woensdag 30 oktober 2013

Rust en vrede; geen angst

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ... (93)

De Almachtige is aan onze zijde,
onze burcht is de God van Jacob.

Psalm 46:8,12


Soms gebeurt het dat een bepaald woord van God je ineens pakt en niet uit je gedachten gaat.
Steeds opnieuw komt het terug en het lijkt pas goed te zijn wanneer je er iets mee gedaan hebt.
Dat heb ik deze week met Psalm 46.
Afgelopen maandag las ik deze Psalm, maar had toen, en ook de dag erna, geen tijd om er iets mee te doen.
Vanmorgen kwam de Psalm opnieuw terug in mijn gedachten; ik las hem opnieuw en liet mijn gedachten er overgaan.
Pen en papier ligt steevast binnen handbereik, dus …

De afgelopen week gebeurden er weer enkele dingen in ons gezin, die een aanslag waren op mijn geduld, mijn zelfbeheersing en mijn energie, en dus ook op mijn innerlijke rust en vrede.
Het zijn van die dingen die, als je niet oppast, je het zicht op God zo kunnen ontnemen, waardoor die dingen je leven kunnen gaan beheersen, in plaats van wie God is, wat Hij doet, gedaan heeft.
Gister echter ging het aardig mis, en ik werd na een bepaald akkefietje, door mijn gevoelens en emoties meegesleurd; ik was even niet meer instaat om mezelf er tegen te verzetten.
Hoewel dit goede vruchten afwerpt voor mijn huishouden, ik ben gelijk een stuk verder met het opruimen en schoonmaken van mijn kasten etc., toch hield ik er een nare smaak aan over en wilde het gevoel van rust en vrede maar niet terugkrijgen.

Als ik dan vanmorgen in alle vroegte en stilte mijn dagboek gelezen heb en gebeden, komt opnieuw Psalm 46 terug in mijn gedachten.
En terwijl langzaam mijn ‘huis’ ontwaakt, vind ik mijn rust en vrede terug door deze Psalm.
Wees mijn dagboek mij vanmorgen op het reinigende bloed van de Here Jezus, Psalm 46 wijst mij op de geweldige God die ik aan mijn zijde mag weten en Die door alles wat er weer gebeurt(de) bedekt dreigde te worden.

‘God is ons een toevlucht, Hij geeft ons kracht. in de grootste nood heeft Hij geholpen …’

Dingen die in het verleden gebeurd zijn, komen terug op mijn netvlies, evenals de herinneringen aan de bijhorende pijn, het verdriet, de vergoten tranen.
Maar daar boven staat de onuitwisbare herinnering hoe Hij daar bij was en op het juiste moment steeds opnieuw hulp gaf.
O, in mijn ogen natuurlijk absoluut vaak niet op het juiste moment, maar achteraf …
Nooit zal ik vergeten (ik koester deze herinnering en houdt hem vast en levend) wat er gebeurde, toen ik in alle wanhoop, puur vanuit verstand en niet vanuit wat ik voelde, Zijn woord hardop ging uitbidden, ging proclameren.
De gedachte eraan doet mij opnieuw voelen en ervaren wat er gebeurde, maar wat ik niet anders met woorden kan weergeven, dan alles in mij veranderde.
Zijn kracht openbaarde zich in mijn zwakheid en zo werd Hij mijn toevlucht als nooit te voren.
(dit betekent niet dat ik het nu voor elkaar heb, hoor, maar wel dat ik weet wat ik eigenlijk moet doen; helaas ben ik soms nogal eigenwijs …)
Alleen al deze woorden en deze herinneringen brengen alles terug in de juiste positie.

Maar dan lees ik verder.

‘Daarom kennen wij geen angst, al beeft de aarde, al verzinken de bergen in de zee.
Laat het water maar bruisen en schuimen, laat de bergen maar beven onder de beukende golven …’


Slik, angst overheerst soms nog zo mijn leven …
Al beeft de aarde, al verzinken de bergen in de zee …
Met andere woorden, al gebeuren er angstaanjagende dingen, dingen die je leven op z’n kop zetten, alles onzeker maken, dan toch geen angst kennen, je leven niet laten regeren door angst, omdat je weet Wie je toevlucht is, Wie je kracht is, Wie je helpt in welke grote nood dan ook.
Laat het water maar bruisen en schuimen, laat de bergen maar beven onder de beukende golven …
Met andere woorden, laat maar komen wat komt, hoe heftig en ingrijpend dan ook, want Hij staat boven alles; Hij heeft eerder geholpen en zal het steeds opnieuw doen, want dat is Hij aan Zichzelf verplicht.
Hij kan niet anders, want Hij heeft het beloofd.
En zolang wij dicht bij hem blijven, Hem gehoorzaam zijn, ons hart op Hem richten, zal Hij bij ons zijn, blijven en helpen.

