'En laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij het niet opgeven.'
Galaten 6:9
(HSV)
Voor de tweede week is deze tekst mijn MT, en met een reden.
Een tekst kan namelijk zo belangrijk zijn, dat het goed is om hem voor langere tijd iedere dag onder ogen te zien, en dat is voor mij deze weken het geval.
Er wordt hier een appèl gedaan op ons doorzettingsvermogen; een aansporing om vol te houden en niet op te geven, en wat hebben we dat soms (misschien wel vaak) nodig!
En met dat ik deze woorden schrijf, realiseer ik mij dat ze helemaal verwant zijn aan mijn OneWord van dit jaar.
Mooi zoals God dingen samenbrengt!
En laten wij niet moe worden goed te doen ...
Moe worden ...
Wat mij als eerste in deze vertaling zo trof, is dat er staat 'laten wij niet moe worden' goed te doen.
Andere vertalingen gebruiken woorden als 'niet verslappen', 'niet vertragen', 'nooit teveel worden' of 'niet verzwakken'.
Maar mij trof het woordje 'moe', omdat de Gever van deze woorden hierin al de zwakke plek van de mens heeft opgenomen.
Hoe goed kent God ons mensen!
'Moe worden', geen fut meer hebben, geen zin meer hebben, energieloos, afgemat, afkerig van iets worden ...
Het is teveel, het duurt te lang.
Er valt geen enkele vooruitgang te bespeuren, alles lijkt maar hetzelfde te blijven.
Geen enkel woord van erkenning, nog geen bedankje kan eraf.
...
Moe van iets worden; hoe moeilijk is het vaak niet voor ons mensen om iets vol te houden als het lang duurt, of als we geen vooruitgang zien, of als iemand ons geen dankbaarheid betoont, of ... er valt genoeg in te vullen.
Laten wij niet moe worden ...
Woorden waarin zowel een aansporing als een waarschuwing klinkt.
De aansporing om vol te houden -volharding leren/betonen, als ook dat we er voor moeten waken dat dat het niet gebeurd.
Eigenlijk vind ik dat de woorden die in de andere vertalingen gebruikt worden, min of meer besloten liggen in deze woorden 'niet moe worden'.
Immers, als we moe worden verslapt onze grip, het wordt zwaar om iets vast of vol te houden.
Als we moe worden vertragen we ook; we kunnen niet in hetzelfde tempo voortgaan als dat we begonnen zijn.
Ook worden dingen ons dan teveel, en we zijn niet meer zo sterk als voorheen, we verzwakken.
Laten wij ...
Wat ook in deze woorden besloten ligt, is het feit dat we hierin een keuze hebben.
Laten ...; met andere woorden zorg ervoor dat je niet moe wordt!
En het woordje 'wij' geeft aan dat deze woorden voor ons allemaal gelden: ook de schrijver (Paulus) schaart zichzelf hieronder.
Laten wij -ik, jij, u, ervoor zorgen dat we niet moe worden.
Maak de juiste keuzes daarvoor, en dan denk ik niet alleen voldoende slaap en ontspanning, goede voeding enz..
Het belangrijkste is denk ik tijd maken, tijd apart zetten, desnoods inplannen, voor de Heere.
Dit was immers ook wat de Here Jezus deed, Hij nam op gezette tijd rust; hoe druk Hij ook was met alles, met regelmaat lezen we dat Hij Zich terugtrok of vroeg opstond om met Zijn Vader te spreken.
Hij was één met de Vader; zonder de Vader kon Hij niets doen.
Wij des te meer niet!
Hoe zullen we anders weten of we ons nog op de goede weg bevinden?
Hoe zullen we anders weten of we ons nog steeds in Zijn wil bevinden met wat we doen?
Waar halen we anders onze kracht vandaan om vol te houden?
Hoe zullen we weten wat we moeten doen?
Voor hoelang, waar, wanneer ....?
Ik geloof namelijk niet dat alles wat maar op onze weg komt bestempeld kan worden als iets dat God van ons vraagt om te doen.
Om te weten wat Zijn wil is, zullen we de stilte in moeten om Zijn aangezicht zoeken, net als de Here Jezus.
En dat ... is een keuze.
Goed te doen ...
Goeddoen, iets doen dat een gunstige uitwerking heeft op iets of iemand; helpen, verlichten, weldoen, liefdadigheid.
Goeddoen omvat ook het juiste doen, doen wat goed is, en dat betekent boven alles gehoorzaam zijn aan God.
Goeddoen is dan ook niet alleen de handen uit de mouwen steken en van alles en nog wat voor iemand doen, maar waar nodig de ander ook aanmoedigen om zelf iets te doen, te ondernemen of te proberen, naast iemand gaan, een extra mijl gaan, als ook ... de handen vouwen.
Goeddoen, zaaien ...
Hoe heerlijk is het niet als we iemand hebben kunnen helpen en dankbaarheid en blijdschap onze beloning is.
Hoe belonend is het niet als we ons inzetten voor iets of iemand en we zien vooruitgang, of nieuwe dingen tot stand komen.
Wat kan het ons een goed gevoel geven als we een keer bij een langdurig zieke, die niet veel bezoek meer krijgt, op bezoek gaan, en de persoon in kwestie op zien leven.
Maar wat als God een nukkig of verbitterd persoon op onze weg plaats?
Wat als God ons vraagt om voor onbepaalde tijd ons ergens voor in te zetten?
Wat als God ons ergens roept waar alles stil lijkt te staan, er geen vooruitgang lijkt te worden geboekt, misschien zelfs eerder achteruitgang?
