zijn er ook wel tijden dat we geneigd zijn om te zeggen: ‘O ja, waar was Hij dan? Hoe dan? Ik heb er niets van gemerkt of gezien.’
Ik schrijf heel bewust ‘we’, want ook ik kijk soms omhoog met de vraag ‘waar bent U nu?’
Maar hoe heerlijk is het daarom alleen al om ouder te worden, want met het stijgen van de jaren, kan ik ook steeds meer momenten zien waaruit blijkt dat Hij er weldegelijk was, en naar mij om heeft gezien.
En op basis daarvan ga ik ook steeds meer geloven dat Hij er is en alles onder controle heeft, ook als ik daar niets van zie of ervaar.
Met het ouder worden heb ik ook ontdekt hoe belangrijk het is om deze momenten, de momenten waarop je ontdekt dat de Heere er weldegelijk bij was, voor je gezorgd heeft enz., op te schrijven, zodat je in tijden als het weer eens moeilijk is en je Hem niet ziet of ervaart, het terug kan lezen.
Ik heb ervaren, dat hoe meer ik van deze momentherinneringen teruglees, hoe meer ik gesterkt en bemoedigd word op moeilijke momenten; het vergroot namelijk mijn vertrouwen in mijn Heer en God!
En uiteindelijk is dat immers de bedoeling dat we Hem beter en meer leren kennen, dat ons geloof en vertrouwen in Hem groeit.
Dat wij vervolgens het ook weer doorgeven aan anderen door het uit- en voor te leven, door te vertellen, te getuigen van wat Hij heeft gedaan.
Het verhaal van Hagar en Ismaël laat ons daarin verschillende dingen zien.
Enerzijds toont dit verhaal ons hoe God hoort en omziet, en tegelijk ook hoe vergeetachtig de mens is!
Hagar zelf gaf God de Naam ‘El Roï - de God Die naar mij omziet’. (Gen. 16)
Maar als zij, na door Abraham samen met Ismaël te zijn weggestuurd (Gen. 21), zonder eten en drinken, huilend neerzit in de woestijn, met haar zoon op afstand onder de struiken om hem maar niet te hoeven zien sterven, blijkt uit niets dat zij zich nog herinnert dat zij Hem die Naam heeft gegeven, dat zij zich herinnert dat Hij eerder op bijzondere wijze naar haar had omgezien en voor haar had gezorgd.
En toch, opnieuw komt God opnieuw naar haar toe, toont Hij dat Hij nog steeds Dezelfde is, de El Roï, de God Die omziet naar.
Gen. 21:17 - ‘Toen hoorde God de stem van de jongen en de Engel van God riep tot Hagar vanuit de hemel en zei tegen haar: Wat is er met u, Hagar? Wees niet bevreesd, want God heeft naar de stem van de jongen, die daar ligt, geluisterd.’
Het was op de laatste avond van de conferentie dat ik opnieuw werd bepaald bij het belang van het opschrijven van die momenten waarop ik ervaren heb dat God naar mij had gehoord, had omgezien, mij op één of andere manier had bemoedigd, getroost, geantwoord ….
Ons werd op deze avond gevraagd om op te schrijven hoe of waar wij hadden ervaren dat de Heere naar ons had omgezien.
Dat mocht iets van vroeger zijn, of van kort geleden, of hoe we terugkeken op ons leven tot zo ver.
In eerste instantie wist ik niet echt wat ik op moest schrijven.
Ik had al een aantal maanden door omstandigheden niet meer geschreven en nu werd er ineens van mij verwacht dat ik weer ging schrijven.
Ik vond het lastig, want hoewel ik door alles wat we hebben meegemaakt ook genoeg van Gods omzien naar mij heb ervaren, welk verhaal ga ik dan nemen?
Maar ineens kwam daar de tekst uit Psalm 138 (vers 3) in mijn gedachten: ‘Ten dage dat ik riep, hebt Gij mij geantwoord; Gij hebt mij bemoedigd met kracht in mijn ziel.’
En ineens wist ik het, deze tekst moest mijn uitgangspunt worden, en dat niet alleen, de Heer gaf mij ook (weer) de woorden om te schrijven.
De eerste drie coupletten heb ik op de conferentie geschreven, vandaag heb ik het thuis afgemaakt.
Lieve Vader,
dank U voor dit Woord,
dat U mij dit jaar hebt gegeven
tot troost en bemoediging.
Steeds weer komt het terug,
vult het mijn hart met vreugde,
en maakt het dat ik zing.
Het wil niet zeggen dat u mij nu
elke keer spoedig van het antwoord,
of de hulp die ik nodig heb, voorziet.
Maar dit Woord brengt wel steeds
opnieuw in mijn gedachten, hoe U
er voor mij bent in vreugde en verdriet.
Terugkijkend op de tijd die is geweest,
zie ik, hoe U er steeds weer was,
leidde en voorzag in wat ik nodig had.
Daarom vult dit Woord mij met zoveel
vreugde en vrede, want het getuigt van
het feit, dat U naar mij omzag,
telkens als ik tot U bad.
Nee, niet altijd spoedig, -meestal
pas veel later dan ik had gehoopt,
verwacht, ja, dan ik had gewild.
Maar terugkijkend, teruglezend, zie ik:
U was er altijd, en steeds weer op
het juiste moment, schonk U hulp,
of werd mijn pijn en verdriet gestild.
En nee, het betekende ook niet dat
alles maar veranderde, dat moeiten,
zorgen of problemen maar verdwenen.
Wel kwam er nieuwe kracht en moed,
doordat alles wat eens zo donker was
door Uw licht werd beschenen.
‘Ten dage dat ik riep, hebt Gij mij geantwoord;
Gij hebt mij bemoedigd met kracht in mijn ziel.’
Mijn Heer en God,
U wil ik danken
voor Wie U bent!
Uw Naam prijzen
omdat U mij kent.
Geen haar valt van
mijn hoofd zonder
dat U het weet.
Hoe zou ik ooit
kunnen denken dat
U mij dan vergeet!
Dat is mooi Rita, dank je wel. Ja, laten we blijven schrijven over onze El Roï
BeantwoordenVerwijderenDankjewel voor het delen. Ik vind het fijn weer wat van jou te kunnen lezen. Het delen van ook jouw worstelingen en daarbij het groeiende vertrouwen dat God altijd naar ons omziet! Mooi om te lezen Rita...
BeantwoordenVerwijderen