Zien op wat Hij doet, wat Hij kan, wie Hij is.
Hij heerst over de volken, Hij heerst over de aarde.
En deze Almachtige God is aan onze zijde; is aan mijn zijde.
Dit mag ik persoonlijk maken, naar mij toe halen.
Hij is aan mijn zijde!

Onze burcht is de God van Jacob.
Als ik denk aan een burcht, hoe dat eruit ziet, hoe sterk en stevig, beschermend …
Als ik denk aan Jacob, aan wat God allemaal niet voor hem heeft gedaan, er voor hem is geweest; hem vergeven heeft, geleid heeft, beschermd heeft, …

Met de woorden ‘Daarom kennen wij geen angst, al beeft de aarde, al verzinken de bergen in de zee. Laat het water maar bruisen en schuimen, laat de bergen maar beven onder de beukende golven’, komen opnieuw Paulus en Silas in mijn gedachten.
Ook zij, hun houding in die gevangenis, keren steeds maar weer terug.
Ja, zij zijn voor mij een voorbeeld, de belichaming, van deze woorden.
Zij kenden geen angst.
Ik denk, dat als ik ze er naar kon vragen ze tegen mij zouden zeggen: ‘Lieve kind, al beeft de aarde, al verzinken de bergen in de zee, het maakt niet uit, want onze God heeft de aarde en de zee gemaakt; Hij heerst over hen. Laat tocht het water maar bruisen en schuimen, laat die bergen maar beven onder die beukende golven, het maakt niet uit, want één woord van Hem, en zij zwijgen, één woord van Hem, en de golven gaan liggen.
Wees niet bang, lief kind van God, want Hij regeert!

Ik heb nog heel wat te leren en te overwinnen, maar ik verlang ernaar en strek me er naar uit.
En alles wat er in mijn leven gebeurt, zal daaraan meewerken.
Zodat ik ook kan zeggen met hen en de Psalmist:

‘Daarom kennen wij geen angst, …
De Almachtige is aan onze zijde,
onze burcht is de God van Jacob.’

dinsdag 29 oktober 2013

Boven de storm

Maar wie hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht;
hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar,
hij loopt, maar wordt niet moe,
hij rent, maar raakt niet uitgeput.

Jesaja 40:31

Met de storm van gister en de wind die nog steeds af en toe behoorlijk om het huis giert, zocht ik eens terug op mijn oude Blog (intoyourhands.punt.nl)* naar wat ik eerder geschreven had over stormen.
Ik herinnerde me dat ik er eens iets over heb gelezen en vervolgens over geschreven, en ik wilde het nog eens nalezen.
Met het lezen raken de woorden me opnieuw en ik wil het graag ook op dit Blog met jullie delen.

Het is, net als ‘Er is liefde in het oog van de storm’ uit het boekje van Holley Gerth ‘Schuilen bij God’.


Boven de storm
22 maart 2011

Opnieuw las ik vanmorgen iets in het boekje 'Schuilen bij God' van Holley Gerth wat me opnieuw stil zette en me deed nadenken voor ik verder las.
Ze schrijft, dat Beth Jones-Schall van Spirit of Success haar vertelde waarom zij had gekozen voor de adelaar als logo voor haar organisatie.
Beth zegt:
'Adelaars zijn de enige vogels die stormen gebruiken om hoger te kunnen vliegen.
 Ze wachten op de wind en nemen dan een hoge vlucht.'
 
‘Adelaars zijn de enige vogels die stormen gebruiken om hoger te kunnen vliegen.’

De woorden raken me diep.
Ze brengen me tot nadenken over mijn leven.
In gedachten plaats ik deze woorden naast mijn leven en kijk terug in de tijd met deze woorden ernaast.

Ik kom tot het besef dat het nog niet zoveel jaren zijn dat ik stormen gebruik om hoger te kunnen vliegen.
Nee, niet bewust, want ik wist het niet eens dat ik dit eigenlijk aan het doen was.
Het is nu pas met deze woorden, nu ik deze woorden naast mijn leven en keuzes plaats, dat ik tot dit besef kom.

Stormen gebruiken om hoger te kunnen vliegen.
Ik mijmer even over deze woorden.
'Hoger is als het ware dichter bij God.
 Dichter bij God is Zijn stem beter kunnen horen.
 Hem horen is kracht ontvangen.
 Kracht ontvangen is verder kunnen gaan.
 Verder kunnen gaan is leven tot eer van Hem.
 Leven tot eer van Hem is mijn bestemming.'
Hmmm...

'Maar wie hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht.'
Als ik mijn vertrouwen stel op God, dan is mijn blikveld gericht naar boven, naar de Enige, Levende God en kan Hij mij geven wat ik nodig heb aan kracht.

'Hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar'.
Dan kan ik, net als de adelaar, mijn vleugels uitslaan en de storm gebruiken om hoger te komen, tot boven de storm.

'Hij loopt, maar wordt niet moe, hij rent, maar raakt niet uitgeput.'
Dan verkeer ik in Zijn dichte nabijheid waar rust is en ontspanning, omdat Hij mij draagt, mij kracht geeft, mij helpt.

De adelaar zweeft op de wind.
Hij gebruikt de thermiek om hoger te komen, boven de storm uit.
Zo kost het hem geen inspanning want hij maakt gebruik van die wind.

Wat een prachtig voorbeeld geeft God ons hier.
Het beeld van de adelaar.
Welk een les mogen we hieruit leren.
Bewust worden is de eerste les.
Maar weten is één ding, iets doen een tweede.


Lieve Vader in de hemel.
Dank U wel voor deze prachtige woorden.
Ik bid U, Vader, dat als er stormen komen in mijn leven, of ze nu groot zijn of klein, dat U mij deze woorden, deze les, in gedachten brengt.
Laat mij een voorbeeld nemen aan die adelaar en mijn blik richten op U.
Laat mij door alle moeilijkheden, pijn, verdriet, zorgen ... heen toch Uw aangezicht, Uw nabijheid zoeken; doe mij Uw stem horen, waardoor ik kracht ontvang om verder te kunnen.
Vader, ik bid U voor hen die nu, op dit moment in een zware storm verkeren en meegesleurd worden alle kanten op omdat de duisternis van de storm hun zicht op U heeft ontnomen.
Ik bid U, Vader, breng een streepje licht in die duisternis zodat ze U kunnen zien in de storm.
Leidt hen door Uw licht tot boven de storm, opdat zij daar Uw kracht zullen ontvangen om verder te kunnen.
Geef hen Uw woord van de adelaar en laat Uw woord, als een zegen van kracht en bemoediging, neerdalen op een ieder van hen.

In Jezus' Naam.

- Amen –

En nogmaals, ook nu, ruim tweeënhalf jaar later, zeg ik: 'Amen'

zondag 27 oktober 2013

De mens wikt, maar Gods beschikt

Bedenk hoe groot en indrukwekkend de HEER is ...    (92)

Al geeft u mij al uw goud en zilver, dan nog zou ik alleen kunnen doen wat de HEER mij beveelt.
Numeri 24:13

In het verhaal van Bileam is ongetwijfeld het fragment met de sprekende ezel het meest bekend, met daaraan gekoppeld het feit dat Bileam het volk Israël alleen kan zegenen en niet vervloeken zoals koning Balak dat van hem vroeg.

Als ik vanmorgen dit verhaal opnieuw lees en overdenk, dan wordt opnieuw mijn hart gevuld met een diepe rust en vrede, door de grootheid van mijn God.
Want boven alles blijkt uit dit gedeelte dat de mens wikt, maar God beschikt.
De mens kan allerlei plannen maken of hebben, maar God is, en blijft, Degene die het uiteindelijk, altijd en in alles, voor het zeggen heeft.

Balak wil het volk Israël laten vervloeken, omdat hij bang is; bang door de verhalen die hij over hen had gehoord, maar nog meer door hun gigantische aantal.
Bileams reputatie deed hem naar hem toegaan om het volk te laten vervloeken, want duidelijk was, dat wie Bileam vervloekte, vervloekt zou zijn en wie hij zou zegenen, gezegend zou zijn.
Maar hoe anders pakt alles in dit geval uit.

Als Bileam uiteindelijk bij Balak komt, kan hij niets anders dan het volk Israël zegenen.
Tot drie keer toe, spreek hij een zegen uit over dit volk.
Toen hij voor de derde keer ging spreken, werd hij zelfs vervuld van Gods Geest, staat er in Numeri 24:2.

Koning Balak is woedend, maar Bileam kan gewoon niets anders.
Hoe graag hij misschien ook gewild zou hebben vanwege de vorstelijke beloning, in dit geval had hij simpelweg gewoon geen keuze.
Hij kon alleen die woorden spreken die God hem ingaf te spreken en dat waren woorden vol zegen, profetische woorden.

‘Hoe kan ik dit volk vervloeken als God het niet vervloeken wil?
Hoe kan ik het verwensen, als de HEER het niet verwensen wil?


Ik kan alleen maar doen wat de HEER mij heeft opgedragen.

Hij heeft me opgedragen te zegenen.
God heeft gezegend.
Daaraan valt niet te tornen.


Heb ik al niet tegen uw gezanten gezegd dat ik in geen geval tegen het bevel van de HEER, mijn God, kan ingaan?
Al geeft u mij al uw goud en zilver, dan nog zou ik alleen kunnen doen wat de HEER mij beveelt.’


(Num. 23:8,12,20; Num. 24:12)

Bileam sprak de woorden niet omdat het volk Israël zo goed gezind was, maar hij kon gewoon echt niet anders.
O, het goud en zilver had hij maar wat graag willen hebben, maar zonder Gods toestemming, goedkeuring, kon hij niet doen wat Balak van hem vroeg.
Wij mensen kunnen nog zoveel willen of doen, maar één ding is zeker, het is God die uiteindelijk altijd alle touwtjes in handen heeft.

Ja, er gebeuren de meest verschrikkelijke dingen waarvan ik overtuigd ben dat God ze niet wil.
Dat Zijn hart ineenkrimpt bij het zien en horen ervan.
Zijn niet ingrijpen is voor ons soms/vaak onbegrijpelijk, maar het neemt niet weg dat Hij een plan, een bedoeling heeft met alles.
Het verhaal van Bileam toont mij een God, die boven alles staat.

De mens wikt, …
… , o, wat denken we het allemaal goed voor elkaar te hebben en het beter te weten.
O, welk een rechten denken we niet te hebben en daarna te handelen.
O, welk een zelfbeschikkingsrecht eigenen we ons niet toe …
… maar God beschikt.

Het moment komt eraan dat heel de wereld zal zien en horen, dat Hij het is die het voor het zeggen heeft.
Vroeger, nu, en tot in alle eeuwigheid.


Hoe groot bent U, o God,
mijn Koning en HEER.

U liegt niet,
noch verandert U
zomaar van gedachten.

U belooft niet
en laat het na;
noch doet U een aankondiging,
en laat het niet doorgaan.

Aan wat U zegt,
of wat U doet,
valt niet te tornen,
wij kunnen op U aan.

U bent trouw en betrouwbaar,
eerlijk een rechtvaardig;
U bent de HEER,
van de hemelse machten.

O, hoe groot bent U,
mijn God, koning en HEER.

vrijdag 25 oktober 2013

Geef mij weer aanzien!

Wilt U komen en mij troosten?
Wilt U mij weer aanzien geven?

Psalm 71:21
(Het Boek)

Ik heb een klein boekje  dat heet: 'Fluistergebeden voor vrouwen'.
Korte, eenvoudige gebeden, soms ook wel 'ademgebeden' genoemd.
Bijvoorbeeld: 'Wees mijn rotst, o Heer', of 'wees mijn veiligheid, o Allerhoogste', of 'Heer, help mij', of 'Heer, zegen ...', of 'Heer, ontferm U over ...'.

Het boekje stond eigenlijk al een tijdje wat verloren ergens op een kastje, maar afgelopen week stond ik een keer stil bij dit kastje en keek naar wat er allemaal opstond.
Mijn oog werd naar dit kleine boekje getrokken en ik nam het mee naar mijn plekje bij het raam.
Ik bladerde wat en stopte bij de bladzijde waar ik ooit was blijven steken; erg ver was ik nog niet gekomen, merkte ik wel.
Bovenaan de bladzijde staat: 'Geef mij weer aanzien'.

Veracht, vernedert, uitgelachen, belachelijk gemaakt, zijn de woorden waar het stukje mee begint en ze raken me diep.
Hoeveel mensen zijn er wel niet, die dit aan de lijfe hebben ondervonden en daardoor verschrikkelijk beschadigd zijn geraakt.
En hoeveel mensen zullen er wel niet zijn, die dit dagelijks nog ondervinden ...
O Heer, ontferm U ...

Schaamte, minderwaardigheidgevoelens, onzekerheid; gevoelens die hier weer uit voort kunnen komen.
De één zal terugvechten, de ander echter haar hoofd laten hangen.
De één zal proberen nog beter te presteren, terwijl de ander zich verstopt en wegkruipt.
O, wat ken ik deze laatste gevoelens!
Je hoofd laten hangen, verstoppen, wegkruipen.
Maar toch ...

'Wilt U komen en mij troosten? Wilt U mij weer aanzien geven?,' zegt de tekst uit Het Boek.

De GNB die ik persoonlijk iedere dag gebruik zegt het zo: 'Troost mij ook nu, herstel mij in mijn eer.'
Gelijk gaan mijn gedachten  naar zo'n vier jaar geleden naar mijn eerste Vrouwenconferentie van 'His word stands 4 ever'.
Wat een geweldige dagen waren dat en wat was het thema toepasselijk.
Wat sluit het hier feilloos bij aan ...
Het thema was 'In ere hersteld'* en voor mijzelf werd het ook een weekend, waarin ik het ook aan mocht nemen.
'Geef mij weer aanzien', een fluistergebed voor als  mensen op je neer kijken, voor als je je schaamt voor jezelf, voor als je reputatie is besmeurd, voor als je afgewezen bent, voor als je God hebt teleurgesteld.'*

Blijf God maar bestoken met je gebed!
Denk maar aan de gelijkenis van de onrechtvaardige rechter; uiteindelijk luisterde hij.
Zou God het niet des te meer doen?
(Lucas 18:1-8)


* Citaat boekje
* Vrouwenconferentie 'In ere hersteld' 1
   Vrouwenconferentie 'In ere hersteld' 2
   Vrouwenconferentie 'In ere hersteld' 3

maandag 21 oktober 2013

Zeesterren op het droge



Op een strand in India liggen honderden, zo niet duizenden zeesterren.
Door de brandende zon drogen ze uit en gaan ze dood.
Op een dag loopt een jongen langs het strand en gebukt speurt hij naar nog levende zeesterren.
Hij pakt ze op en gooit ze terug in zee.
Op een gegeven moment komt er een grijze, wijze, verstandige man aangelopen.
Hij bekijkt het tafereel van een afstand en loopt vervolgens op de jongen af.
De verstandige, wijze, grijze man vraagt: 'Jongen, wat ben je daar aan het doen?'
'Ik vis de levende zeesterren ertussen uit en gooi ze terug in zee.'
'Ja, maar moet je zien hoeveel er op het strand liggen.
Het is water naar de zee dragen, wat maakt het voor verschil?'
De jongen kijkt rond en zoekt een levende zeester, pakt hem op en zegt: 'Voor al die andere zeesterren maakt het misschien niet zoveel uit, maar voor deze wel,' en hij gooit hem terug in zee.

Het gaat om de enkeling.
Je kunt niet de wereld veranderen, maar wel het leven van die ene persoon.


Bron onbekend.

zaterdag 12 oktober 2013

Omdat je het waard bent!

Omdat je het waard bent!
Een kreet die ons dagelijks tegemoet komt door de reclame.
Je bent het waard, maar de dingen die we volgens de reclame mogen doen omdat we het waard zijn, zijn allemaal vergankelijk en in wezen leeg en zonder betekenis.
Want hoe we ook ons best doen, onze uiterlijk mens vergaat.

Er is echter ook Iemand anders die deze woorden ook eens gezegd heeft en ze nog steeds zegt, tegen een ieder van ons.
Alleen is wat Hij te bieden heeft, omdat je het waard bent, heel iets anders.

Omdat je het waard bent...
Niet omdat je er recht op hebt.
Je bent kostbaar …
Niet om wat je doet of hebt gedaan.
Maar gewoon om wie je bent!
Je bent het waard, dat Ik …

Ach, hoe moeilijk is dit soms om zo maar te pakken, aan te nemen, van jezelf te zeggen.
Kostbaar, want dat betekent immers: van grote waarde, erg duur, prachtig, voortreffelijk, heel belangrijk.
Hoe zouden we dit toch van onszelf kunnen en durven zeggen?
Moet je me eens zien …
En toch …

Toch is dit wat God, wat Jezus, zegt tegen een ieder van ons: Je bent kostbaar!
Je bent kostbaar in Mijn ogen!
Je bent van grote waarde!

Voor Mij maakt het niet uit wat je doet of hebt gedaan.
Ik kijk niet naar waar je woont, en of je wel of geen werk hebt.
Ook het soort werk dat je doet is voor Mij van generlei betekenis.
Het interesseert Mij niet of jij wel of niet op vakantie bent geweest, en hoe of waar.
En het huis waar je woont?
Ach, al woonde je op een hutje op de hei; het zijn allemaal zaken die voor Mij van geen belang zijn.
Want bij Mij draait alles om jou en jou alleen!
Jij bent kostbaar voor Mij om wie je bent en niet om wat je doet of hebt gedaan, bezit of niet bezit.

Ik heb jou geschapen, Mijn hand heeft jou gevormd: Ik ben trots op jou!
Je bent voor Mij zo belangrijk!
Je bent prachtig, voortreffelijk, van zulk een grote waarde!
Haal jezelf toch niet steeds zo naar beneden met: ik ben maar …

Ik weet wat je voelt.
Ik weet hoe je naar jezelf kijkt.
Ik weet wat andere mensen over je zeggen, tegen je zeggen, of welk gevoel ze je kunnen geven.
Maar jouw gevoel is niet in overeenstemming met wat Ik over jou zeg.
Is niet in overeenstemming met hoe Ik jou zie, naar jou kijk, over jou denk.

In Mijn ogen ben je kostbaar!
Gewoon om wie je bent!
Zal Ik je eens wat zeggen: je bent van zulk een grote waarde, dat Ik Mijn leven gaf voor jou om jou te redden.
Al zou jij de enige ter wereld zijn geweest die gered moest worden, dan nog zou Ik voor jou zijn gestorven om jou te redden.
Zo kostbaar ben jij voor Mij!
Er is geen andere wijze waarop Ik meer kan laten zien hoe kostbaar jij wel niet bent.

Onthoud dit, Mijn lieve kind:
‘Je bent het waard dat Ik voor jou stierf!’
En mocht je op de reclame weer eens horen:Omdat je het waard bent …!
Denk dan aan Mij, aan Mijn woorden:

Omdat jij het waard ben, stierf Ik voor jou!
 
 

donderdag 10 oktober 2013

I Built My House Upon a Stone

 Aan het Lam van God,
die mij bij name kent,
zij al de glorie,
al de eer,
al de lofprijs.
 

I built my house upon a stone
A stone so rarely built upon
I feel quite foolish and naïve
I learned to lead from God's own son
A man rejected by his own
His only throne a cross of shame
Jesus, Jesus
To the lamb of God
Who knows me by my name
All the glory
All the honor
All the praise
To the one my future hope
Depends upon
I am trusting
I am trusting You my God

My story's crazy but it's true
It started out confusing too
And just gets stranger by the day
And, that's ok
I've been the blind man on the road
I've been the boy coming back home
I've been the sinner and the saint
But the love of God has never changed
To the lamb of God
Who knows me by my name
All the glory
All the honor
All the praise
To the one my future hope
Depends upon
I am trusting
I am trusting You my God
 
 

dinsdag 8 oktober 2013

Hoeveel te meer; als wij vragen ...

Is er een vader onder jullie die zijn kind een slang zal geven als het om vis vraagt?
Of een schorpioen, als het om een ei vraagt?
Ondanks jullie slechtheid weten jullie je kinderen dus goede dingen te geven.
Hoeveel meer zal dan de Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen!

Lucas 11: 13
GNB

Gistermorgen waren dit de woorden voor mijn Stille Tijd met een overdenking uit het dagboek van Andrew Murray ‘Gods beste geheimen’.
Nu, zo net na de conferentie, raken deze woorden me diep.
Als tijdens de conferentie het verlangen in mij groeide om uit te mogen delen (zie vorige stukje), en ik dan deze woorden lees, dan vind ik dit zo bijzonder.
Naadloos sluit het bij elkaar aan, want hoe zou ik ook maar iets kunnen doen zonder de Heilige Geest?

De overdenking van Andrew Murray zet me er nog eens extra bij stil.
Het is niet alleen vragen en dat we dan zullen ontvangen, maar God wil eigenlijk niets liever dan  Zijn Heilige Geest geven.
Want hoe belangrijk is Zijn Geest wel niet!
Hoeveel te meer zal de Vader geven …!!!
Hoeveel te meer, oftewel des te meer, zal Hij de Heilige Geest geven als wij erom vragen.
Hoeveel te meer, dan de goede dingen die wij mensen doen terwijl wij van nature slecht zijn.
Hoeveel te meer ...
Zoveel meer ..., zoveel meer wil Hij geven.
Zoveel meer, ... als wij vragen.

Terwijl ik dit las en tot me door liet dringen gingen mijn gedachten naar wat we soms wel bidden: bedauw mij met Uw Geest, of bedauw hem/haar met Uw Geest.
Bedauwen met Uw Geest …
Het woordje bedauw heeft, hoewel het een goedgekeurd bestaan woord is, geen duidelijke betekenis, maar als we denken aan het woordje dauw, dan is wat we bedoelen wel duidelijk.
En ik vond het eigenlijk ook altijd heel erg mooi om te bidden: bedauw mij, bedek mij.
Maar dauw is eigenlijk slechts een laagje van kleine waterdruppeltjes.
Terwijl ik daar zo over zat na te denken, had ik ineens zoiets van, Heer, ik wil eigenlijk meer dan alleen een laagje, ik wil doordrenkt worden met Uw Geest.
En even had ik zoiets van, dat moet ik anders gaan doen in mijn gebed; niet meer bedauw mij.
Maar met het schrijven van deze woorden gaan mijn gedachten ineens naar Gideon en zijn ‘schapenvachtjes’. (Richteren 6:33-40)
Zegt de Bijbel ook niet dat zijn vacht doordrenkt was van de dauw, ja, zelfs zo nat dat er na het uitwringen een schaal vol water was?
Ja, op zo’n manier wil ik wel bedauwt worden met Zijn Geest.
Dit is bedauwt tot doordrenkt toe.

Hoeveel te meer zal dan zal de Vader in de hemel de Heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen!
 

Ik bid U, Vader,
om Uw Heilige Geest.
Bedauw niet slechts
mijn hart,
maar doordrenk het
tot overstromens toe,
opdat mijn leven U,
in woord en daad,
zal behagen.

Ik bid U, Vader,
om Uw Heilige Geest.
Stort met Uw Geest
Uw liefde uit in mijn hart,
opdat mijn leven,
door Uw liefde,
mensenharten raakt;
hen zal bemoedigen
en schragen.

- Amen -



maandag 7 oktober 2013

Onderweg (Vrouwenconferentie 2013)

De conferentie is weer voorbij; wat gaat dat toch altijd snel!
Zo zit je in de auto op weg er naar toe, en voor je er erg in hebt, zit je alweer thuis op de bank.
Hoe goed is het daarom om nog eens even terug te kijken.
Aangezien het gister ook mijn trouwdag was (30 jaar; bijzonder niet waar) ben ik toen niet meer achter mijn laptopje gekropen zoals ik anders altijd doe.
Maar goed, het weekend was ook anders dan anders voor mij.
Bij aankomst lag er, zoals altijd, een warm welkomstpakketje voor ons klaar.
Het thema van deze conferentie was: ‘Onderweg’ en dus lag er dit keer op een ieders bed een knapzak met wat verkwikkingen voor onderweg en een Bijbeltekst op de voet die aan de knapzak vast zat.
De versnaperingen waren voor een ieder hetzelfde, maar de teksten verschillend.

Voor mij was dit een prachtige tekst uit Psalm 18 en wel vers 31, waar staat:

‘God is volmaakt,
de Heer kun je op Zijn woord vertrouwen;
een schild is Hij voor wie bij Hem schuilen.’

Wat een prachtig waar woord.
Och, er zijn vele momenten in mijn leven geweest dat ik het zo niet kon ervaren, maar waarvan ik achteraf zag, dat het weldegelijk waar is.
Dat God werkelijk te vertrouwen en een schild is.

Ik zorg altijd dat ik zo vroeg mogelijk op de conferentie ben, zodat ik voordat het programma begint, nog even tijd heb om hier mee bezig te zijn, eventueel wat te schrijven wat ik mij boven komt, of om gewoon even vast te genieten van de rust en het even voor een paar dagen niets hoeven te doen.
Terwijl ik zo op mijn kamertje zit en achter het tafeltje met mijn schrijfblokje voor me, verrast het me, dat ik totaal geen drang, behoefte (kan het juiste woord even niet vinden) heb om maar te schrijven.
Vreemd, er komt buiten een klein gedichtje nav. de Psalm die ik mocht ontvangen, niets op papier.
Ik weet nog niet goed wat ik er mee aanmoet en als het tijd is om naar beneden te gaan omdat het programma begint, loop ik een beetje onwennig naar beneden.
Ook later, na het welkom, maar ook na de maaltijd, en zelfs na het eerste avondprogramma, is er nog steeds helemaal niets, maar tegelijk wel een rust van ‘het is goed’.
Ik drink nog wat, terwijl ik met mijn minidisk nog muziek luister en zoek vervolgens mijn bedje op.

De volgende dag zit ik me nog te bedenken hoe ik het dan toch aan zal gaan pakken, ik schrijf toch immers met/na iedere conferentie het nodige.
Maar in de loop van de dag valt alles op zijn plaats.
’s Middags hebben we een workshop, dat is altijd zo; op de 2e dag zijn er altijd workshops waar uit je kunt kiezen en deze keer was de keuze voor mij een boekje maken met ‘Gedenkstenen’, of een 'koffertje' met ? , dat is voor iedereen verschillend.
Daar ik al genoeg geschreven heb - schriften, bloknootjes en natuurlijk mijn Blogs niet te vergeten -, viel mijn keuze op het koffertje.
Toen ik na de warme maaltijd (we eten daar altijd tussen de middag warm) naar mijn kamer ging, wist ik binnen no-time wat voor koffertje het moest worden.

Vele jaren ben ik naar (verschillende) conferenties geweest waar ik bijna alleen maar gericht was op ontvangen.
Leeg, of vol wanhoop, pijn en verdriet, en dus altijd op zoek naar iets van God wat genezing zou brengen, of me de weg zou wijzen, of uitkomst zou brengen, of een woord, een profetie of …
Maar nu, nu was het zo anders; ik ben zo anders.
Ik wil niet schrijven om dat heling in te vinden.
Ik wil niet schrijven in de hoop dat God iets speciaals voor mij heeft of tegen mij zegt.
Er is geen wanhoop, geen pijn en ook geen verdriet.
Het laatste restje van pijn en verdriet dat er was van het telefoongesprek afgelopen zomer is de avond ervoor tijdens de overdenking van Psalm 23 weggenomen.
Ja, letterlijk weggenomen, alsof er een hand in mijn hart kwam en de angel van pijn, verdriet en bitterheid over de afwijzing er uit haalde.
Zo maar, vanuit het niets was daar ineens dat moment.
O ja, ik had wel vorige week nog zo gebeden of God mij wilde helpen om te vergeven, het opnieuw een plek te geven, want ik kon het niet, niet meer, niet weer.
Maar ik wist dat het moest, wilde ik verder kunnen.
Ik had er helemaal niet aan gedacht nog op de conferentie, tot het moment waarop het ineens werd weggenomen en ik ervoer dat liefde mijn hart vulde.
Liefde van God voor mij: je bent geliefd, waardevol, kostbaar zoals je bent.
Wat ik mag doen, is kostbaar en waardevol.
Ik hoef niet iemand anders te zijn of te worden dan wat God heeft bedoelt en niet wat een ander graag wil.
En daardoor was er ruimte voor heel iets anders.
Ruimte om mijn koffertje te vullen met alles wat ik deze conferentie (en daar buiten) van God mag ontvangen, om het vervolgens weer uit te delen.
En de tijd die we zaterdags ’s middags ook altijd voor onszelf hebben (van na het warme eten tot half vier) heb ik gebruikt om alle Bijbelteksten die reeds genoemd waren in de overdenkingen op te schrijven en eer dat het half vier was, had ik al een heel stapeltje met briefjes vol woorden van God.
Mij restte alleen nog maar om de schoenendoos die we tot koffertje moesten omtoveren zo mooi mogelijk te maken.
Ik nam de grootste schoenendoos, want groot was (en is) mijn verlangen om veel van God te ontvangen om uit te kunnen delen.
Hoe, wat en wanneer?
Daar heb ik geen idee over of van, ik weet alleen dat mijn koffertje een koffertje is om van uit te delen.

Toen wist ik ook waarom ik niet van alles en nog wat hoefde op te schrijven waarover gesproken is, want dat deed er niet toe.
Het gaat om Gods woord, dat was wat telde, dat is er om uit te delen.
Vanuit van wat ikzelf van God heb mogen ontvangen, heb mogen/mag leren, getuigen.
Sterker dan ooit is mijn verlangen om te bemoedigen, om te troosten vanuit Gods woord.
Te getuigen van de kracht van Gods woord.
Want wat Hij voor mij heeft gedaan en wat Hij voor mij doet door Zijn woord heen, wilt Hij voor een ieder van ons doen.

Als we het weekend afsluiten met getuigenissen, deel ik de achterliggende gedachte van mijn koffertje, mijn verlangen,  en eindig met het een gedichtje van de tekst die ik aan het begin heb ontvangen.

Onderweg

Ik ben onderweg
met de volmaakte God
aan mijn zij.
Hem kan ik vertrouwen,
nimmer breekt Hij
Zijn woord aan mij.
Als ik een schuilplaats
nodig heb, ga ik
vlug naar Hem.
Hij beschermt mij als
een schild, terwijl ik luister
naar Zijn liefdevolle stem.

vrijdag 4 oktober 2013

Even weg ...

Vandaag is het weer zover en laat ik man en kinders even een paar dagen alleen.
Eén keer per jaar geniet ik van een paar dagen weg naar de Vrouwenconferentie van 'His word stands 4 ever'.
Door de drukte van de afgelopen weken en het feit dat ik niet helemaal fit was, staat het nog vrij ver van mij af en heb ik nog niet echt het besef van dat het toch vandaag al zover is.
En dat terwijl ik al verschillende spulletjes klaar heb staan.
Heel gek eigenlijk.
Maar goed, vanmorgen in huis nog even de laatste dingetjes doen, de laatste boodschapjes in huis halen en mijn koffertje inpakken en dan ben ik er vanmiddag helemaal klaar voor.
Het onderwerp voor deze conferentie is 'Onderweg'.
Ik zie uit naar waar we heen gaan en waar we allemaal langskomen en ook even stil blijven staan.

Het wekelijkse stukje en gedicht (de één na laatste, want daarna is het kalendertje van Beth Moore afgelopen) voor op 'In rust met U' zal hierdoor pas zondag laat in de middag of begin van de avond verschijnen.

Iedereen een heel fijn  weekend toegewenst en Gods rijke zegen.









Liefs Rita