Wat als we maar bidden en bidden en bidden, en er verandert niets, er gebeurt maar niets?
Laten we niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen we oogsten ...
Want te zijner tijd zullen we oogsten ...
Waar zijn we op gericht als we iets doen?
Voor wie doen we het?
Doen we het voor onszelf, om ons goed te voelen, of omdat we Zijn wil willen doen, Hem willen dienen en eren?
Doen we iets uit verplichting, of uit dankbaarheid?
Zijn we gericht op snel resultaat zien, of heeft eeuwigheidswaarde voor ons grotere betekenis?
Zijn we bereid om onszelf eventueel weg te cijferen, of om iets te leren, of mag het ons niet echt iets kosten?
Allemaal gedachten en vragen die bij mij (en dus ook naar mijzelf gericht) opkomen als ik hier over nadenk.
Te zijner tijd ...
Wanneer het eenmaal tijd is, wanneer de tijd daarvoor gekomen is.
Hm, dat betekent dus dat we niet weten voor hoelang.
Eén dag, een maand, een jaar?
Twee jaar, tien jaar, na dit leven?
Te zijner tijd ..., och, wat is het voor ons mensen lastig om iets niet te weten of te kunnen over zien; wat is het lastig om niet te weten of te kunnen zien, dat wat wij doen ook maar enig effect heeft.
We leven in een maatschappij waarin alles snel en makkelijk moet zijn.
Eigenschappen als volharding, standvastigheid, toewijding, doorzettingsvermogen, wilskracht, geduld, uithoudingsvermogen, en trouw zijn steeds schaarser te vinden in de mens; egoïstisch en op zichzelf gericht als onze maatschappij aan het worden is.
En het zijn juist deze eigenschappen die we nodig hebben om te doen wat God van ons vraagt, om te leven naar Zijn wil, in gehoorzaamheid aan Hem.
Zullen we ...
Het zal gebeuren!
Misschien weten we nu niet wanneer, en hoe, en ..., maar de dag komt.
De tekst zegt even verderop wel 'als we het niet opgeven', of 'als we niet verslappen', dus we moeten wel volhouden, de moed niet laten zakken, niet moedeloos worden.
Volharding, standvastigheid, doorzettingsvermogen en vastberadenheid zijn hiervoor sleutelwoorden.
Stoppen met het goede doen, betekent immers dat er niets meer te oogsten valt.
Zonder zaaien, valt er niets te oogsten.
Oogsten ...
Binnenhalen; de opbrengst van wat we gezaaid hebben, de uitkomst van wat we gedaan hebben.
Het voortvloeisel van het werk van onze handen, de vruchten van onze inzettingen, de uitwerking van onze gebeden.
Maar er valt alleen iets binnen te halen, als we iets hebben gezaaid.
En al heeft het ene gewas meer tijd nodig om te rijpen dan het andere, voor elk zaad dat gezaaid is komt de tijd van oogsten.
En een goede oogst is afhankelijk van allerlei factoren.
Is het zo bij ons mensen ook niet?
Het spreekwoord luidt: Wat de mens zaait, zal hij oogsten.
Met andere woorden, wees voorzichtig met wat je doet en/of zegt, want alles heeft gevolgen, groot of klein.
Een klein verkeerd woord kan grote ruzies tot gevolg hebben, zelfs oorlogen, als ook een klein gebaar van goede wil, of een vriendelijk woord, grote zegen.
Laten we niet moe worden om goed te doen!
Blijf dicht bij de Heere!
Breng iedere dag tijd door met Hem!
Bij Hem vinden we de kracht om vol te houden.
In Zijn aanwezigheid komen wij tot rust.
Zijn woorden onderwijzen ons, bemoedigen ons, troosten ons.
Zijn liefde beurt ons op en geeft ons nieuwe moed.
Hoor Zijn liefde in de aansporingen van Zijn woord; zie Zijn genade in de tijd die Hij ons geeft!
Met Hem springen we over de hoogste muur, en aan Zijn hand kunnen we door het diepste dal.
Water zal ons niet overspoelen, noch vuur ons verbranden.
Laten we niet moe worden om goed te doen, om het goede te doen, zodat er oogst zal zijn!
Wat heb je dit weer mooi verwoord.
BeantwoordenVerwijderenInderdaad heel dicht bij Hem blijven.Ik
DAnk je wel, Danielle!
VerwijderenDank je wel voor deze blog. Ik vond het erg leerzaam en fijn. Zulke blogs zou ik meer willen lezen.
BeantwoordenVerwijderenDavid Guzik zegt bij deze tekst: Het is gemakkelijk maar ook gevaarlijk om de moed te verliezen. In de oudheid werd deze uitdrukking (deze soort van moeheid / moed verliezen) gebruikt voor het soort angst en vermoeidheid dat een vrouw ervaart tijdens de bevalling vóór de bevalling. Het beschrijft een tijd waarin het werk moeilijk en pijnlijk is, maar ook onvoltooid en niet beloond. Het is gemakkelijk om dan de moed te verliezen als we ons zo voelen, maar dat is precies het moment waarop we moeten volhouden en niet moe worden terwijl we goed doen. Want ... want te zijner tijd zullen we oogsten als we de moed niet verliezen.
Proberen we goed te doen met onze middelen (talenten?) en goed te doen aan iedereen - maar vooral aan degenen die tot Gods familie horen.
Dank je wel, Aritha, voor deze mooie aanvulling!
VerwijderenBijzonder!