zondag 28 juni 2020

Here You come running, my Lover, to me!

Verhalenderwijs ...

Waar zijn de woorden als je het gevoel hebt om te stikken in de pijn en het verdriet wat je met woorden is aangedaan.
Zijn er dan alleen maar tranen die kunnen stromen?
Gevoel van verstikking, een prop in je keel zo dik dat je het gevoel hebt dat het bijna afgesloten wordt.
Een druk op je borst zodat het bijna voelt alsof alle lucht er wordt uitgeperst.
Hoelang nog, Heere?
Hoeveel nog komt er over mij?
Wanneer is het genoeg?
Uiteengerukt.
Woordeloos, terwijl er zoveel is dat ze zou willen zeggen.
Zo oneerlijk.
Zo onterecht.
Zo misplaatst.
Zo onrechtvaardig.

Ze staart naar buiten, terwijl de tranen zachtjes over haar wangen glijden.
Binnenin haar woelt een diepe strijd.
Wat is er toch fout gegaan?
Waar is het fout gegaan?
Wat doet ze dan fout?
Ze durft niet te reageren, bang als ze is om het verkeerde te zeggen en nog meer over zich heen te krijgen.
Ze zou van alles willen zeggen,  ze heeft immers niets verkeerds gedaan.
De verwijten klinken nog steeds na, en trekken diepe sporen van pijn en verdriet in haar hart.
Nu is ook niet de goede tijd om er op terug te komen; ze zou reageren vanuit haar pijn en haar verdriet, en dan misschien woorden spreken die niet meer teruggenomen kunnen worden, en misschien nog meer schade aanrichten.
Opnieuw maar wachten, wachten tot zij komt en sorry zegt; wachten op een ingang om terug te komen op de oneerlijke verwijten, om de dingen -voor zover het mogelijk is, uit te spreken.
Och, vaak zegt ze niet eens alles.
Hoewel ze nu niet meer bang is dat haar dochter nooit meer thuis zal komen, of nooit meer contact zal zoeken, zoals vroeger, maar daar is wel het weten dat ze wat beperkt is in inleven en aanvoelen als de dingen van het leven haar boven het hoofd groeien.
En dat maakt dat ze voorzichtig is met wat ze zegt, zich soms teveel wegcijfert en niet alles zegt.
De tijd helpt haar vaak wel om de dingen een plek te geven, maar soms voelt het alsof dingen zich ook opstapelen.
Kan dat goed gaan?

Tegelijk is ze dankbaar, dankbaar dat haar dochter inmiddels wel geleerd heeft om zelf terug te komen op dingen en sorry te zeggen.
Nog niet altijd, en soms duurt het even, maar toch, het komt nu vaak wel, en daar is ze zo dankbaar voor.
Hoe anders was dat vroeger; nee, daar wilt ze maar liever niet meer aan terugdenken.
Kijken naar het nu is beter, ondanks dat het af en toe mis gaat.
Ze zal straks vast wel zelf contact opnemen en dan …
Maar voor nu blijven er tranen komen.
Hè, waarom juist nu, nu ze vanavond visite krijgt en er al een moeilijk gesprek op programma staat.
De telefoon gaat en een ‘kleine’ stem klinkt: ‘Hai mam, sorry van vanmorgen …’
 
Het volgende moment is het alsof de Heer dicht bij haar staat met Zijn hand op haar schouder, en zachtjes naar haar glimlacht, en het is dan dat ze beseft dat Hij er -opnieuw- al die tijd bij was, ook al kon ze dat door de pijn niet zien of ervaren.
Een dankbare glimlach licht haar gezicht op, en stille woorden van dank vinden hun weg naar boven.
Ze loopt naar boven naar haar laptop en zet het nummer aan dat ze de laatste tijd veel luistert, en de muziek en de woorden nemen de laatste restjes van pijn en verdriet van die ochtend mee terwijl ze zingt …

Over the mountains 
Over the sea 
Here You come running 
My Lover, to me …

Song of Solomon





2 opmerkingen: