maandag 25 maart 2013

Onderweg naar Pasen - Hoe het verder gaat ...

In vogelvlucht gaat het verder.
In gedachten zie ik Jezus in de woestijn.
Nee, Zijn honger na 40 dagen vasten kan ik niet voelen.
… Ach, wat weet ik van honger af …
Ik ‘zie en hoor’ hoe satan Hem op de proef stelt op het moment dat Hij het kwetsbaarst is.
Maar Hij, Jezus, antwoordt vanuit Gods woord.
Hij gebruikt de Bijbel als wapen tegen de satan.

O, Heer, wat doe ik het vaak toch fout.
Wat ga ik toch vaak in discussie met de boze of laat mijn gedachten/gevoelens omver en in de war gooien.
Wat vergeet ik toch vaak dat ik hem alleen kan verslaan door Uw woord.
U gaf het voorbeeld en ik vergeet.
En, och Heer, wat is vaak mijn kennis ook te klein, wat weet ik vaak te weinig en wat verdraait hij Uw woorden, soms zo subtiel, dat ik er helemaal niet meer uitkomt en verstrikt raakt in zijn leugens en bedrog met alle gevolgen van dien.
Maar wat ben ik U dankbaar dat U daar weet van heb en het begrijpt en op mij wacht.
Ik moet nog zoveel leren, maar wat ben ik blij en dankbaar dat U mens geworden ben en mij in alles bent voor gegaan.
Dank U wel, dat ik mag leren.

Dan volgen de dingen elkaar snel op.
Lammen gaan weer lopen, blinden zien, doven weer horen.
Vele toespraken houdt Hij, vele lessen zijn te leren.
Hij gaat om met hoeren, eet bij belastingophalers.
Jezus gaat om met mensen met wie ik geen raad weet.
Ja, ik vind ze zielig, hun situatie verdrietig en soms in- en intriest.
Het raakt mijn hart, maar ik weet vaak niet hoe ik er mee om moet gaan.


En Hij?

Hij eet met ze, praat met ze, houdt van ze; echt waar!
De liefde straalt uit Zijn ogen.
Ik voel, ik ervaar de warmte van de liefde die Hij voor hen, de outcast, heeft.
Trieste mensen, mensen die weten dat hun leven niet goed is of wiens lichaam afstotelijk is door één of andere ziekte, of wat dan ook.

O, God, vergeef mij mijn hoogmoed, mijn trots, mijn liefdeloosheid, mijn onbegrip.
U kwam immers voor zieke mensen, gezonde mensen hebben U niet nodig.
Wat plaats ik mij met mijn woorden boven hen, alsof ik, door mijn aan de buitenkant niet zichtbare ‘ziekte’, U niet, of minder nodig zou hebben.
Ik heb U immers net zo hard nodig als zij.
Ik ben immers niets beter of slechter dan zij.
Vergeef mij, Heer Jezus, en praat, eet, lach en huil met mij zoals U met hen doet.
Houdt van mij zoals U van Hen houdt, want zonder Uw liefde kan ik niet leven.

Dan weer geeft Hij duizenden mensen te eten van 5 broden en twee vissen en ze houden nog hartstikke veel over ook.
En iedereen heeft meer dan genoeg.
Eigenlijk onvoorstelbaar en toch zo waar.

Wat moet ik toch met deze Man…
Ik word zo door Hem aangetrokken, door de liefde die hij uitdeelt, weggeeft.
Ik voel, ik ervaar die liefde en toch…
Zijn als Hij…
Worden als Hij…
Wat is dat toch met deze man?

 
 


1 opmerking:

  1. Volledig God in de gestalte van een Man, een Mens. Je moet niets van Hem hebben, òf je wordt onvoorstelbaar aangetrokken door deze Liefde.
    Mooi hoor, dank je wel.

    BeantwoordenVerwijderen