Gedachten bij Hoofdstuk 6 van het boekje ‘Pluspunt’ van Tineke Tuinder -Krause.
Een schrijfboek over aantrekkelijk ouder worden.
Het is bijna een jaar geleden dat ik wat schreef n.a.v. dit boekje.
En opnieuw moet ik bekennen dat ik het wel een paar keer in mijn handen heb gehad, maar dat ik niet wist wat ik toch met het volgende hoofdstukje aan moest, en ja, dan blijft het liggen.
Soms bekroop me ook het gevoel dat ik misschien maar beter niet met dit boekje had kunnen beginnen, zo oud was en ben ik immers nog niet, en toch …
Ik vind het gewoon fijn om dingen te lezen en er al schrijvend over na te denken.
En, laten we eerlijk zijn, wat nu niet is, kan nog wel altijd komen, en dan is het nooit verkeerd om alvast eens over bepaalde dingen nagedacht te hebben.
En, laten we eerlijk zijn, wat nu niet is, kan nog wel altijd komen, en dan is het nooit verkeerd om alvast eens over bepaalde dingen nagedacht te hebben.
Het hoofdstukje voor deze keer gaat namelijk over alleen zijn; hetzij doordat je geliefde is overleden, of omdat je nooit getrouwd bent geweest.
En ja, daar liep ik nu tegenaan.
Ik ben geen weduwe, noch weet ik wat het is om alleen ouder te worden zonder ooit getrouwd te zijn geweest.
Dus hoe zou ik hier ooit iets over kunnen zeggen?
En zo kan ik dus ook op de vragen en de te overdenken gedachten en ideeën geen antwoord geven.
Toch besluit ik om er niet meer voor weg te lopen, want al kan ik niet schrijven vanuit ervaring, ik kan wel in eigen woorden iets delen van wat de schrijfster zegt in dit hoofdstukje, als ook enkele Bijbelteksten die zij geeft, en een mooi citaat,
En misschien kan één van mijn gedichten, ook al zijn ze niet geschreven vanuit ervaring, toch tot troost en bemoediging zijn.
Jesaja 46:4
‘Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn,
ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen;
Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen,
Ík zal dragen en redden.’
Van de schrijfster (beknopt en in eigen bewoordingen):
‘Alleen zijn; degene die je lief en dierbaar was is er niet meer, voorbij is het samenzijn en alles wat daarbij hoort.
Nooit getrouwd; maar met het ouder worden, het minder kunnen, het wegvallen van mensen om je heen …, kunnen leegte en stilte je aangrijpen, en je doe afvragen naar de zin van het leven.
En ze wijst op de zegen van het door de jaren geleerd hebben van je openstellen voor wie God op je pad bracht en gesloten en onderhouden vriendschappen.
Hoezeer heeft een mens dit vooral niet nodig als je alleen komt te staan.
Maar ze wijst er ook op dat het nooit te laat is om er anders als nog mee te beginnen als je er voor die tijd geen kans toe hebt gehad.
De mooiste bemoediging vind ik in het laatste dat ze schrijft:
‘Maar blijf bovenal de God van de weduwen en de wezen zoeken, Die jouw lege handen vult met Zijn genade en volheid.’
Psalm 68:5-7
‘Zingt Gode, psalmzingt Zijn naam … Hij is de vader der wezen en de rechter der weduwen,
God in zijn heilige woning; God, die eenzamen in een huisgezin doet wonen, …’
Psalm 37:25
‘Ik ben jong geweest, ik ben ook oud geworden, maar ik heb de rechtvaardige nooit verlaten gezien, of zijn nageslacht op zoek naar brood. De hele dag ontfermt hij zich en leent uit, en zijn nageslacht is tot zegen.’
Wees maar niet bang!
Nu ben ik alleen.
Mijn huis is leeg.
Geen stem weerklinkt.
Voelbaar is de stilte.
Tastbaar de leegte.
Kwetsbaar de eenzaamheid.
Geen luisterend oor.
Geen arm om mij heen.
Geen warm kloppend hart.
O Heer, het valt mij zo zwaar.
Het alleen zijn, de eenzaamheid.
Het drukt zo op mij neer.
Ik mis zijn stem,
zijn gelach en zijn gemopper.
Alles, alles is nooit meer.
Nooit meer.
Nooit meer.
Wat doen deze woorden pijn.
Nooit meer.
Nooit meer.
Niets zal ooit nog hetzelfde zijn.
Lieve Vader in de hemel,
neem mij toch in Uw armen.
Draag mij waar ik niet kan staan.
Vul mijn hart
met Uw erbarmen.
Zonder u kan ik
alleen niet verder gaan.
‘Mijn lieve kind,
wees maar niet bang.
Want Ik ben altijd bij je.
Kijk maar niet angstig rond,
want Ik ben jouw God.
Ik zal je sterk maken.
Ik zal je helpen.
Ik zal je ondersteunen.
Ik ben je behoud.
Want IK, de Heer,
ben jouw God,
Ik sta jou terzijde.’
Jesaja 41:10,13
'Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God.
Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt.
...
Want Ik ben de HEERE, uw God, Die uw rechterhand vastgrijpt
en tegen u zegt: Wees niet bevreesd, Ik help u.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten