dinsdag 2 april 2013

Onderweg naar Pasen (slot) - Totdat ...

Nadat de Here Jezus omhooggeheven is, gaat iedereen terug naar Jeruzalem.
De discipelen en enkele vrouwen, waaronder Maria, de moeder van Jezus.
Ze blijven voortdurend bij elkaar; biddend, wachtend …

Plotseling komt er van uit de hemel een geluid alsof er een hevige wind opsteekt en vult het hele huis.
Iets, dat lijkt op tongen van vuur, verdeelt zich en komt neer op een ieder die er is.
Allemaal worden ze zo vervuld met de Heilige Geest en ze beginnen in vreemde talen te spreken.
Het is de Heilige Geest die hen woorden ingeeft.
Vele mensen komen op het geluid af en raken in verwarring, want een ieder van hen hoort hen spreken in hun eigen taal.
Ze begrijpen er niets van en vragen zich af wat dit te betekenen heeft.
Maar anderen zeggen spottend: ‘Ach, joh, ze hebben te veel gedronken!’

Dan komt Petrus, grote mond, klein hartje, Petrus.
Samen met de andere apostelen treed hij naar voren en begint te spreken vanuit de schrift, de bijbel.
Hij begint te vertellen en uit te leggen wat er allemaal gebeurd is.
Hij haalt de profetieën aan vanuit het Oude Testament, de woorden van hun voorvader David, en vertelt van wie Jezus van Nazareth was.
Aan het einde van zijn toespraak deed Petrus de dringende oproep:

‘Laat je redden uit deze verdorven wereld.
Begin een nieuw leven en laat je dopen in de Naam van de Here Jezus Christus, om vergeving te ontvangen van je zonden en als geschenk zul je de Heilige Geest ontvangen.’

    
Die dag aanvaarden 3000 mensen zijn woorden en laten zich dopen.

Dan keer ik weer terug naar de werkelijkheid, naar mijn eigen huis, mijn eigen woonkamer en denk na over de komst van de Heilige Geest.
Ik ervaar Zijn rustige aanwezigheid in mijn hart.

Ik denk terug aan de afgelopen tijd, de afgelopen jaren en ik zie, ik proef opnieuw hoe krachtig Hij kan werken.
Kon dat maar altijd zo zijn, zo krachtig, zo intens, zo duidelijk aanwezig.
Ik blijf me er naar uitstrekken.

Soms ben ik jaloers op mensen als ik let op uiterlijke manifestaties, maar ik weet, dat Zijn Geest in mij woont en dat God Zijn weg gaat met mij.
En ja, soms loop ik Hem finaal voor de voeten.
Soms, sta ik Hem gigantisch in de weg, waardoor Hij niet kan doen wat Hij wilt doen, maar toch, toch ervaar ik Hem meer en meer.
Hoe meer ik leer openstaan voor de leiding van God, hoe meer ik opensta voor de leiding van de Heilige Geest.
Dit gaat bij mij niet vanzelf.
Vaak staat mijn angst voor het onbekend mij in de weg, om nog maar niet te spreken over de angst om de controle van mijn leven over te geven aan Hem.
Maar U Heer, U kent mij, U weet wat in mij leeft en U houdt van mij.
Ja, soms val ik, maar vallen hoort bij het leven.
Doch steeds opnieuw is daar die uitgestrekte, doorboorde hand om mij weer op te richten.
Soms zie ik die hand meteen, een andere keer duurt het langer.
Soms zie ik die hand, maar ben ik te eigenwijs of te opstandig om hem te pakken; maar die uitgestrekte, doorboorde hand blijft.

Inmiddels is het middag.
Tot in de vroege ochtend heb ik geschreven, toen kon ik voor mijn gevoel gaan slapen.
Nu het middag geworden is, schrijf ik dit laatste stukje.

Ik kijk naar buiten.
De wolken drijven voort door de wind.
Grijze wolken, maar ook prachtige, grote witte wolken.
Ze schuiven voor de zon langs waardoor er een schitterend goudkleurig schijnsel om de wolk verschijnt.
En mijn hart verlangt naar Zijn terugkomst, naar Jezus.
‘Kom, Heer Jezus, kom!’

Ik keer terug naar mijn schrijfblok.
Het moet af; nog een paar laatste zinnen, een gebed.

Lieve vader in de hemel.
Ik bid U zo voor een ieder die dit hoort of leest.
Geef, dat een ieder zijn of haar eigen naam in dit verhaal in zal vullen zoals ik mijn naam heb ingevuld.

“ ………..  dit bloed vloeit voor jou.”

Neem U ons zo allemaal mee op reis, Vader, opdat we aan het eind daarvan zullen knielen bij het kruis op Golgotha.
Opdat we zullen beseffen dat we verloren zijn zonder U.
Opdat we zullen beseffen dat we zondig zijn en Uw vergeving nodig hebben.
Opdat het ons zal raken tot in het diepst van ons hart, tot in het diepst van onze ziel, hoeveel lijden Uw Zoon, Jezus Christus, heeft moeten doorstaan voor ons.
Opdat we zullen beseffen hoe groot Uw liefde is voor ons.
Uw liefde, die zo groot, dat U Uw eigen Zoon opofferde om ons allen te redden.
Laat ons zo allen uitkomen bij het kruis van Golgotha, waar U, Heer Jezus, klaarstaat met open armen om een ieder op te vangen die verlangt naar U, verlangt naar Uw vergeving, naar Uw genezing, naar alles van U.
En vul, ja, vervul ons allen dan met het geschenk van Uw Heilige Geest, opdat U in ons woning zal hebben en wij, net als Petrus, krachtige getuigen zullen worden van U.
Totdat U terugkomt of totdat de dood ons thuis haalt.
In Jezus’ Naam bid ik U dit.

- Amen -

Dan kniel ik neer en geef opnieuw mijn leven over aan Hem.
Ik prijs U, Heer.
Ik aanbid U met heel mijn hart, met alles wat in mij is.
Ik prijs Uw Heilige Naam.
Ik belijd; U bent Heer !

Ik hou van Hem, van deze Koning Jezus, want door Hem heb ik vergeving van mijn zonden ontvangen, mag ik God, mijn Vader noemen en straks voor eeuwig bij Hem zijn.
                 

2 opmerkingen:

  1. Wat blijft Petrus boeien als je de geschiedenis weer leest. Heb je mee echt lief? vraagt Jezus hem. Onze Heiland zoekt weer op wat voorbijgegaan lijkt. Wat een genade ...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooi stukje! Meer van de Heilige Geest, dat verlangen, steeds dichtbij Hem te zijn. Zo herkenbaar!

    BeantwoordenVerwijderen